Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 december 2000
gepubliceerd op 02 februari 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de betaling van de carensdagen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012948
pub.
02/02/2001
prom.
18/12/2000
ELI
eli/besluit/2000/12/18/2000012948/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de betaling van de carensdagen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de betaling van de carensdagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister Van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997 Betaling van de carensdagen (Overeenkomst geregistreerd op 4 november 1997 onder het nummer 45829/CO/112) In uitvoering van artikel 7.1. van het nationaal akkoord 1997-1998 van 13 mei 1997. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Carensdag

Art. 2.§ 1. In de loop van het jaar 1997 vanaf 1 juli 1997 is de werkgever gehouden tot betaling van de eerste twee carensdagen bedoeld bij artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 en de volgende eraan aangebrachte wijzigingen betreffende de arbeidsovereenkomsten, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid. § 2. In de loop van het jaar 1998 is de werkgever gehouden tot betaling van de eerste twee carensdagen bedoeld bij artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 en de volgende eraan aangebrachte wijzigingen betreffende de arbeidsovereenkomsten, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid. § 3. In de loop van het jaar 1999 is de werkgever gehouden tot betaling van de eerste twee carensdagen bedoeld bij artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 en de volgende eraan aangebrachte wijzigingen betreffende de arbeidsovereenkomsten, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

Voor 1999 zullen slechts de eerste twee carensdagen voor 1 juli 1999 in aanmerking worden genomen.

Art. 3.Onverminderd de toepassing van artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt aan de werklieden elke carensdag, zoals bepaald in artikel 52, § 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, betaald, in zover de arbeidsongeschiktheid ten minste zeven kalenderdagen duurt. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig vanaf 1 juli 1997 tot en met 30 juni 1999, behalve artikel 3, dat geldt voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 december 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^