17 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende de bestendiging van een fonds genaamd "Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector" en vaststelling van zijn statuten (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, tot oprichting van een fonds genaamd "Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector" en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 maart 1992, bestendigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 29 juni 1993, 30 juni 1994 en 27 oktober 1994, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 28 januari 1994, 7 november 1994 en 20 februari 1995, inzonderheid op de artikelen 8 tot 17;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende de bestendiging van een fonds genaamd "Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector" en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 31 maart 1992, Belgisch Staatsblad van 16 mei 1992.

Koninklijk besluit van 28 januari 1994, Belgisch Staatsblad van 21 april 1994.

Koninklijk besluit van 7 november 1994, Belgisch Staatsblad van 24 december 1994.

Koninklijk besluit van 20 februari 1995, Belgisch Staatsblad van 28 juni 1995.

Bijlage Paritair Comité voor het verzekeringswezen Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997 Bestendiging van een fonds genaamd "Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997 onder het nummer 45195/CO/306) Eerste deel : Algemene bepalingen.

Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het verzekeringswezen.

Geldigheidsduur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectorakkoord van de jaren 1997-1998 in de verzekeringssector.

Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en houd op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Zij kan slechts worden verlengd door een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst die in hetzelfde paritair comité moet worden gesloten.

Akkoord tot bevordering van de werkgelegenheid

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met toepassing van hoofdstuk II - maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming - van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Opleidingsfonds

Art. 4.Dit fonds, waarvan de statuten hierna vastgelegd zijn, wordt opgericht in toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Financiering

Art. 5.Het fonds wordt gefinancierd door werkgeversbijdragen van 0,10 pct. in 1997 en 1998, zoals bedoeld in artikel 2 van voormeld koninklijk besluit van 27 januari 1997.

Vrijstelling

Art. 6.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van voormeld koninklijk besluit is de bijdrage van 0,10 pct. niet verschuldigd voor het eerste trimester van 1997 en wordt de bijdrage voor het tweede trimester 1997 uitzonderlijk op 0,20 pct. vastgesteld.

Bijzondere bepalingen

Art. 7.De storting van de in de vorige artikelen bepaalde bijdragen stelt de werkgevers van de verzekeringssector vrij van enige storting van de bijdragen van 0,10 pct.,ingesteld door artikel 4 van voormeld koninklijk besluit van 27 januari 1997.

Tweede deel : Statuten. HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel

Artikel 1.Vanaf 1 januari 1997 en tot 31 december 1998 wordt de werking bestendigd van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding in de verzekeringssector", hierna het fonds genoemd, waarvan de zetel gevestigd is in de agglomeratie Brussel.

Dit fonds werd opgericht bij middel van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 maart 1992 (Belgisch Staatsblad van 16 mei 1992), bestendigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 29 juni 1993, 30 juni 1994 en 27 oktober 1994, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 28 januari 1994, 7 november 1994 en 20 februari 1995 (Belgisch Staatsblad van 21 april 1994, 24 december 1994 en 28 juni 1995). HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 2.Dit fonds heeft tot doel de activiteiten inzake opleiding en werkgelegenheid te bevorderen ten gunste van de laaggeschoolde werknemers of van de toekomstige werknemers van de sector, alsook projecten te financieren tot aanmoediging van positieve acties voor het in de sector tewerkgesteld vrouwelijk personeel. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 3.Het fonds wordt gefinancierd door de werkgeversbijdragen van 0,10 pct. in 1997 en 1998, zoals bedoeld in artikel 2 van voormeld koninklijk besluit van 27 januari 1997.

Art. 4.Bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, zorgt de Rijksdienst voor sociale zekerheid voor de inning en de invordering van de bijdragen.

Art. 5.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het comité van beheer waarin artikel 7 voorziet.

Deze kosten worden gedekt door de interesten van de kapitalen die voortkomen uit de storting van de in artikel 3 bepaalde bijdragen, en eventueel, door een inhouding op die bijdragen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het comité van beheer. HOOFDSTUK IV. - Begunstigden

Art. 6.§ 1. Laaggeschoolde werknemers. De potentiële begunstigden van de activiteiten ter bevordering van de werkgelegenheid en de opleiding worden gedefinieerd als zijnde die werknemers die het risico lopen hun betrekking te verliezen door gebrek aan basiskennis, als gevolg van de technologische ontwikkelingen of de veranderingen in de arbeidsorganisatie.

Aan die werknemers kan, op hun verzoek, een opleiding verstrekt worden die aangepast is aan hun behoeften.

Alleen het in artikel 7 gedefinieerde comité van beheer is bevoegd voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van een verzoek om opleiding. § 2. Vrouwelijk personeel. De begunstigden van de door het fonds gefinancierde positieve acties moeten vrouwen zijn die in de verzekeringssector tewerkgesteld zijn. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 7.Het fonds wordt beheerd door het comité van beheer voorzien in artikel 7 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1991.

Art. 8.De artikelen 8 tot 15 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1991 worden verlengd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.Een onderneming kan geen aanspraak maken behalve, met het akkoord van het comité van beheer, op een uitkering vanwege het fonds voor een bedrag dat hoger is dan het totaal bedrag dat ze sinds 1 januari 1997 gestort heeft als bijdrage van 0,10 pct., na aftrek van haar aandeel in de administratiekosten. HOOFDSTUK VI. - Controle

Art. 10.Artikel 16 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1991 wordt verlengd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen

Art. 11.Artikel 17 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1991 wordt verlengd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding

Art. 12.Het fonds zal van rechtswege ontbonden worden, ofwel op 31 december 1998, ofwel wanneer alle sommen die het diende te beheren, besteed en uitgekeerd zijn.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juni 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET