gepubliceerd op 05 januari 2012
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de verhoging van het quotum overuren
18 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de verhoging van het quotum overuren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de verhoging van het quotum overuren.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 november 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de betonindustrie Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2011 Verhoging van het quotum overuren (Overeenkomst geregistreerd op 26 augustus 2011 onder het nummer 105353/CO/106.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren.
Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 2.De interne grens zoals vastgelegd in artikel 26bis, § 2bis, van de arbeidswet wordt verhoogd tot 130 uren per kalenderjaar.
Art. 3.De arbeider heeft een individuele keuze om af te zien van inhaalrust voor overuren gepresteerd in het kader van de artikelen 25 (buitengewone vermeerdering van werk) en 26, § 1, 3° (onvoorziene noodzakelijkheid) van de arbeidswet, voor maximum 130 uren per kalenderjaar.
De uren die niet worden ingehaald, zullen volledig worden uitbetaald in de maand waarin het overwerk wordt uitgevoerd.
De arbeider moet deze keuze hebben bekendgemaakt vooraleer de betaalperiode, tijdens welke de betreffende prestaties werden verricht, verstreken is.
De ondernemingen bepalen zelf op welke wijze de arbeiders hun keuze dienen bekend te maken bij de personeelsdienst of enige andere dienst die zou instaan voor de verwerking van de loongegevens.
Art. 4.De geldende informatie - en toelatingsprocedures van artikelen 25 en 26, § 1, 3° van de arbeidswet dienen minutieus te worden nageleefd.
De werkgever dient meer bepaald vooraf het akkoord van de vakbondsafvaardiging en de toelating van de bevoegde ambtenaar van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten krijgen, wanneer er overuren wegens een buitengewone vermeerdering van werk moeten worden gepresteerd.
Voor overuren gepresteerd in het kader van een onvoorziene noodzakelijkheid, is het voorafgaand akkoord van de vakbondsafvaardiging van de onderneming vereist, of indien men in de onmogelijkheid is om het akkoord te vragen, is de mededeling achteraf noodzakelijk.
De bevoegde ambtenaar van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten wordt in beide gevallen ingelicht.
Art. 5.Ten gevolge van deze wijziging inzake overuren, dient de onderneming waarvan de arbeiders overuren presteren, jaarlijks een rapport op te maken waarin minstens volgende gegevens worden opgenomen : - het totaal aantal gepresteerde overuren op jaarbasis; - het totaal aantal overuren dat werd uitbetaald; - het totaal aantal overuren dat werd ingehaald.
Art. 6.Dit rapport wordt overhandigd aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis van een ondernemingsraad aan de syndicale afvaardiging.
Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging moet het rapport door het personeel kunnen worden geraadpleegd. Het bericht met verwijzing naar de plaats waar dit rapport kan worden geraadpleegd, moet worden aangeplakt op een zichtbare en toegankelijke plaats.
De ondernemingen zonder ondernemingsraad of syndicale afvaardiging, sturen eveneens een kopie van dit jaarlijkse rapport ter informatie aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Art. 7.Bij onenigheid of moeilijkheden in de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal de geschillencommissie van de sector zich uitspreken nadat de meest gerede partij dit bij haar aanhangig maakte.
De geschillencommissie zal binnen de maand die volgt op deze vraag haar advies aan de werkgever en betrokken arbeiders of hun vertegenwoordigers mededelen.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2010 en treedt buiten werking op 1 juli 2013.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 2011.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET