Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 2001
gepubliceerd op 28 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw inzake de eindejaarspremie

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012883
pub.
28/11/2001
prom.
18/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/18/2001012883/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw inzake de eindejaarspremie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw inzake de eindejaarspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1999, onder het nummer 53392/CO/144)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de landbouw en op de door hen tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters met uitzondering van het seizoens- of gelegenheidspersoneel bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters wordt ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw een eindejaarspremie toegekend voor zover zij gedurende het refertejaar prestaties in de sector hebben geleverd.

Art. 3.De eindejaarspremie bedraagt 6 pct. en wordt berekend op het brutoloon dat de betrokken arbeider of arbeidster in het refertejaar heeft verdiend.

Art. 4.Met "refertejaar" wordt de periode bedoeld lopende van 1 juli van het vorig jaar tot en met 30 juni van het jaar waarin de premie wordt uitbetaald.

Het eerste refertejaar is de periode lopende van 1 juli 1999 tot en met 30 juni 2000.

Art. 5.De eindejaarspremie wordt voor de eerste keer door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw uitbetaald in 2000.

De eindejaarspremie wordt aan de rechthebbenden uitbetaald in de maand december volgend op het refertejaar waarop de premie berekend wordt.

Art. 6.Aan de volgende personen wordt eveneens een eindejaarspremie uitbetaald volgens de modaliteiten bedoeld onder artikel 3 : - de arbeiders en arbeidsters die in de loop van het refertejaar met brugpensioen gegaan zijn of die in het refertejaar gepensioneerd zijn; - de rechtverkrijgenden van arbeiders en arbeidsters die in de loop van het refertejaar overleden zijn; - de arbeiders en arbeidsters van wie de arbeidsovereenkomst in de loop van het refertejaar door de werkgever werd beëindigd met een opzeggingstermijn of met een verbreking van de arbeidsovereenkomst en met uitbetaling van een verbrekingsvergoeding of van wie de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord werd beëindigd; - de arbeiders en arbeidsters verbonden met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur of voor een bepaald werk die een einde neemt in de loop van de referteperiode.

Art. 7.Hebben geen recht op de eindejaarspremie, de arbeiders en arbeidsters : - die in de loop van de referteperiode zelf ontslag nemen; - die in de loop van de referteperiode worden ontslagen omwille van dringende redenen.

Art. 8.De raad van beheer van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw regelt de praktische toepassingsmodaliteiten in verband met de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2000. Zij geldt voor een onbepaalde duur. Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven wordt verstuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de landbouw.

Art. 10.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot toekenning van een eindejaarspremie, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 28 augustus 1992.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^