gepubliceerd op 31 maart 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan minder-validen
17 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan minder-validen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan minder-validen, inzonderheid op artikel 8, § 1, derde lid;
Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 28, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1989 en 30 december 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan minder-validen, inzonderheid op artikel 39;
Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, gegeven op 3 maart 1999;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 maart 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 maart 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de administratie de nodige uitvoeringsmaatregelen onverwijld dient te treffen en dat de maatregelen in de pensioenregeling voor werknemers en in het stelsel van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden in werking treden op 1 april 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 39 van het koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen, wordt een § 5 ingevoegd, luidend als volgt : « § 5 Voor de toepassing van artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet wordt geen rekening gehouden met de herwaarderingspremie toegekend in de pensioenregeling der werknemers en evenmin met de forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend in het stelsel van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, J. PEETERS