gepubliceerd op 15 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de toekenning van maaltijdcheques
17 MAART 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de toekenning van maaltijdcheques (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de toekenning van maaltijdcheques.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009 Toekenning van maaltijdcheques (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94213/CO/128.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers en op de arbeiders en arbeidsters die zij tewerkstellen.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 juli 2009 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter is gestuurd.
Art. 3.Met ingang van 1 juli 2009 wordt een stelsel van maaltijdcheques ingevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 4.a. in de ondernemingen die op 1 juli 2009 nog geen maaltijdcheques toekennen worden vanaf 1 juli 2009 maaltijdcheques uitgereikt, per effectief gewerkte dag met een nominale waarde van 2,10 EUR per maaltijdcheque en waarbij de tussenkomst van de werkgever 1 EUR bedraagt en waarbij de tussenkomst van de werknemer 1,10 EUR bedraagt. b. In de ondernemingen die op 1 juli 2009 reeds maaltijdcheques toekennen wordt het nominale bedrag van de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd vanaf 1 juli 2009.
Art. 5.Op ondernemingsvlak kunnen de nodige maatregelen genomen worden om het aantal maaltijdcheques vast te stellen op basis van de alternatieve telling zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2°, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969.
Kunnen slechts voor dit alternatief opteren : ondernemingen waarin hetzij voor voltijdse prestaties, hetzij voor deeltijdse prestaties, hetzij voor beide, verschillende arbeidsregelingen toepasselijk zijn en die inzake overuren verplicht zijn artikel 26bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 toe te passen.
Het gebruik van de alternatieve telling op vlak van de onderneming zal vastgelegd worden conform artikel 19bis, § 2, 2°, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET