gepubliceerd op 04 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming
17 MAART 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009 Syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer 95406/CO/207) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toepassing van artikel 7 van het interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 over de syndicale vorming.
Organisatie van de syndicale vorming
Art. 3.Met het oog op de deelneming aan opleidings- of vervolmakingscursussen, ingericht door de representatieve syndicale organisaties, zijn de effectieve of plaatsvervangende leden van de ondernemingsraden, van de comités voor preventie en bescherming op het werk en van de syndicale delegaties, ten belope van ten hoogste 400 afgevaardigden per jaar voor de chemische nijverheid, gemachtigd gedurende ten hoogste twaalf dagen per twee jaar aan genoemde cursussen deel te nemen.
Die afwezigheden mogen niet langer duren dan 6 maal twee dagen of dan 4 maal drie dagen per deelnemer, behalve afwijking toegestaan door het ondernemingshoofd binnen de grens van de twaalf tweejaarlijkse dagen.
Het voornoemd effectief van 400 deelnemers wordt bij gemeenschappelijk akkoord tussen de ondertekenende syndicale organisaties verdeeld.
Art. 4.a) De syndicale organisaties dienen de werkgevers, tenminste drie weken vooraf, schriftelijk, het onderwerp van de vorming, de namen van de deelnemers en de data mede te delen waarop hun leden afwezig wensen te zijn voor het volgen van een syndicale vorming.
Aanvragen die de verwittigingstermijn niet respecteren, kunnen als niet geldig beschouwd worden. b) Wanneer de werkgever oordeelt dat een ontvankelijke en tijdige aanvraag tot het bijwonen van een syndicale opleidings- en/of vervolmakingscursus de goede organisatie van het werk in het gedrang brengt of wanneer er opmerkingen zijn met betrekking tot de aanvraag op zich, zal hij, binnen een termijn van een week, vanaf de datum van ontvangst van de schriftelijke verwittiging, zijn verzet meedelen.c) Gezien de problemen in verband met de organisatie van het werk en om elk productieverlies zoveel mogelijk te vermijden, dienen de syndicale organisaties ervoor te zorgen te voorkomen dat een te groot aantal van hun leden van éénzelfde onderneming tegelijk zouden aangewezen worden om samen opleidingscursussen te volgen. Zij zullen de vervanging van de afwezige leden trouwens vergemakkelijken. Sommige omstandigheden, zoals de afwezigheid van andere bedienden op dezelfde werkpost, kunnen de afwezigheid onmogelijk maken, op gevaar af dat de goede gang van de onderneming zou ontwricht worden. In dat geval zal de werkgever de geïnteresseerde syndicale organisatie verwittigen en de vervanging van de verhinderde afgevaardigde vergemakkelijken. De geïnteresseerde vakbond deelt minstens één week voor de aanvang van de cyclus de naam van de nieuwe deelnemer mede.
In de geschillen die daarover tussen de werkgever en de syndicale afgevaardigden of de syndicale organisaties zouden kunnen ontstaan, zal door de Belgische federatie van de chemische industrie en van life sciences VZW (essenscia) en de betrokken syndicale organisaties bemiddeld worden. d) De afgevaardigden die verzocht worden die vormingsdagen bij te wonen, dienen aan de hand van een bewijsstuk aan te tonen dat zij er werkelijk aan deelgenomen hebben.
Art. 5.De economische en sociale vorming moet de vertegenwoordigers van de bedienden de gelegenheid bieden aanvullende kennis op te doen die nuttig is voor hun opdracht in de schoot van de onderneming, en dat in het belang van alle partijen.
Art. 6.a) De vertegenwoordigers van de bedienden mogen, ten belope van ten hoogste één afgevaardigde per technische bedrijfseenheid en per ondertekenende syndicale organisatie, éénmaal per jaar gedurende één dag wegblijven om een syndicaal congres bij te wonen dat door de ondertekenende syndicale organisaties ingericht wordt. b) De leden van de nationale comités mogen afwezig zijn om deel te nemen aan de vergaderingen van die comités, ingericht door de ondertekenende syndicale organisaties. Deze afwezigheden mogen in het totaal de vier werkdagen per jaar niet overschrijden. c) Wat de syndicale congressen betreft verbinden de syndicale organisaties er zich toe de betrokken werkgevers ten minste twee weken vooraf, schriftelijk daarvan op de hoogte te brengen en ten minste zeven dagen te voren voor de vergaderingen der nationale comités.
Art. 7.Voor de afwezigheden, vermeld in de artikelen 3 en 6, zullen de betrokkenen de bezoldiging ontvangen die ze normaal zouden getrokken hebben indien zij gewerkt hadden.
Art. 8.Met ingang van 1 januari 1996 wordt een financiële reserve samengesteld met het doel de syndicale vorming van de vertegenwoordigers van de bedienden uit de scheikundige nijverheid te financieren, tot een maximumbedrag van 150.000 EUR per kalenderjaar voor de kalenderjaren 2009 en 2010. Met ingang van 1 januari 2009 wordt eenzelfde bedrag toegekend aan de Belgische federatie van de chemische industrie en de life science VZW (essenscia) met het oog op de vervolmaking van de vorming van de werkgeversvertegenwoordigers in de sociale dialoog.
Deze financiële reserve zorgt bovendien, ingevolge een uitzonderlijke inspanning, voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten belope van 2.350.000 EUR per jaar met ingang van 1 januari 2009.
Art. 9.De financiële reserve bedoeld in artikel 8 wordt samengesteld door een jaarlijkse bijdrage, gestort door de werkgevers bedoeld in artikel 1.
Art. 10.De Belgische federatie van de chemische industrie envan life sciences VZW (essenscia) wordt belast met het innen van de in artikel 8 bedoelde bijdragen.
Deze bedragen worden op een door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid aangeduide bankrekening gestort.
Art. 11.Door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt een werkgroep opgericht, paritair samengesteld uit vijf afgevaardigden van de syndicale organisaties en uit vijf vertegenwoordigers van de werkgevers, leden van het voornoemd paritair comité. Het voorzitterschap ervan wordt waargenomen door de voorzitter van dit paritair comité.
Deze werkgroep wordt belast met het nazicht van de verschillende voorgestelde aanwendingen van de voorziene voordelen, alsmede elke kwestie betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, namelijk de controle op de aansluiting bij de vakorganisaties, enz. te onderzoeken.
Art. 12.De vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid laten aan de werkgroep, na onderling overleg, de wijze van verdeling onder hen van de financiële reserve kennen.
Art. 13.Het toekennen van een voordeel aan de gesyndiceerde bedienden, geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst, sluit op dit gebied elke eis op het niveau van de ondernemingen en de sector uit, en is ondergeschikt aan de naleving van de sociale vrede in de ondernemingen bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Slotbepalingen
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de syndicale vorming gesloten op 12 juni 2007 ( koninklijk besluit van 20 februari 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/02/2008 pub. 09/04/2008 numac 2008012245 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming sluiten, Belgisch Staatsblad van 9 maart 2008) in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is gesloten voor onbepaalde duur.
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen door elk der partijen worden opgezegd ten vroegste op 1 oktober 2010 en mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.
De voorzitter stelt de partijen op de hoogte van deze opzegging.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET