17 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in het kader van de informatieopdracht van de werkgevers uit het bouwbedrijf met betrekking tot de toepassing van de wettelijke en conventionele bepalingen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in het kader van de informatieopdracht van de werkgevers uit het bouwbedrijf met betrekking tot de toepassing van de wettelijke en conventionele bepalingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999 Vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in het kader van de informatieopdracht van de werkgevers uit het bouwbedrijf met betrekking tot de toepassing van de wettelijke en conventionele bepalingen (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52841/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van artikel 4, 5o van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf », zoals gecoördineerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 oktober 1999 (Belgisch Staatsblad van 16 december 1999) en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000 (Belgisch Staatsblad van 11 april 2001).

Zij is van toepassing op de werkgevers van de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op hun representatieve werknemersorganisaties. HOOFDSTUK II. - Aard van het voordeel

Art. 2.In toepassing van artikel 4, 5o van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » hebben de in artikel 1 bedoelde werkgeversorganisaties recht op een financiële bijdrage ten laste van bovengenoemd fonds voor de onkosten die zij dragen in het kader van hun informatieopdracht met betrekking tot de toepassing van de wettelijke en conventionele bepalingen voor de werkgevers van de bouwsector. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 3.§ 1. De globale financiële bijdrage van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » stemt overeen met een percentage van de algemene bijdrage die aan dit fonds wordt gestort in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 tot vaststelling van de bijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid », algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980), zoals laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1999, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 2001 (Belgisch Staatsblad 10 augustus 2001). § 2. Dit percentage wordt vastgesteld door de raad van bestuur van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf », in toepassing van artikel 11 van de statuten van dit fonds. HOOFDSTUK IV. - Verdeling

Art. 4.De percentages van de verdeling van de sommen bedoeld onder de organisaties bedoeld onder artikel 1, worden jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf », in toepassing van artikel 11 van de statuten van dit Fonds. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 5.De raad van bestuur van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » behoudt het recht voor om aan de organisaties bedoeld in artikel 1, de rechtvaardiging te vragen van de uitgaven die werden verricht op basis van de sommen die werden gestort in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Geldigheid

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd en kan met unanieme toestemming van de ondertekende partijen, worden opgezegd mits een opzegging van twee jaar, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE