Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 november 1997
gepubliceerd op 20 januari 1998

Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Leuven, van algemeen nut wordt verklaard

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014273
pub.
20/01/1998
prom.
17/11/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Leuven, van algemeen nut wordt verklaard


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Overwegende dat het HST-project een antwoord biedt op de huidige en verwachte mobiliteitsgroei en een belangrijke schakel vormt in het Europese hogesnelheidsnet;

Overwegende dat, wat de hogesnelheidslijn Brussel-Duitse grens betreft, de federale Regering op 26 januari 1990 geopteerd heeft voor een tracé tussen Schaarbeek en Leuven in bundeling met de bestaande spoorlijn;

Overwegende dat de Vlaamse Gewestregering op 24 juli 1991 besloten heeft de betrokken gewestplannen te wijzigen ten einde er boven vermeld hogesnelheidstracé in op te nemen;

Overwegende dat de inbezitneming van de op de plannen nrs. : D2 /L36N/ 025,7/T1 D2/L36N/026,4/T1 D2/L36N/027,0/T1 aangeduide percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Leuven en nodig voor een oordeelkundige aanleg van de hogesnelheidslijn en voor de ermee gepaard gaande investeringen ter bescherming van het leefmilieu en aanpassingen van de bestaande infrastructuur, met het koninklijk besluit nr. A/96038/B48.2.4/N, d.d. 27 februari 1996, van openbaar nut werd verklaard;

Overwegende dat sindsdien meer gedetailleerde studies hebben uitgewezen dat de beoogde omwerking der spoorinstallaties, nodig voor de aanleg van de hogesnelheidslijn en de uitbouw van spoorinfrastructuur voor de inrichting van voorstadsverkeer tussen Leuven en Brussel, een bijkomende verbreding van de bestaande spoorbedding vereist en als gevolg hiervan de plaatselijke omlegging van de Grote Leibeek ten einde zoveel mogelijk de overwelving ervan te beperken;

Overwegende dat als gevolg hiervan bijkomende percelen, aangeduid op het plan nr. D2/L36N/027,6/T1 en gelegen op het grondgebied van de stad Leuven in bezit dienen genomen;

Overwegende dat de Ministerraad op 19 juli 1991 de planning van de aanleg van de hogesnelheidslijnen heeft goedgekeurd;

Overwegende dat de Regering op 5 juli 1996 het tienjarenplan 1996-2005 der spoorweginvesteringen heeft goedgekeurd en in dit kader een aangepaste kalender ter verwezenlijking van het HST-project heeft aangenomen;

Overwegende dat ingevolge deze planning de hogesnelheidslijn tussen Brussel en Luik tegen 2002 in gebruik dient te worden genomen;

Overwegende dat wegens de vooropstaande duurtijd van de vereiste werkzaamheden derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is;

Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken, kaderend in de aanleg van de hogesnelheidslijn Brussel-Keulen (baanvak Brussel-Gingelom (Vorsen)) de onmiddellijke inbezitneming van de percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Leuven en opgenomen in het plan nr. D2/L36N/027,6/T1, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormeld plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5.

Art. 3.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN Bijlage bij het koninklijk besluit van 17 november 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^