gepubliceerd op 19 december 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van de ondernemingen die zich inlaten met de uitbating van « besteldiensten » en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden
18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van de ondernemingen die zich inlaten met de uitbating van « besteldiensten » en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van de ondernemingen die zich inlaten met de uitbating van « besteldiensten » en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 september 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999 Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van de ondernemingen die zich inlaten met de uitbating van « besteldiensten » en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2000 onder het nummer 54069/CO/140.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden, en die zich inlaten met de uitbating van « besteldiensten » alsook op hun werklieden. § 2. Onder « subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden », wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en die uitgerust zijn met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder « werklieden » wordt bedoeld de werklieden en werksters behorend tot het rijdend personeel.
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden met werklieden gelijkgesteld de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun overeenkomst werd gegeven.
Art. 2.Met « besteldiensten » bedoelt men zowel nationale als internationale transporten met meestal voertuigen van minder dan 15 ton, waarvoor een vergunning werd afgeleverd door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. De kleine, individuele ladingen (meer dan één), dagelijks te leveren, hebben tal van verschillende bestemmingen, die zich zelfs in de meest uiteenlopende regio's kunnen bevinden. HOOFDSTUK II. - Bruto minimumuurloon voor arbeidstijd
Art. 3.Men onderscheidt twee categorieën rijdend personeel in de besteldiensten namelijk : - Categorie A : minder dan 6 maanden anciënniteit in de sector; - Categorie B : gelijk of meer dan 6 maanden anciënniteit in de sector.
Het bruto minimumuurloon wordt, met ingang van 1 juli 1999, vastgesteld op : - voor de categorie A : 312 BEF (gekoppeld aan het bruto minimumuurloon van de chauffeur van voertuigen van minder dan 7 ton van het rijdend personeel in het goederenvervoer); - voor de categorie B : 319,10 BEF (gekoppeld aan het bruto minimumuurloon van de chauffeur van voertuigen van 7 ton tot minder dan 15 ton van het rijdend personeel in het goederenvervoer).
Deze bruto minimumuurlonen zijn gekoppeld aan het referte-indexcijfer 105,60 (basis 1998 = 100). HOOFDSTUK III. - Vergoeding voor overbruggingstijd
Art. 4.Voor ieder uur overbruggingstijd wordt een minimum forfaitaire vergoeding toegekend, met ingang van 1 juli 1999, vastgesteld op : - voor de categorie A : 264,35 BEF (84,73 pct. van het bruto minimumuurloon van de categorie A, voorzien bij artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst); - voor de categorie B : 277,40 BEF (86,93 pct. van het bruto minimumuurloon van de categorie B, voorzien bij artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst).
Art. 5.De vergoeding met betrekking tot een overbruggingsuur vallend op een zon- of feestdag is gelijk aan 150 pct. van het bedrag verschuldigd bij artikel 4 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 15 december 1999. § 2. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.
De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX