gepubliceerd op 09 mei 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
17 MAART 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1994 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren onderworpen aan het statuut van het rijkspersoneel, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Overwegende dat voldaan werd aan de voorschriften van artikel 54, tweede lid, van voormelde gecoördineerde wetten;
Gelet op het advies nr. 29.342/I/PF van de Vaste Commissie voor taaltoezicht, gegeven op 18 december 1997;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten worden de betrekkingen voorzien in de personeelsformatie als volgt over de taalkaders verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het koninklijk besluit van 21 september 1995 tot vaststelling van de taalkaders van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1997.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN