gepubliceerd op 20 oktober 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende de vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden
17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende de vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende de vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 september 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999 Vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52823/CO/203) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de mannelijke en vrouwelijke bedienden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven. HOOFDSTUK II. - Classificatie van het personeel
Art. 2.A. Administratief personeel : Eerste categorie : aanvangsleeftijd 21 jaar.
Definitie : impliceert de noodzaak om voldoende kennis te hebben teneinde functies van intellectuele aard van het laagste niveau te kunnen uitoefenen.
Voorbeelden : - huisbewaarder-deurwachter, bureaubode, deurwachter, telefonist met enkelvoudige telefoonpost, hulpmagazijnier die onder het toezicht staat van een magazijnier.
Tweede categorie : aanvangsleeftijd van 21 jaar.
Definitie : impliceert de noodzaak om voldoende kennis te hebben verworven ten einde gewone en weinig verscheiden werkzaamheden te kunnen uitvoeren die echter een bepaalde verantwoordelijkheid met zich brengen.
Voorbeelden : - perforateur, verificateur, hulpoperator op statistiekmachines, mechanograaf bedreven in het werk op Elliot-Fischer, Burroughs en dergelijke machines met volledig klavier, ervaren operator, bediende die gewone facturen opmaakt zonder verantwoordelijk te zijn voor speciale clausules, ervaren typist die het werk goed weet te schikken en een correcte spelling heeft, beginneling steno-typist, magazijnier, hulpbediende bij de sociale dienst (lonen en sociale wetten), telefonist die een functie uitoefent die de volle werktijd in beslag neemt.
Derde categorie : aanvangsleeftijd 23 jaar.
Definitie : impliceert de noodzaak van een vorming zoals die welke wordt verkregen door middelbare studies van de lagere graad en voldoende kennis om afwisselend werk uit te voeren dat persoonlijkheid, zin voor initiatief en een bepaalde zin voor verantwoordelijkheid vergt.
Voorbeelden : - Tweetalige vertaler van courante teksten, hulpboekhouder voor de centralisatie (bijhouden van de hulpjournalen en van de bijzondere rekeningen), de bedienden van de boekhouding, lonen, facturen, kostprijzen, ervaren magazijnier die de kaartenbak en de cardex moet bijhouden en toezicht moet uitoefenen op de kwantiteit, de kwaliteit, de waarde, de voorraad goederen, de reserve en de opslagplaats, ervaren mechanograaf die bedreven is in het werk met de machines en goede noties van boekhouding bezit, ervaren steno-typist die bekwaam is tot 100 woorden per minuut in steno op te nemen en 40 woorden per minuut op de machine te schrijven, met correcte schikking van het werk, operator op statistiek-machines.
Vierde categorie : aanvangsleeftijd 23 jaar.
Definitie : impliceert een vorming zoals die welke wordt verkregen door middelbare studies van de hogere graad en bovendien de geschiktheid om een werk uit te voeren dat soms delicaat is en zowel een bepaalde praktische ervaring als een sterke persoonlijkheid vergt.
Voorbeelden : - boekhouder die ermee belast is alle verrichtingen boekhoudkundig vast te leggen, samen te brengen en te ordenen om er de algemene balansen van op te maken, welke de voorzieningen, de balans en de resultaatrekeningen voorafgaan, bediende die verantwoordelijk is voor de toepassing van alle regelingen op het gebied van de lonen en/of de sociale wetten, hoofdkassier, correspondent in buitenlandse talen, ervaren mechanograaf die in staat is schakelborden te installeren en ze te wijzigen, bediende die verantwoordelijk is voor de dienst aankopen.
Vijfde categorie : aanvangsleeftijd 30 jaar.
Definitie : impliceert de intellectuele vorming zoals die welke wordt verkregen door studies van de hogere middelbare graad of hogere technische studies of universitaire studies en een grotere geschiktheid dan voor de vierde categorie.
Voorbeelden : - personeelschef, secretaris-generaal, analyst-mechanograaf, hoofdboekhouder.
Algemene opmerking : Kennis en gebruik van verschillende talen : de in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minima gelden voor het gebruik van één enkele taal.
Het feit dat de kennis of het gebruik van meer dan één taal wordt vereist bij de uitoefening van een functie verantwoordt niet de overgang naar een hogere categorie wanneer de aard van de functie zelf niet wordt gewijzigd, maar er moet rekening gehouden worden met de vaststelling van het loon.
B. Technisch en meesterpersoneel : Eerste categorie : aanvangsleeftijd 21 jaar.
Definitie : bediende met een minimum aan intellectuele vorming en beroepsopleiding die van technische of praktische aard is, zodat hij geschikt is om een technische functie uit te oefenen.
Voorbeelden : - leerling-profileur, kipper, bediende-beginneling.
Tweede categorie : aanvangsleeftijd 21 jaar.
Definitie : impliceert de noodzaak om voldoende kennis te hebben verworven ten einde gewone en weinig verscheiden werkzaamheden te kunnen uitvoeren, die echter een bepaalde verantwoordelijkheid met zich brengen.
Voorbeelden : - bediende bij de zagerij, profileur, bediende bij de dienst boordstenen en bouwstenen.
Derde categorie A : aanvangsleeftijd 23 jaar.
Definitie : impliceert de noodzaak van een vorming zoals die welke wordt verkregen door middelbare studies van de lagere of technische graad (A3 of B2) en voldoende kennis om afwisselend werk uit te voeren dat persoonlijkheid, zin voor initiatief, de gave om leiding te geven en zin voor verantwoordelijkheid vergt.
Voorbeelden : - bediende voor het debiet van het bruto en/of voor het zagen, bediende bij de extractie, bediende die zich bezig houdt met verschillende werkzaamheden (beweging en tractie), bediende bij het atelier van de herstellingen (mechanische of elektrische), uitvoerend tekenaar onder toezicht, zagerijchef, hulpbediende in de marmerhouwerij.
Derde categorie B : Definitie : impliceert dezelfde criteria als voor A3 of B2, maar met een meer gevorderde kennis en technische studies, zin voor organisatie en de kunst om vlug op te treden in dringende gevallen.
Voorbeelden : - chef van de extractie, chef van de marmerhouwerij, chef van het atelier voor het mechanisch debiteren, dienstchef voor de verkoop van produkten van de zagerij, gewoon toestelmonteur, chef van het atelier voor de herstellingen (mechanische en elektrische).
Vierde categorie : aanvangsleeftijd 30 jaar.
Definitie : impliceert een intellectuele vorming die overeenstemt met die welke wordt verkregen door de middelbare studies van de hogere graad, zowel in het traditioneel als in het technisch onderwijs (A2), en bovendien de geschiktheid om een werk uit te voeren dat een grote beroepsgeschiktheid vergt.
Voorbeelden : - vertegenwoordiger-technicus, chef-toestelmonteur, met name die verantwoordelijk is voor een groep toestelmonteurs, toestelmonteur die verantwoordelijk is voor de studies en de bestekken.
Vijfde categorie : Definitie : impliceert een intellectuele vorming zoals die welke wordt verkregen door tenminste studies van de hogere graad, hogere technische studies of universitaire studies met een grotere geschiktheid dan voor de vierde categorie.
Voorbeelden : - directeur, werfleider.
Art. 3.Een paritair werkgroep zal ten laatste voor 31 december 1999 een nieuwe beroepenklassificatie opstellen. HOOFDSTUK III. - Weddeschalen
Art. 4.A. Bedienden van tenminste 21 jaar oud.
Op 1 januari 1999, worden de effectieve lonen met 2 000 BEF verhoogd.
Op 1 januari 2000, worden de sectorale weddeschalen met 2 pct. verhoogd.
Aanvangsminima van de categorieën : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C. Cumulatie van functies
Art. 6.De bedienden die in een onderneming in dienst worden genomen om verschillende functies uit te oefenen, worden betaald volgens de best betaalde functie.
De voorwaarden waaronder zij in dienst worden genomen moeten worden gepreciseerd bij de indiensttreding.
D. Verplaatsingsvergoeding
Art. 7.Er wordt aan alle bedienden een forfaitaire jaarlijkse verplaatsingsvergoeding van 5 000 BEF toegekend.
E. Weddeschaalprogrammatie
Art. 8.Zowel voor het administratief personeel als voor het technisch personeel verschillen de in B opgenomen minima volgens de leeftijd van de betrokkenen bij elke jaarlijkse verhoging zoals is vermeld in de paragraaf betreffende de weddeschalen.
F. Ploegenpremie
Art. 9.Er wordt een premie van 420 BEF bruto toegekend per volledige week ploegenarbeid.
Deze premie wordt samen met de maandwedde uitbetaald. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 10.De bij artikel 3 vastgestelde barema's worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Zij staan tegenover het referteïndexcijfer 103,30.
Art. 11.Het referteïndexcijfer 103,30 is de spil van de stabilisatieschijf waarvan 102,27 de laagste grens en 104,33 de hoogste grens is.
Elke volgende stabilisatieschijf wordt bekomen door de cijfers van de voorgaande schijf te verhogen met 1 pct.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De barema's bedoeld in artikel 3 worden verlaagd of verhoogd met 1 pct. wanneer het indexcijfer de laagste of hoogste grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf heeft bereikt.
Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere eenheid. Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen.
Art. 12.De verhogingen en verlagingen ingevolge de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op deze waarop het indexcijfer dat de verhoging of verlaging van de lonen bedoeld in artikel 10 veroorzaakt, betrekking heeft. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie
Art. 13.Op het einde van het jaar wordt er een premie van 100 pct. vanaf 1992 van de regelingswedde van de laatste maand van het jaar toegekend aan alle bedienden die deel uitmaken van het personeel op het ogenblik van de uitbetaling ervan, voor zover zij zes maanden aanwezigheid hebben in de maatschappij.
De bediende die werd gepensioneerd of bruggepensioneerd of die werd opgezegd in de loop van het jaar behoudt zijn recht op de premie die op het einde van dit jaar wordt toegekend (in prorata gewerkte tijd).
De werkman die bediende wordt, wordt met deze gelijkgesteld wat de aanwezigheid betreft, maar er is geen cumulatie van premies.
Het totaal bedrag wordt op de volgende wijze verminderd in geval van afwezigheid : - gecumuleerde afwezigheid van 2 weken : vermindering met 1/24e; - gecumuleerde afwezigheid van 3 weken : vermindering met 1,5/24e; - gecumuleerde afwezigheid van 4 weken : vermindering met 2/24e; - enzovoort.
Datum van uitbetaling : op het einde van het dienstjaar of op de gewone datum van uitbetaling voor de ondernemingen die deze eindejaarspremie reeds toekennen. HOOFDSTUK VI. - Premie van de patroonheilige
Art. 14.De premie van de gedecoreerde patroonheilige is vastgesteld geweest op 2 341 BEF per jaar vanaf 1994.
Deze premie zal worden betaald ter gelegenheid van het feest van de gedecoreerde werknemers.
De dag van de IV gedecoreerde zal in de toekomst worden uitgesteld als deze op een zaterdag of een zondag valt. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanonderbreking
Art. 15.Loopbaanonderbreking zoals voorzien bij afdeling 5 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen zoals later gewijzigd bij wettelijke maatregelen, dient minstens drie maanden op voorhand bij de werkgever te worden aangevraagd. Deze aanvraag moet ingediend worden met een minimumtermijn van drie maanden. HOOFDSTUK VIII. - Tewerkstelling
Art. 16.Het aantal personen dat in dienst werd genomen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de tewerkstelling voor de jaren 1983-1984; 1985-1986; 1987-1988; 1989-1990; 1991-1992 en 1993-1994 en 1995-1996 en 1997-1998 wordt gehandhaafd. HOOFDSTUK IX. - Arbeidsduur
Art. 17.De arbeidsduur is vastgesteld op 38 uren per week.
De partijen verbinden zich ertoe een eventuele vermindering van de arbeidsduur te bespreken tijdens de onderhandelingen van de volgende arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK X. - Geschenkcheque
Art. 18.Op Sint-Niklaas, wordt een geschenkcheque van 1 000 BEF aan ieder bediende toegekend, verhoogd met 500 BEF per kind ten laste. HOOFDSTUK XI. - Anciënniteitsverlof
Art. 19.Er zal een anciënniteitsverlofdag worden toegekend vanaf 8 jaren anciënniteit in de sector, met een maximum van 4 dagen per jaar.
De toepassingsmodaliteiten zullen worden vastgesteld op vlak van de ondernemingen. HOOFDSTUK XII. - Maaltijdbewijs
Art. 20.Voor iedere werkelijke arbeidsdag is aan elke bediende een maaltijdbewijs toegekend.
Vanaf 1 januari 1998 bedraagt de tegemoetkoming van de onderneming in de prijs van het maaltijdbewijs 130 BEF. In de ondernemingen waar het maaltijdbewijs al toegekend is, zal hetzelfde bedrag toegekend worden aan de bedienden, volgens de modaliteiten overeen te komen in de betrokken ondernemingen. HOOFDSTUK XIII. - Wettelijk kader
Art. 21.De bepalingen van de huidige collectieve arbeidsovereenkomsten houden rekening met de maatregelen voorzien in de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. HOOFDSTUK XIV. - Syndicale premie
Art. 22.Vanaf 1999, zal er een syndicale premie van een bedrag van 2 000 BEF per jaar toegekend worden en per bediende, behalve directiepersoneel. HOOFDSTUK XV. - Geldigheidsduur van de overeenkomst
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Zij wordt stilzwijgend verlengd, behalve indien zij met drie maanden door een van de partijen wordt opgezegd bij een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX