gepubliceerd op 27 augustus 2010
Koninklijk besluit houdende vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor afgifte van oorsprongscertificaten
18 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor afgifte van oorsprongscertificaten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 283 van 30 maart 1936, houdende reglementering van de afgifte van oorsprongsattesten gewijzigd bij de wet van 23 juli 1955, de artikelen 2 en 7;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 maart 2010;
Gelet op het advies 47.122/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 september 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat bovengenoemd koninklijk besluit van 30 maart1936 bepaalt dat voor het verkrijgen van een oorsprongsattest een vergoeding betaald moet worden waarvan het bedrag vastgesteld wordt door de Koning;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 15 juni 1976 houdende vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor de afgifte van oorsprongcertificaten opgeheven werd door het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
Overwegende dat, om de continuïteit van de diensten te garanderen zonder afbreuk te doen aan de verworven rechten, de wettelijke grondslag geregeld dient te worden voor het bedrag van de vergoeding die sinds 2006 geïnd wordt;
Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Besluit :
Artikel 1.De afgifte van oorsprongsattesten door instellingen aangeduid conform artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 283 van 30 maart 1936 houdende reglementering van de afgifte van oorsprongsattesten, geeft aanleiding tot het innen van een retributie waarvan het bedrag 10 euro per attest bedraagt. Bovendien zal 1,50 euro worden geïnd voor elk duplicaat.
Art. 2.Deze vergoeding wordt jaarlijks op 31 januari aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen volgens de formule : Afgerond op 2 cijfers na de komma, met Vt = Vo x It/109,67 t = jaar Vt = vergoeding in het jaar t Vo = de vergoeding zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit I = het indexcijfer der consumptieprijzen van de maand december van het jaar t-1 Het geïndexeerde bedrag wordt jaarlijks bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 3.Op 1 februari 2006 was de verschuldigde retributie 10,85 euro per attest en 1,63 euro voor elk duplicaat.
Op 1 februari 2007 was de verschuldigde retributie 11,02 euro per attest en 1,65 euro voor elk duplicaat.
Op 1 februari 2008 was de verschuldigde retributie 11,36 euro per attest en 1,70 euro's voor elk duplicaat.
Op 1 februari 2009 was de verschuldigde retributie 11,66 euro per attest en 1,75 euro voor elk duplicaat.
Op 1 februari 2010 was de verschuldigde retributie 11,69 euro per attest en 1,75 euro voor elk duplicaat.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2006.
Art. 5.De Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 augustus 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE