gepubliceerd op 01 juli 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de lonen (1)
18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de lonen (slagers) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de lonen (slagers).
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 mei 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2007 Lonen (slagers) (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2007 onder het nummer 84937/CO/119) Préambule De sociale partners van de sector stellen dat het stelsel van de jongerenbarema's, voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, een verderzetting is van een bestaand systeem.
Ze komen overeen het voor twee jaar te verlengen en om vóór 31 december 2008 te onderzoeken of deze regeling conform is met de Richtlijn 2000/78/EG en om desgevallend een oplossing uit te werken.
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing : 1) op de arbeiders die technische slagerij-, spekslagerij en penserijfuncties uitoefenen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren met uitzondering van de leerlingen wier leerovereenkomst door het Ministerie van Middenstand gehomologeerd is;2) op de werkgevers die de in 1) bedoelde arbeiders tewerkstellen. Zij is niet van toepassing op de andere arbeiders van deze ondernemingen voor wie de algemene loonsovereenkomsten van dit paritair comité blijven gelden. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Art. 2.§ 1. De minimumuurlonen der arbeiders worden volgens hun leeftijd en hun jaren praktijk in het vak vastgesteld. § 2. Op 1 september 2007 worden de werkelijke lonen van de arbeiders verhoogd met 0,6 pct.
Vanaf 1 september 2007 zullen zij als volgt zijn vastgesteld (verhoging inbegrepen) : - in de ondernemingen die 50 werknemers of meer tewerkstellen : Arbeidsregeling van 38 uur per week : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - in de ondernemingen die 10 tot 49 werknemers tewerkstellen : Arbeidsregeling van 38 uur per week : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - in de ondernemingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen : Arbeidsregeling van 38 uur per week : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De in § 1 vastgestelde minimumuurlonen evenals de werkelijk betaalde uurlonen worden op 1 september 2008 verhoogd met een percentage, vastgelegd in het Paritair Comité voor de arbeiders van de handel in voedingswaren vóór 15 mei 2008. Het paritair comité zal deze verhoging vaststellen door de in het akkoord voor de jaren 2007 en 2008 van 13 juli 2007 overeengekomen verhoging, verhoogd met 100, zijnde 105, te delen door 100 verhoogd met de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2007 en 2008.
Art. 3.De in artikel 2 vastgestelde minimumuurlonen omvatten alle premies en conventionele voordelen, uitgezonderde de premies voorzien in nationale overeenkomsten.
Art. 4.Voor de toepassing van artikel 2 worden als jaren praktijk beschouwd : a) de jaren dienst in een technische slagerij-, spekslagerij- of penserijfunctie, gerealiseerd in één of meerdere ondernemingen;b) de jaren vakopleiding onder een door het ministerie van Middenstand gehomologeerde overeenkomst;c) de twee derden van de studiejaren in een dagberoepsschool of centrum voor deeltijds onderwijs, minimum halftijds, door een getuigschrift bevestigd;d) de helft van de studiejaren in een avond- of zondagberoepsschool, door een getuigschrift bevestigd.
Art. 5.De minimumuurlonen van de arbeiders die minder dan 21 jaar oud zijn worden vastgesteld op de volgende percentages van de bedragen der minimumuurlonen van de werklieden en werksters van 21 jaar : 20 jaar : 97,5 pct.; 19 jaar : 92,5 pct.; 18 jaar : 85 pct.; 17 jaar : 77,5 pct.; 16 jaar : 70 pct.; 15 jaar : 70 pct.
Art. 6.De bij artikel 2, § 2 vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2002 van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve overeenkomst van 30 september 2005 tot vaststelling van de lonen. Ze treedt in werking op 1 april 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2009.
Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden ervan op de hoogte brengt.
Opmerkingen De waarborgen voor sociale en loonsvrede zijn toepasselijk op deze overeenkomst gedurende haar ganse geldigheidsduur overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 1966 die het begrip sociale vrede bepaalt en het protocolakkoord van 13 juli 2007.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET