Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juli 1997
gepubliceerd op 01 januari 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de arbeidsduur

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012548
pub.
01/01/1998
prom.
18/07/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de arbeidsduur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1995 betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld in de internaten van het gesubsidieerd vrij onderwijs die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesusbsidieerd vrij onderwijs;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de arbeidsduur

Art. 2.De Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995 Arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 30 mei 1995 onder het nummer 37975/CO/225)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de internaten van het gesubsidieerd vrij onderwijs die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

Met werknemers worden bedoeld : de mannelijke en vrouwelijke bedienden met name de studiemeesters-opvoerders in het internaat.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten aansluitend bij het koninklijk besluit van 18 januari 1995 betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld in de internaten van het gesubsidieerd vrij onderwijs die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen minimumregelingen vast. Aan de partijen bedoeld onder artikel 1 wordt de vrijheid gelaten om gunstiger voorwaarden overeen te komen. De bepalingen van deze collectieve arbeidsvoereenkomst mogen geen afbreuk doen aan gunstiger voorwaarden daar waar zij bestaan.

Art. 4.De normale arbeidsduur bedraagt gemiddeld 7 uur 12 minuten per dag en 36 uur per week.

Art. 5.De gemiddelde normale wekelijkse arbeidsduur moet geëerbiedigd worden over een periode van één jaar die begint op 1 september en eindigt op 31 augustus. Voor een voltijdse opdracht bedraagt het totaal aantal arbeidsuren dat over het jaar moet bereikt worden 52 x 36 uur = 1 872 uur. Dit aantal wordt verminderd met 7 uur 12 minuten per dag voor het jaarlijks vakantieverlof, voor de wettelijke feestdagen en voor het kort verzuim waarop elk personeelslid recht heeft.

Art. 6.De individuele uurrooster van het personeelslid moet ingepast worden in het kader van de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van voormeld koninklijk besluit van 18 januari 1995 en van de artikelen 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Afwijkingen op het principe van de 5-dagenweek en de daaraan gekoppelde dagelijkse grens van 9 uren, dienen in het arbeidsreglement te worden opgenomen.

Art. 8.Elke oproep van de studiemeester-opvoeder betreft een arbeidstijd van tenminste één uur. De aanwezigheidsuren van de studiemeester-opvoeder in het internaat tussen het slapengaan en het opstaan van de internen, de zogeheten "slapende waak", tellen voor drie arbeidsuren waarvan 1 uur behoort tot de vorige dag en 2 uur tot de volgende dag.

Art. 9.In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst moeten de verworven compensatierustdagen ingevolge het overschrijden van de 36-urenweek opgenomen worden voor het einde van de overeenkomst.

Indien het door omstandigheden niet mogelijk is het geheel of een gedeelte van deze compensatierustdagen binnen deze tijdspanne op te nemen, dan worden zij bij het beëindigen van de overeenkomst bezoldigd.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 3 februari 1995 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comié voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^