gepubliceerd op 02 augustus 2001
Koninklijk besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd
18 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, inzonderheid op artikel 2, § 1;
Gelet op het advies van het Nationaal Paritair Comité voor de sport;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de werkgevers en de sportbeoefenaars die zij tewerkstellen onverwijld op de hoogte moeten kunnen zijn van het minimumbedrag, voor de periode van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2002, dat een sportbeoefenaar moet verdienen om onderworpen te zijn aan de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het in artikel 2, § 1, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars bedoelde loonbedrag wordt voor de periode van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2002 bepaald op 7 260 euro.
Voor de periode van 1 juli 2001 tot en met 31 december 2001 geldt in plaats van het bedrag van « 7 260 euro », vermeld in het vorig lid, het bedrag van « 292 868 frank ».
Art. 2.Het koninklijk besluit van 14 maart 2001 tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.
Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 februari 1978, Belgisch Staatsblad van 9 maart 1978.