Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2009
gepubliceerd op 11 maart 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012241
pub.
11/03/2010
prom.
18/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer 92244/CO/139)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de werkgever en de werklieden en werksters van de NV OSMA, Italiëlei 3 bus 2, 2000 Antwerpen voor wat haar activiteiten betreft in de achterhaven van Zeebrugge uitgesloten.

De bepalingen betreffende de arbeidsduur worden genomen in toepassing van de wet van 16 maart 1971, artikel 38ter, en de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 gesloten in de Nationale arbeidsraad betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.

Arbeidsduur en werksysteem

Art. 2.De bemanningsterkte van 3 personen per schip wordt gegarandeerd : kapitein, motorist, en stuurman of matroos.

De werknemersafgevaardigden kunnen ten allen tijde het actuele personeelsbestand opvragen.

De arbeidstijd, uitgezonderd de betaalde vakantie, wordt bepaald op 1 535,33 uren op jaarbasis wat een gemiddelde van 31,8930 uren per week betekent.

Het saldo van het kalenderjaar (boven de 1 535,33 uur) wordt betaald aan 100 pct (maatstaf RSZ = 1700,33).

De arbeid wordt op basis van 4 weken over een periode van 13 weken georganiseerd met dien verstande dat gedurende 7 kalenderdagen aan boord wordt verbleven (prestatiedagen) en een rustperiode aansluitend van 14 of 21 kalenderdagen is voorzien.

De prestatiedagen worden betaald aan 14 uur per dag. Deze 14 uur omvatten : - 12 uur arbeidstijd; - 1 uur betaalde beschikbaarheidstijd (13e uur); - 1 uur betaalde schafttijd (14e uur).

Er wordt 11 uur per dag rust voorzien waarvan een aaneengesloten rustperiode (aan boord) van 8 uur wordt gewaarborgd op een veilige ligplaats. In de mate van de technische mogelijkheden zal de werkgever walspanning voorzien.

Verloning werksysteem

Art. 3.De verloning in het werksysteem, 1 week prestatie en/of in principe 2 of 3 weken rust, wordt forfaitair bepaald op een bruto-voorschot. Het bruto-voorschot wordt bepaald door het verwacht jaarinkomen bij voltijdse effectieve prestaties te delen door 12.

Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de vergoeding voor de wettelijke en regionale feestdagen, de wettelijke gepresteerde feestdagen, overuren en sociaal abonnement.

De bestaande vergoedingen, zondagtoeslag, aflosvergoeding en systeemtoeslag zijn geïntegreerd in een lumpsum en niet per gebeuren eisbaar.

In de lumpsum is 1 uur voorzien als overdracht van de vertrekkende ploeg en zij zal deze tijd gebruiken om de overdracht en de checklist ordentelijk af te werken.

Overuren worden betaald, indien door uitzonderlijke omstandigheden meer dan 14 uren op één dag betaald moeten worden.

Indien er een effectieve prestatie wordt geleverd tijdens het 14e uur wordt een toeslag toegekend van 50 pct. en 100 pct. op zondagen en feestdagen.

De overuren worden betaald voor arbeid gepresteerd vanaf het 15e uur : - weekdagen : 150 pct.; - zon- en feestdagen: 200 pct. 1. Het gegarandeerde rustblok Het gegarandeerde rustblok mag alleen omwille van onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken worden.Alleen dringende omstandigheden kunnen het gegarandeerd rustblok doorbreken of verlaten In geval van dispuut hieromtrent, zal de syndicale afvaardiging worden geconsulteerd.

Indien het rustblok door onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken of verlaten wordt, zullen deze uren vergoed worden als overuren.

Deze gepresteerde uren worden eveneens terug als rust gegeven, bij voorkeur aansluitend aan het onderbroken rustblok en ten laatste aansluitend voor het volgende rustblok. Indien de inhaalrust echter niet zou kunnen gegeven worden, zal deze extra vergoed worden aan 100 pct. van het uurloon. Deze regel is uitzonderlijk en zal na overleg met de werkleider en mits akkoord van de kapitein van de sleepboot toegepast worden. Bij onderbreking van het rustblok geeft elk aangevangen uur recht op één volledig uur te compenseren rust. 2. In promotie varen Bij werknemers die gevraagd worden om in promotie te varen, zal er rekening gehouden worden met de rustblokken.De prestatie in promotie zal vergoed worden aan het loon en de lumpsum, vermeerderd met 1/7 per prestatiedag van het normale loon in eigen functie. 3. Varen tijdens uur van overgave van de sleepboot. Wanneer men nog vaart na het uur van de aflos dat bepaald is in de sector, zal het uur dat voorzien is voor de overgave van de sleepboot, vergoed worden als overwerk. Het uur van overgave van de sleepboot wordt dan ook achteruitgeschoven. 4. Rusttijd Naast de 8 uur ononderbroken rust, wordt er voorzien in een rusttijd van 3 uur waarvan het eerste uur wordt betaald.De planning van deze 3 uren rusttijd (betaald en onbetaald) gebeurt door de werkleiders en in overleg met de kapitein. De rusttijd wordt genomen met een volledig uur. 5. Aflos na 24 uur werken Wanneer een werknemer door omstandigheden 24 uren gewerkt heeft en om aflos vraagt, zal er een aflosser ingezet worden. De tijd der verplaatsing en acht uren rust zullen gerespecteerd worden. 6. Zomeruur en winteruur Aan de werknemers die bij de omschakeling van het winteruur naar het zomeruur in hun gepresteerde uren zijn, zal er één uur aan 100 pct. extra uitbetaald worden. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van acht uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

De werknemers die bij de omschakeling van het zomeruur naar het winteruur in hun gepresteerde uren zijn, zal het loon uitbetaald worden van een normale wacht. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van 8 uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

Basislonen

Art. 4.Voor de berekening van de indexverhogingen zijn vanaf 1 januari 1991, de volgende basislonen van kracht :

Kapitein

813,66 EUR

Capitaine

813,66 EUR

Stuurman

701,89 EUR

Timonier

701,89 EUR

Motorist

774,49 EUR

Motoriste

774,49 EUR

Assistent-motorist

675,06 EUR

Assistant-motoriste

675,06 EUR

1e matroos

655,98 EUR

1er matelot

655,98 EUR

2e matroos A

632,55 EUR

2e matelot A

632,55 EUR

Trainee

358,11 EUR

Stagiaire

358,11 EUR


Het referte-indexcijfer (gezondheidsindex op basis 2004) wordt ingedeeld in schijven van 0,79 punten en geeft aanleiding tot verhoging of verlaging, met 2,5 pct. van het basisloon berekend op 127,9442 uren, indien het referte-indexcijfer zich in een hogere of lagere schijf bevindt.

Referte-indexschijven

Indices de référence


Laagste grens

Hoogste grens

Limite inférieure

Limite supérieure

106,18

106,96

106,18

106,96

106,97

107,75

106,97

107,75

107,76

108,54

107,76

108,54

108,55

109,33

108,55

109,33

109,34

110,12

109,34

110,12

110,13

110,91

110,13

110,91

110,92

111,70

110,92

111,70

111,71

112,49

111,71

112,49

112,50

113,28

112,50

113,28

113,29

114,07

113,29

114,07

114,08

114,86

114,08

114,86

114,87

115,65

114,87

115,65

115,66

116,44

115,66

116,44

116,45

117,23

116,45

117,23

117,24

118,02

117,24

118,02

118,03

118,81

118,03

118,81

118,82

119,60

118,82

119,60

119,61

120,39

119,61

120,39

120,40

121,18

120,40

121,18

121,19

121,97

121,19

121,97

121,98

122,76

121,98

122,76


De reële lonen (100 pct.) worden bij verhoging of verlaging aangepast met de volgende bedragen :

Kapitein

18,78 EUR

Capitaine

18,78 EUR

Stuurman

16,20 EUR

Timonier

16,20 EUR

Motorist

17,87 EUR

Motoriste

17,87 EUR

Assistent-motorist

15,58 EUR

Assistant-motoriste

15,58 EUR

1e matroos

15,15 EUR

1er matelot

15,15 EUR

2e matroos A

14,60 EUR

2e matelot A

14,60 EUR

Trainee

8,26 EUR

Stagiaire

8,26 EUR


Reëel basismaandloon A. Reëel loon

Art. 5.De werkelijke lonen zijn berekend op 1 535,33 maal het uurloon en gedeeld door 12 maanden vanaf 1 april 2009 op basis indexcijfer 110,93-111,70.

Uurloon

Reëel loon

Salaire horaire

Salaire réel

Kapitein

20,7459 EUR

2 654,32 EUR

Capitaine

20,7459 EUR

2 654,32 EUR

Stuurman

17,8557 EUR

2 284,54 EUR

Timonier

17,8557 EUR

2 284,54 EUR

Motorist

19,7556 EUR

2 527,62 EUR

Motoriste

19,7556 EUR

2 527,62 EUR

Assistent-motorist

17,1508 EUR

2 194,38 EUR

Assistant-motoriste

17,1508 EUR

2 194,38 EUR

1e matroos

16,6553 EUR

2 130,96 EUR

1er matelot

16,6553 EUR

2 130,96 EUR

2e matroos A

16,0346 EUR

2 051,54 EUR

2e matelot A

16,0346 EUR

2 051,54 EUR

Trainee

9,1002 EUR

1 164,32 EUR

Stagiaire

9,1002 EUR

1 164,32 EUR


B. Lumpsum (aan de indexschijf 1 december 2008 op basis indexschijf 110,92 - 111,70.) De lumpsum omvat een forfait voor systeemtoeslag, aflosvergoeding en zondagtoeslag. De werkelijke lumpsum is berekend volgens de in artikel 7, A, D en E weergegeven berekening.

De volgende bedragen zijn vanaf 1 december 2008 van toepassing :

Kapitein

671,71 EUR

Capitaine

671,71 EUR

Stuurman

578,13 EUR

Timonier

578,13 EUR

Motorist

639,65 EUR

Motoriste

639,65 EUR

Assistent-motorist

555.31 EUR

Assistant-motoriste

555.31 EUR

1e matroos

539,25 EUR

1er matelot

539,25 EUR

2e matroos A

519,17 EUR

2e matelot A

519,17 EUR

Trainee

294,65 EUR

Stagiaire

294,65 EUR


Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de gepresteerde wettelijke feestdagen, overuren, en sociaal abonnement.

Bevordering en brevettenreglementering

Art. 6.Bij elke bevordering, zal voor de bevorderde werknemer de verplichting ontstaan om te varen in één lagere graad.

Kapitein > stuurman Stuurman > matroos Motorist > assistent-matroos De werknemer behoudt het loon van de hogere graad. Deze bepalingen gelden enkel voor de eerste drie jaren na ingangsdatum van de bevordering.

De werknemers die door de werkgever aangeworven worden in de functie van motorist, zullen over en door de werkgever vereiste opleiding en brevetten dienen te beschikken. Deze werknemers zullen als boventallig bemanningslid aan boord opleiding krijgen, zoals bepaald door de werkgever gedurende een bepaald aantal wachten en minimum betaald als trainee. Na deze opleiding zullen betrokken werknemers onmiddellijk inzetbaar zijn als motorist. De werknemers-matroos kunnen na het behalen van de in de ondernemingsraad reeds vastgestelde brevetten, en na evaluatie, de functie van stuurman bekomen.

Nieuwe bijkomende personeelsleden (boventallig aan boord) kunnen gedurende gans de periode aan boord als 4e man vergoed worden als trainee.

De overgang van 2e matroos naar 1ste matroos gebeurt na 1 jaar als 2e matroos (IBO-periodes uitgezonderd).

Vergoedingen A) Systeemvergoeding

Art. 7.Voor het arbeidssysteem in deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een toeslag van 10 pct. van het reëel maandloon betaald (lumpsum).

B) Regionale (Vlaamse feestdag) Voor de Vlaamse Feestdag van 11 juli wordt aan ieder werknemer bijkomend 8 uren uitbetaald bij het einde van de maand waarin deze feestdag valt.

C) Vergoeding voor wettelijke feestdagen Voor de volgende feestdagen zal er aan de werknemers 8 uren uitbetaald worden in de maand waarin de feestdag plaatsvindt : 1 januari, Pasen, 1 mei, O.L.H. Hemelvaart, Pinksteren, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.

D) Aflosvergoeding Het aantal aflosdagen op jaarbasis bedraagt 15,6667 maal het uurloon gedeeld door 12 maanden, is gelijk aan 1,3056 uur per maand (lumpsum).

E) Zondagtoeslag De volgende berekening wordt gehandhaafd voor de zondagtoeslag : 3,9167 zondagen van 14 uren op 13 weken is gelijk aan 15,6667 zondagen op jaarbasis, aan 14 uren per zondag per jaar gedeeld door 12 maanden, is 18,2778 per maand (lumpsum).

F) Verblijfsvergoeding Vanaf 1 januari 2006 zal er een verblijfsvergoeding worden toegekend als compensatie voor de tijd en kosten aan boord waarvoor er geen prestaties worden verricht. Deze vergoeding van 8 EUR zal voor elke periode van 24 uur aanwezigheid aan boord worden toegekend.

G) Arbeid op wettelijke feestdagen Op de wettelijke feestdagen, worden de werkelijke aanwezig geplande uren uitbetaald met de maandafrekening. 1. Voor de wettelijke feestdagen, met uitzondering van 11 juli zal er tijdens prestaties op deze dagen een supplement uitbetaald worden. Wanneer de wettelijke feestdag echter op een zondag valt zal maandag volgend op de feestdag beschouwd worden als een feestdag voor de berekening van de prestatie-uren. 2. Wanneer de werknemer niet aflost op een feestdag zal hij 14 prestatie-uren als supplement vergoed krijgen.3. Wanneer de werknemer wel aflost op een feestdag zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen 0 u 00 en aflos, min de geplande rust en/of het 15e en 16e uur "niet ingeroosterde rust" die in de periode tussen 0 u 00 en aflos worden genomen.4. Wanneer de werknemer opkomt op een feestdag zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen opkomst en 24 u 00, min de geplande rust en/of het 15e en 16e uur "niet ingeroosterde rust" die in de periode tussen 24 u.00 en aflos worden genomen. 5. Bij overstappen of promotievaren zal er altijd een supplement uitbetaald worden pro rata de functie en uren. H) Verplaatsingsvergoeding Alle werknemers die in aanmerking komen voor de wetgeving op het sociaal abonnement bekomen deze vastgestelde vergoeding, ongeacht of zij het abonnement kopen of niet.

Per week effectieve prestatie zal de tussenkomst bij het sociaal abonnement à rato van 1 weekabonnement worden uitgekeerd en berekend tot de aflospunten.

Wanneer werknemers zich verplaatsen met hun eigen wagen en dit op verzoek van de werkgever, wordt een vergoeding van 0,2771 EUR/km betaald. Deze vergoeding zal jaarlijks aangepast worden telkens in de maand juli beginnend op 1 juli 2005 (koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, gewijzigd in de Ministerraad van 9 juni 2005).

Wanneer een werknemer buiten zijn normale aflosdag moet opkomen of afgaan en met eigen vervoer is opgekomen, zal het vervoer naar zijn voertuig geregeld worden en ten laste vallen van de werkgever.

I) Logies - maaltijden De werkgever draagt zorg voor de volledige aanlevering van maaltijden, linnengoed en onderhoudsproducten. De organisatie loopt samen met de ploegwisseling.

Voor het beschikken over logies en maaltijden aan boord zal een bedrag van 2,48 EUR per effectief gepresteerde dag als voordeel in natura worden aangegeven per werknemer.

J) Vergoeding bij schipbreuk of scheepsongeval In geval van schipbreuk, brand aan boord of elk ander geval van overmacht, zal de werknemer schadeloos worden gesteld voor alle verlies van persoonlijk goed, behalve indien dat verlies voortvloeit uit een bedrog, zware fout of een nalatigheid van de werknemer.

K) Onkosten voor opleidingen Onkosten voortvloeiend uit de organisatie van de opleidingen tot het verkrijgen van de vereiste brevetten, vallen ten laste van de werkgever. Voor dezelfde opleiding kan de werkgever dit beperken tot twee keer deelname aan de cursus.

L) Vergoeding medisch onderzoek Wanneer de werknemer zich buiten de werkuren naar de externe dienst voor preventie en bescherming begeeft voor een persoonlijk medisch onderzoek zal er een vergoeding van 3 uren worden toegekend en de verplaatsingskosten.

M) Wasvergoeding Per gepresteerde dag waarvoor de werkgever niet voorziet in het onderhoud van de werkkledij zal er een wasvergoeding van 0,6197 EUR worden toegekend.

Eindejaarspremie

Art. 8.Er zal op het einde van elk jaar een eindejaarspremie worden toegekend, behalve in geval van ontslag om dringende redenen door de werkgever.

Om in aanmerking te komen moet men minstens 407 gewerkte uren (niet opeenvolgend) van het desbetreffende dienstjaar in dienst zijn geweest. Bij volledige prestaties gedurende het refertejaar bedraagt de eindejaarspremie 138,6250 uur.

De op rustgestelde arbeiders (pensioen) van het afgelopen jaar hebben recht op een pro rata premie.

In geval van overlijden van de werknemer wordt de volledige premie uitgekeerd aan de weduwe of de wettelijke erfgenamen.

Periodes van ziekte of arbeidsongeval worden voor een maximum van 12 maanden gelijkgesteld met tewerkstelling.

Wijze van berekening van de eindejaarspremie

Van 407 gewerkte uren tot 1 jaar dienst

60 p.c.

De 407 heures travaillées à 1 an de service

60 pct.

Van 1 jaar tot 2 jaar dienst :

70 p.c.

De 1 an à 2 ans de service:

70 pct.

Van 2 jaar tot 3 jaar dienst :

80 p.c.

De 2 ans à 3 ans de service:

80 pct.

Van 3 jaar tot 4 jaar dienst :

90 p.c.

De 3 ans à 4 ans de service:

90 pct.

Méér dan 4 jaar dienst :

100 p.c.

Plus de 4 ans de service:

100 pct.

De procenten worden berekend op basis van 138,6250 maal het uurloon van de maand december van het betreffende jaar, dit wil zeggen zonder toeslag van systeemtoeslag of andere premies die bij het loon kunnen gevoegd worden.

Overwerk is eveneens uitgezonderd.

De werknemers die op het ogenblik van de uitbetaling nog geen volledig jaar dienst hebben, bekomen deze premie pro rata temporis per volledige maand.

Wanneer een werknemer in vast dienstverband treedt, telt de diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde tijd voor de berekening van de anciënniteit.

Afscheidspremie

Art. 9.Bij het op (brug)pensioen gaan van de werknemer wordt hem een afscheidspremie betaald : Deze premie bedraagt : - 105 EUR indien minimum 1 en maximum 15 jaar anciënniteit; - 105 EUR + 35 EUR per jaar anciënniteit boven de 15 jaar met een maximum van 875 EUR. Onder dienstjaar wordt iedere periode van 12 maanden verstaan tussen de datum indiensttreding en datum van op pensioen gaan (koninklijk besluit van 28 november 1969 - artikel 19, § 2, 14).

Anciënniteitverlof

Art. 10.De werknemer kan jaarlijks voor 15 januari een keuze maken tussen opname van anciënniteitverlof of de uitbetaling ervan of een combinatie van beiden. Indien de werknemer kiest voor uitbetaling, dan zal deze premie betaald worden in de maand december. Indien de werknemer kiest voor opname, dan dient hij dit 7 dagen vooraf aan te vragen aan de coördinator van de haven.

De 10 pct. shiftvergoeding vervalt voor deze prestatiedag, ongeacht of deze anciënniteitwacht genomen wordt op een weekdag of zon- of feestdag. De zondagtoeslag wordt enkel toegekend indien deze anciënniteitwacht op zondag of feestdag valt. De aflosvergoeding is inbegrepen in bij de opname van anciënniteitverlof.

Wanneer de werknemer opteert voor de gehele of gedeeltelijke uitbetaling van het anciënniteitverlof, dan wordt dit berekend op basis van het in de maand december geldend uurloon, zonder enige toeslag, vermits deze reeds zijn toegekend op het ogenblik van prestatie.

De administratieve afhandeling zal dus als volgt gebeuren : - opname van een anciënniteitwacht op een weekdag : basisloon (13 uren) + lumpsum minus shiftvergoeding 10 pct.; - opname van een anciënniteitwacht op een zon- of feestdag : basisloon (13 uren) + lumpsum minus shiftvergoeding 10 pct. en op feestdagen 13 uren zondagtoeslag; - uitbetaling van een anciënniteitwacht in december : basisloon (13 uren).

Wanneer de werknemer in vast dienstverband treedt, telt de ononderbroken diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde tijd mee voor de berekening van de anciënniteit.

Het anciënniteitverlof bedraagt per vijf jaar één dag. De werknemers van de havensleepdiensten verkrijgen 13 uur per dag.

Vanaf 30 jaar dienst wordt één bijkomende dag toegekend.

Gewaarborgd week- en maandloon en verhoging plafond arbeidsongevallen

Art. 11.De werknemers hebben recht op gewaarborgd week- en maandloon zoals bepaald in de algemene wet op de Arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

Het gewaarborgd week- en maandloon wordt berekend op basis van het loon waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken indien hij normaal had gewerkt tijdens die periode.

De afwezigheid die aanleiding geeft tot gewaarborgd loon, wordt verondersteld te liggen tussen 00 u. 00 uur en 24 u. 00.

De periode van ziekte en arbeidsongeval gaat steeds in op de aanvangsdatum vermeld op het doktercertificaat.

In geval van arbeidsongeval genieten de werknemers de volwaardige toepassing van de wetgeving ter zake.

De werkgever garandeert boven de wettelijke verplichting, nog een supplementaire som van 1 239,47 EUR boven het plafond.

Jaarlijkse vakantie

Art. 12.Het wettelijk jaarlijks verlof voor de havensleepdiensten is in het werksysteem 4 weken werken over een periode van 13 weken ingeroosterd.

Klein verlet

Art. 13.De werknemers mogen voor de volgende gelegenheden afwezig zijn met behoud van loon.

Onder dagen wordt in dit kader verstaan : de prestatiedag betaald aan 14 uur per dag.

In al de sectoren zal één dag klein verlet ingaan van 08 u. 00 tot 08 u. 00. Gelegenheid en duurtijd. 1. Huwelijk van de werknemer. Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. 2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer : De dag zelf (burgerlijk of kerkelijk).3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, of schoonzuster van de werknemer : De dag van de plechtigheid zelf.4. Bevalling van de echtgenote van de werknemer.De geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming langs vaderszijde vaststaat (buiten huwelijk) : Tien dagen door de werknemer te kiezen te rekenen binnen de dertig dagen vanaf de dag van de bevalling. Enkel voor de eerste drie dagen heeft de werkgever de verplichting tot betaling van loon. De volgende zeven dagen zijn ten laste van het ziekenfonds. 5. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)te, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder van de werknemer : Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont : Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont : De dag van de begrafenis.8. Plechtige Communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote.Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote aan het Feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit georganiseerd wordt.

De dag van de gebeurtenis of activiteitsdag voorafgaand of onmiddellijk op de gebeurtenis volgend als deze met een zondag, een feestdag of een gewone niet-werkdag samenvalt. 9. Bijwonen van een bijeenkomst van de familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter : De nodige tijd met een maximum van één dag.10. Deelneming aan een jury, opgeroepen als getuige voor de rechtbank, of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank : De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.11. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : De nodige tijd.12. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopname bij de Parlements-, Provincieraads- en Gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. 13. Uitoefening van een ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij verkiezingen van het Europees Parlement : De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.14. Voor het afleggen van een examen tot het verkrijgen van één door de firma erkend brevet : Eén dag. Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 5 en 8 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettelijk of gewettigd kind.

Voor de nummers 6 en 7 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgenote van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.

Familiaal verlof

Art. 14.De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake het familiaal verlof. Er zal geen loon uitbetaald worden, maar deze dagen zijn gelijkgesteld voor Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Beroepsloopbaanonderbreking/tijdskrediet

Art. 15.De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake de beroepsloopbaanonderbreking en het "tijdskrediet" vanaf 1 januari 2002.

De duur van de schorsing bedraagt ten minste drie maanden en mag de termijn van één jaar niet overschrijden.

De werknemer moet de aanvraag indienen drie maanden voor de aanvangsdatum.

Rangverlaging

Art. 16.In geval van rangverlaging behoudt men zijn loon van de hogere functie gedurende het aantal maanden overeenkomend met het aantal jaren dienst in die functie, uitgezonderd indien men ingevolge de STCW 95-regeling verplicht wordt om in aan lagere rang te varen.

De eindejaarspremie zal pro rata uitbetaald worden volgens de uitgeoefende functie in het lopende jaar.

Aangepaste functie

Art. 17.Iedere werknemer die minstens 25 jaar dienst in de firma heeft en, om medische redenen niet langer geschikt is om zijn functie uit te oefenen, zal een aangepaste functie aangeboden krijgen overeenkomstig de regels van het ARAB (Codex voor welzijn). Ze behouden hun eindejaarspremie in de hoogste functie.

Werknemers die, ingevolge een ongeval opgelopen in dienst van de onderneming, hun functie niet meer kunnen uitoefenen, krijgen eveneens een andere werkgelegenheid aangeboden overeenkomstig de regels van het ARAB (Codex voor Welzijn) zonder dat ze daarom 25 jaar in dienst moeten zijn. Ze behouden eveneens de hoogste eindejaarspremie.

Hospitalisatievergoeding

Art. 18.De werkgever betaalt de premie van de werknemer voor de standaard-hospitalisatieverzekering.

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2009 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 22 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen die schepen assisteren op toegangswegen naar en van de havens die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juni 1972 op de havenarbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 april 2007, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 juni 2007.

Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzegtermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking op de derde werkdag na de datum van verzending.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^