Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 maart 2008
gepubliceerd op 29 mei 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot invoering van een nieuw loonbeleid in de banksector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012401
pub.
29/05/2008
prom.
17/03/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot invoering van een nieuw loonbeleid in de banksector (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot invoering van een nieuw loonbeleid in de banksector.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 Invoering van een nieuw loonbeleid in de banksector (Overeenkomst geregistreerd op 8 augustus 2007 onder het nummer 84247/CO/310) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en draagwijdte van de overeenkomst

Artikel 1.De partijen die deze collectieve arbeidsovereenkomst ondertekenen hebben kennis genomen van de brief van 16 februari 2007 van de Minister van Werk, Peter Vanvelthoven, aan de voorzitters van de paritaire comités.

Overeenkomstig de besluiten in het Interprofessioneel akkoord 2007-2008 van 2 februari 2007, en met verwijzing naar de Europese Richtlijn 2000/78 van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en de daaruit voortvloeiende regelgeving en rechtspraak, verzoekt de Minister van Werk de sociale partners om de huidige leeftijdsgebonden verloningssystemen te herzien en ze om te vormen, aan de hand van andere onderscheidingscriteria dan de leeftijd, met inachtneming van de budgettaire en sociale neutraliteit.

De sociale partners stellen vast dat de in het Paritair Comité voor de banken geldende loonschalen voorzien in een differentiatie op basis van de leeftijd van de werknemer. Het is steeds de bedoeling van de sociale partners geweest, zowel bij de werkgevers- als bij de werknemersorganisaties, om de werknemers een correct, billijk en niet-discriminerend conventioneel verloningssysteem te bieden.

Het tot nu toe geldende conventioneel systeem voor de werknemers die onder het paritair comité ressorteren, voldeed in hun ogen uiteraard aan die verwachtingen.

Het werd dan ook regelmatig verleng. De partijen wensen erop te wijzen dat die ondertekening en verlenging gebeurden tijdens de uitoefening van hun wettelijke vertegenwoordiging van de werkgevers en hun werknemers, zoals bepaald in het algemeen kader van het overleg in België en meer bepaald bij de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, en dat het huidige systeem dan ook berust op een ruime consensus onder hen die rechtstreeks erbij zijn betrokken.

Wel stellen de ondertekenende partijen vast dat Europese Richtlijn 2000/78/EG aanleiding kan geven tot een aantal nieuwe vereisten inzake niet-discriminatie, meer bepaald in het licht van de recente uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

Zij worden geconfronteerd met de moeilijkheid om onmiddellijk bestaande bezoldigingsregels om te zetten in nieuwe stelsels waarbij geen controversiële onderscheidingscriteria meer gehanteerd worden.

Vandaar dat ze overeenkomen om zo snel mogelijk het in het paritair comité geldende conventioneel verloningssysteem opnieuw te bekijken op basis van die nieuwe vereisten en daarin alle wijzigingen aan te brengen die nodig zijn opdat het systeem aan die vereisten voldoet.

Zij zijn van oordeel dat in afwachting daarvan een tijdelijke handhaving van het huidig systeem kadert in een legitiem doel, en duidelijk niet disproportioneel is aan de doelstelling van de Europese en nationale regelgeving.

Art. 2.Rekening houdend met wat voorafgaat, verbinden de sociale partners zich ertoe om uiterlijk 1 januari 2009 een nieuw loonbeleid voor de banksector te ontwikkelen.

De huidige leeftijdsgebonden verloningssystemen (leeftijdsgebonden loonschalen op sector- of ondernenmingsniveau) blijven van toepassing totdat het nieuwe verloningssysteem is ingevoerd en uiterlijk 1 januari 2009.

Vanaf dan zal het in de banksector verboden zijn om verloningssystemen gekoppeld aan de leeftijd van de medewerker in te voeren of toe te passen.

Met het oog op de invoering van het nieuwe loonbeleid wordt een sectorwerkgroep opgericht die het paritair comité in staat moet stellen vóór 30 juni 2008 een beslissing te nemen inzake het verloningssysteem voor de sector.

Nu reeds worden de ondernemingen in de sector verzocht om het overleg aan te vatten op niveau van de geëigende organen om tegen 30 juni 2008 de compatibiliteit met de voorschriften van deze collectieve arbeidsovereenkomst na te gaan, zodat ze ten laatste tegen 1 januari 2009 kunnen geïmplementeerd worden.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren. HOOFDSTUK II. - De toepassing van de nieuwe verloningsmechanismen

Art. 4.Bij de toepassing van de nieuwe verloningssystemen zoals beschreven in deze collectieve arbeidsovereenkomst, zal rekening worden gehouden met het principe van de budgettaire en sociale neutraliteit ten opzichte van de geplande evolutie van het huidige systeem, in de veronderstelling dat het was blijven bestaan; dit betekent dat die toepassing niet tot gevolg mag hebben dat het bruto maandloon van de medewerkers lager zal zijn dan dat vóór de inwerkingtreding van het nieuwe systeem, en evenmin dat de totale loonmassa gaat stijgen alleen als gevolg van de invoering van de nieuwe mechanismen. HOOFDSTUK III. - Het nieuwe verloningssysteem op sectorniveau

Art. 5.Het Paritair Comité voor de banken zal een nieuw baremiek verloningssysteem uitwerken dat ten laatste op 1 januari 2009 in werking zal treden.

De banken hebben de mogelijkheid hun eigen verloningssysteem te ontwikkelen binnen de voorwaarden opgenomen in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.Dit sectorale verloningssysteem moet voldoen aan de volgende criteria : - het toepassingsgebied zal op zijn minst de medewerkers omvatten die onder het huidige systeem vallen; - het systeem zal berusten op een automatische voortgang die niet langer leeftijdsgebonden is, maar steunt op één of meer andere objectieve criteria die het paritair comité zal bepalen, zoals bijvoorbeeld ervaring; - het systeem biedt de waarborg dat onmiddellijk en rechtstreeks gebruik kan worden gemaakt van de minimumdrempels uit het schema voor elk beroep, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de huidige sectorregels inzake andere aspecten van het loonbeleid (13de maand,); - het systeem zal steunen op een functieclassificatie die gebonden is aan een loonschema; - de minimumlonen in dit nieuwe verloningssysteem zijn de aanvangslonen welke voortvloeien uit de vigerende collectieve arbeidsovereenkomst bepalingen; - de vier bestaande categorieën omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (uitvoerend personeel) en de drie bestaande categorieën omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1976 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van het kaderpersoneel blijven behouden.

Het Paritair Comité voor de banken zal tegen einde juni 2008 de verschillende referentiefuncties, zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonsvoorwaarden, actualiseren, zodat de vergelijkbaarheid met de functies die in de banken worden uitgeoefend mogelijk wordt, en zonder dat dit een verhoging van de loonkosten voor gevolg mag hebben, en dit in vergelijkbare omstandigheden.

De leden van het paritair comité zullen zich bij deze oefening laten bijstaan door een externe consulent, in gemeenschappelijk overleg gekozen en ten laste van het "Paritair Fonds voor de professionele en syndicale vorming in de banksector".

Bij het beëindigen van deze actualisering van de referentiefuncties van de huidige classificaties, zal het paritair comité onderzoeken of het nodig is om de werkzaamheden verder te zetten met het oog op een aanpassing van de classificatiemethodologie.

Art. 7.In het kader van de werkzaamheden van het paritair comité zoals beschreven in voornoemde artikelen, zullen de sociale partners beslissen of er wijzigingen moeten worden aangebracht in de sectorbepalingen betreffende de loonvoorwaarden.

Na die werkzaamheden zullen al die bepalingen worden gecoördineerd : ze zullen worden opgeheven in de bestaande teksten en worden overgenomen in een nieuwe sector-collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Verloningssystemen op bankniveau

Art. 8.De banken die leeftijdsgebonden ondernemingsverloningssystemen toepassen zullen in de plaats daarvan nieuwe verloningssystemen ontwikkelen.

Art. 9.Deze nieuwe verloningssystemen zullen op andere criteria dan de leeftijd zijn gebaseerd.

Hun toepassingsgebied zal de werknemers omvatten bedoeld in de actueel vigerende systemen en zij zullen hun criteria van automatische loonevolutie bepalen; zij zullen de waarborg bieden dat onmiddellijk en rechtstreeks gebruik kan worden gemaakt van de sectorminimumdrempels uit het schema voor elke beroep.

Ze zullen steunen op een functieclassificatie die gebonden is aan een loonschema en zullen niet minder voordelig mogen zijn dan de toepassing van het nieuwe verloningssysteem op sectorniveau zoals bedoeld in artikel 5.

Art. 10.Bij de toepassing van die ondernemingsverloningssystemen zal bovendien rekening worden gehouden met de in artikel 4 beschreven principes.

Art. 11.De invoering van deze nieuwe beloningssystemen en de financiële gevolgen ervan (de manier waarop de in artikel 8 en 9 voorziene principes worden vertaald) op de loonevolutie van de werknemers zullen het voorwerp uitmaken van overlegd in de bevoegde organen van de ondernemingen.

Zij zullen vastgelegd worden bij bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomst, te sluiten voor 1 januari 2009, in de ondernemingen waar de huidige leeftijdsgebonden barema's eveneens bij collectieve arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen.

Art. 12.Elke onderneming zal, onverminderd een specifiek ondernemingsverloningssysteem, alle functies situeren in de sectorale classificatie. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door een van de partijen, mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken bij een ter post aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE

^