gepubliceerd op 10 juli 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de barema's van toepassing in de sector
18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de barema's van toepassing in de sector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de barema's van toepassing in de sector.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 mei 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 Barema's van toepassing in de sector (Overeenkomst geregistreerd op 16 oktober 2007 onder het nummer 85217/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden, arbeiders en dienstboden. HOOFDSTUK II. - Principe
Art. 2.§ 1. De ondertekenende partijen stellen vast dat de van toepassing zijnde loonbarema's in Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden een onderscheid maken in functie van de leeftijd van de werknemer. § 2. De zorg om aan de werknemers een conventioneel systeem te bieden tot correcte, evenwichtige en niet discriminerende verloning is steeds een aandachtspunt geweest van zowel de representatieve werkgevers- als werknemersorganisaties. § 3. Het momenteel van toepassing zijnde systeem voor de werknemers ressorterend onder het paritair comité voldoet volgens de ondertekenaars aan die eerdere voorwaarden. Daarom ook werd het in het verleden geregeld aangepast. De partijen houden eraan te onderlijnen dat dit besluit en deze verlenging dient bekeken te worden in het kader van de uitoefening van wettelijke vertegenwoordigingsopdracht van de werkgevers en hun werknemers, zoals bepaald in het algemeen kader van het Belgisch overleg en meer bepaald door de wet van 5 december 1968 en dat het huidige systeem dus reeds gedurende lange tijd zijn deugdelijkheid heeft bewezen op basis van een brede consensus tussen de direct betrokkenen. § 4. De ondertekenende partijen stellen evenwel vast dat de Europese Richtlijn 2007/78/CE een aantal nieuwe eisen stelt op het terrein van de non-discriminatie, daarin ondersteund door recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap. § 5. Ze komen overeen een nieuw conventioneel verloningssysteem te onderzoeken, van toepassing in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, dat beantwoordt aan deze nieuwe eisen om er alle wijzigingen in aan te brengen die noodzakelijk zijn om het conform deze nieuwe eisen te maken. § 6. In ieder geval stellen de partijen vast dat het onmogelijk is om alle noodzakelijke bepalingen te onderzoeken en aan te passen binnen de huidige termijn tot het afsluiten van de sectorale overeenkomst. Ze menen meer bepaald dat indien deze maatregelen niet onderworpen worden aan een grondig onderzoek, het risico bestaat dat : - onvoldoende aandacht wordt besteed aan de rechten van de werknemers en hun legitieme verwachtingen in functie van hun contractuele en conventionele situatie; - nieuwe situaties ontstaan die op hun beurt in tegenspraak zijn met de Richtlijn 2007/78/CE, of met de Belgische bepalingen terzake en de eigen wetgeving. § 7. De partijen menen dat, ondanks de huidige verloningssystemen in het Paritair comité, het mogelijk is dat er ook andere overtredingen inzake verloning zijn van de Richtlijn 2007/78/CE, meer bepaald wat betreft de jongeren. Ze zijn overtuigd dat de aanpassingen aan de nieuwe eisen terzake en de wijziging van barema's niet kan zonder ook hiermee rekening te houden. § 8. Tot slot verklaren de partijen zich eveneens bezorgd over het behoud van de sociale vrede door niet op een plotse wijze een einde te stellen aan de bestaande consensus omtrent het actuele verloningssysteem. § 9. Ze menen dat de bestaande systemen moeten zijn aangepast ten laatste in 2009. § 10. Voor de periode 2007-2008 wordt het geldende verloningssysteem in deze overeenkomst vastgelegd. HOOFDSTUK III. - Bepalingen inzake de lonen Afdeling I. - Barema's van bedienden
Art. 3.§ 1. De minimum maandlonen van groep 1 "Bedienden" zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, toepasselijk sinds 1 juli 2006, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Voor bovenstaande functiecategorieën 1 tot en met 4 zijn respectievelijk 19, 21, 23 en 25 jaar als aanvangsleeftijden voorzien. § 3. De minimum loonschalen moeten worden aanzien als geldend voor het gebruik van één taal. Wanneer voor het uitoefenen van een functie de kennis of het gebruik van meer dan één taal wordt vereist dan is dit op zichzelf geen reden om naar een hogere categorie op te schuiven wanneer de aard van de functie er niet door verandert; wel past het er rekening mee te houden bij het vaststellen van het loon. § 4. Voor bedienden die na de normale aanvangsleeftijd in dienst treden, mag het minimumloon voor de normale aanvangsleeftijd van de categorie toegepast worden. Evenwel moet het minimumloon volgens de leeftijd en categorie progressief bereikt worden ten laatste 1 jaar na de indiensttreding. Daartoe wordt het aanvangsloon na 6 maanden dienst verhoogd met 50 pct. van het verschil tussen aanvangsloon en loon volgens leeftijd en categorie.
Voor bedienden van 50 jaar en meer op het moment van de aanwerving mag ook het minimumloon voor de normale aanvangsleeftijd van de categorie toegepast worden. Evenwel moet het hoogste loon van de categorie progressief bereikt worden ten laatste 4 jaar na de indiensttreding.
Daartoe wordt het aanvangsloon ieder jaar verhoogd met 25 pct. van het verschil tussen aanvangsloon en het hoogste minimumloon van de categorie. § 5. Voor vastgoedbeheerders die eventueel ook bemiddelen bij de verkoop of verhuring van vastgoed, en daarbij hun commerciële medewerkers vergoeden op basis van verworven commissies, zijn navolgende loonschalen niet van toepassing. Ze worden bepaald in onderling overleg en vermeld op de individuele arbeidsovereenkomst.
Niettemin zullen volgende minima in acht genomen worden : - Gedurende de proeftijd : minstens wedde voor normale aanvangsleeftijd van categorie 1.1; - Na de proeftijd : - minder dan 25 jaar : schaalminima van categorie 3 volgens leeftijd; - vanaf 25 jaar : schaalminima van categorie 4 volgens leeftijd.
Het minimumloon wordt maandelijks als voorschot op het eventueel commissieloon betaald; de eindafrekening gebeurt minimaal per einde van elk jaar. Afdeling II. - Barema's van de arbeiders
Art. 4.De minimum uurlonen en maandlonen van groep 2 "Arbeiders" zoals bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, toepasselijk sinds 1 juli 2006, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling III. - Barema's van de conciërges
Art. 5.§ 1. De minimum lonen van groep 3 "Conciërges" zoals bepaald in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, toepasselijk sinds 1 juli 2006, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur : a. voor de conciërges met een arbeidsovereenkomst voor werklieden wordt verwezen naar de barema's categorie 1 tot en met 3 - arbeiders zoals hernomen in § 1 van artikel 4 hierboven.Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor de weddeschalen 1, 2 of 3, eventuele voordelen in natura inbegrepen; b. voor de conciërges met een arbeidsovereenkomst voor bedienden wordt verwezen : - vóór 19 jaar : naar het gemiddeld minimum maandinkomen dat overeenstemt met de barema's categorie 1 - arbeiders (per maand) zoals hernomen in artikel 4 hierboven; - vanaf 19 jaar : naar de barema's categorie 1 - bedienden zoals hernomen in artikel 3 hierboven. Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor een andere weddeschaal, eventuele voordelen in natura inbegrepen. Afdeling IV. - Barema's van de dienstboden
Art. 6.De minimum lonen van groep 4 "Dienstboden" zoals bepaald in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, toepasselijk sinds 1 april 2007 (overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst 43nonies van de Nationale Arbeidsraad van 30 maart 2007, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen), zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor de weddeschalen 1, 2 of 3, eventuele voordelen in natura inbegrepen.
Art. 7.De lonen en wedden bedoeld in de artikelen 3 tot 6 van onderhavige overeenkomst worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks door het Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie wordt vastgesteld en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Zij variëren conform de geldende bepalingen voor lonen en wedden van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden. HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 oktober 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET