Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 januari 2007
gepubliceerd op 23 februari 2007

Koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van personen die tewerkgesteld zijn binnen de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private Veiligheid, en die rechtstreeks toegang hebben tot de gegevens die opgenomen zijn in het centraal strafregister

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000156
pub.
23/02/2007
prom.
18/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/18/2007000156/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van personen die tewerkgesteld zijn binnen de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private Veiligheid, en die rechtstreeks toegang hebben tot de gegevens die opgenomen zijn in het centraal strafregister


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001, 25 april 2004, 7 mei 2004, 27 december 2004, 2 september 2005, 8 juni en 27 december 2006, inzonderheid op de artikelen 5, 6, 7, 8, § 3;

Gelet op het advies nr. 01/2006 van de Commissie ter bescherming van het privé-leven afgegeven op 18 januari 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 6 juni 2006;

Gelet op het overleg van de Ministerraad van 21 september 2006;

Gelet op het advies 41.465/2 van de Raad van State, gegeven op 13 november 2006, overeenkomstig artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In toepassing van het artikel 7, § 3, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gewijzigd door de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001, 25 april 2004, 7 mei 2004, 27 december 2004, 2 september 2005, 8 juni en 27 december 2006, worden de beëdigde ambtenaren en agenten, die tewerkgesteld zijn binnen de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private Veiligheid, die belast zijn met de controle op de naleving van de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, 1° en 8° en in artikel 6, eerste lid, 1° en 8° van de voornoemde wet van 10 april 1990, aangeduid om rechtstreeks en kosteloos toegang te hebben tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens onder de voorwaarden van dit besluit.

Art. 2.De Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken duidt schriftelijk bij naam de leden aan van de Directie Private Veiligheid die het recht hebben om mededelingen te ontvangen en toegang te hebben tot die informatie omwille van de functies die zij uitoefenen en hun behoefte om die informatie te kennen.

Hij wijst eveneens binnen de Directie Private Veiligheid de ambtenaar of agent aan die moet nagaan of de raadpleging van het centraal strafregister door de aangewezen personen, zich beperkt tot de gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle van de naleving van de artikelen 5, eerste lid, 1° en 8° en 6, eerste lid, 1° en 8° van de voornoemde wet van 10 april 1990.

De in het eerste lid bedoelde personen verbinden er zich schriftelijk toe te waken over de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens waartoe zij toegang hebben.

Art. 3.De lijst met de overeenkomstig artikel 2 van dit besluit aangewezen personen, met vermelding van hun titel en functie, wordt jaarlijks opgemaakt en overgemaakt aan de Dienst Centraal Strafregister. Ze wordt voortdurend bijgewerkt en overgezonden aan de genoemde dienst. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan deze lijst evenals de eventuele wijzigingen aanvragen bij de Dienst Centraal Strafregister.

Art. 4.De aangeduide personen zullen een individuele toegangscode ontvangen.

Art. 5.De mededeling van de informatie bedoeld in onderhavig besluit gebeurt door een geautomatiseerde verbinding naar het centraal strafregister.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^