gepubliceerd op 03 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid
17 MAART 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van De Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2009 onder het nummer 94957/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van groenteconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepbevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten.
Tot de sector van de groenteconserven behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Art. 2.Op 1 januari 2009, gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd :
38-urenweek
38 heures/semaine
Categorie I
10,17 EUR
Catégorie I
10,17 EUR
Categorie II
10,56 EUR
Catégorie II
10,56 EUR
Categorie III
10,93 EUR
Catégorie III
10,93 EUR
Categorie IV
11,24 EUR
Catégorie IV
11,24 EUR
Categorie V
11,62 EUR
Catégorie V
11,62 EUR
Categorie VI
11,96 EUR
Catégorie VI
11,96 EUR
Categorie VII
12,29 EUR
Catégorie VII
12,29 EUR
Categorie VIII
12,71 EUR
Catégorie VIII
12,71 EUR
Categorie IX
13,05 EUR
Catégorie IX
13,05 EUR
Art. 3.Op 1 januari 2009 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :
38-urenweek
38 heures/semaine
Categorie I
10,32 EUR
Catégorie I
10,32 EUR
Categorie II
10,72 EUR
Catégorie II
10,72 EUR
Categorie III
11,09 EUR
Catégorie III
11,09 EUR
Categorie IV
11,40 EUR
Catégorie IV
11,40 EUR
Categorie V
11,79 EUR
Catégorie V
11,79 EUR
Categorie VI
12,14 EUR
Catégorie VI
12,14 EUR
Categorie VII
12,47 EUR
Catégorie VII
12,47 EUR
Categorie VIII
12,90 EUR
Catégorie VIII
12,90 EUR
Categorie IX
13,24 EUR
Catégorie IX
13,24 EUR
Art. 4.§ 1. Op 1 januari 2010, worden de minimumlonen vermeld in artikelen 2 en 3 na indexering verhoogd met 0,08 EUR. § 2. Ondernemingen kunnen de toepassing van de in dit artikel bepaalde verhoging van de minimumuurlonen in hun onderneming uitstellen tot 1 januari 2011 door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten uiterlijk op 30 juni 2009.
Art. 5.Op 1 juli 2010, worden de minimumuurlonen vermeld in artikelen 2 en 3 voor een tweede keer verhoogd met 0,08 EUR, na eventuele indexering.
Art. 6.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst.
Art. 7.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen :
Leeftijd
Percentage
Age
Pourcentage
18 jaar en ouder
90
18 ans et plus
90
17 jaar
80
17 ans
80
16 jaar
70
16 ans
70
15 jaar
60
15 ans
60
HOOFDSTUK III. - Seizoenpremie
Art. 8.De volgende seizoenpremies worden betaald : - voor categorie I : * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0137 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0272 EUR per uur; - voor categorie II : * na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0137 EUR per uur; * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0272 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0406 EUR per uur.
Deze seizoenpremies worden op 1 januari 2010 gebracht op : - voor categorie I : * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0144 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0286 EUR per uur; - voor categorie II : * na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0144 EUR per uur; * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0286 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0426 EUR per uur.
Deze premies worden beperkt tot het seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.
Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat. In dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.
De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden.
Deze dienen op de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.
Art. 9.Deze premies zijn niet van toepassing op de ondernemingen waar reeds een gelijkaardig of gelijkwaardig voordeel wordt toegekend onder een andere vorm, of wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumuurlonen overschrijden met een bedrag dat gelijk is aan of hoger is dan deze premies.
Wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumlonen overschrijden zonder dat het verschil het bedrag van de premies bereikt, moeten de nodige aanvullingen toegepast worden. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 10.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptie-prijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 94934/CO/118). HOOFDSTUK V. - Premie voor nachtarbeid
Art. 11.§ 1. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. met een minimum van 1,62 EUR wordt toegekend aan de arbeiders die 's nachts tewerkgesteld worden. § 2. Deze premie wordt op 1 januari 2010 gebracht op 10 pct. met een minimum van 1,71 EUR per uur.
Art. 12.De nacht omvat een periode van 8 uren, die beschouwd worden als zijnde vastgesteld van 22 tot 6 uur.
Deze periode kan nochtans van 21 tot 5 uur, of van 23 tot 7 uur, vastgesteld worden, mits dit vermeld wordt in het arbeidsreglement.
Art. 13.Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de onderneming nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.
Art. 14.De nachtpremie is niet van toepassing voor de uren waarvoor een loontoeslag van 50 pct. of 100 pct. voor overwerk van toepassing is. HOOFDSTUK VI. - Premie voor ploegenarbeid
Art. 15.Een premie gelijk aan een minimum uurtoeslag van : - 0,41 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,46 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,87 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.
Deze minimum uurtoeslagen worden op 1 januari 2010 gebracht op : - 0,43 EUR voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,49 EUR voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,87 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.
Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.
Art. 16.De in het artikel 15 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.
Art. 17.De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot 1/2 uur veralgemeend voor alle categorieën, behoudens andere regelingen voorzien in het arbeidsreglement of bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 4 juli 2007 gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 februari 2008 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 2008).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Commentaar bij artikel 6 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
Commentaar bij artikel 7 : Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET