Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 december 2003
gepubliceerd op 27 januari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot toekenning van een bijkomende aanvullende vergoeding pensioen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202236
pub.
27/01/2004
prom.
17/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/17/2003202236/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot toekenning van een bijkomende aanvullende vergoeding (brug)pensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot toekenning van een bijkomende aanvullende vergoeding (brug)pensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 Toekenning van een bijkomende aanvullende vergoeding (brug)pensioen (Overeenkomst geregistreerd op 24 augustus 2001 onder het nummer 58628/CO/126)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders/sters die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Zij is gesloten ter aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen.

Art. 2.Een bijkomende aanvullende vergoeding (brug)pensioen wordt toegekend aan de oudere arbeiders/sters die de arbeid hebben verdergezet na hun 58e verjaardag en aan de in artikel 3 vastgelegde voorwaarden voldoen.

Art. 3.Komen in aanmerking voor de bijkomende aanvullende vergoeding (brug)pensioen, de arbeiders/sters die alle voorwaarden vervullen om het brugpensioen na ontslag te genieten, doch in de periode tussen 1 januari 2001 en 31 december 2002 in dienst zijn gebleven.

Komen niet in aanmerking : de arbeiders/sters die in voormelde periode uitsluitend prestaties geleverd hebben voor de uitvoering van de wettelijke opzeggingstermijn.

Art. 4.Zij ontvangen vanwege het « Fonds voor bestaanszekerheid van de stoffering en de houtbewerking » een bijkomende aanvullende vergoeding per maand ten belope van maximum 94,20 EUR (3 800 BEF).

Art. 5.Proratisering van het maandbedrag Het maandbedrag van 94,20 EUR (3 800 BEF) zal worden geproratiseerd in de volgende gevallen : - bij deeltijds werk of deeltijdse loopbaanvermindering; - bij uitdiensttreding of onvolledig gepresteerde maanden.

De volgende dagen worden gelijkgesteld : - de dagen jaarlijkse vakantie : maximum twintig dagen per jaar (op basis van vijf dagen/week); - de dagen arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid om economische redenen : gecumuleerd maximum van dertig dagen per jaar.

Art. 6.Zij ontvangen de bijkomende aanvullende vergoeding gedurende een aantal maanden dat gelijk is aan het aantal maanden dat in de periode tussen 1 januari 2001 en 31 december 2002 effectief werd gepresteerd of voor gelijkstelling in aanmerking komen.

Art. 7.Het bedrag van de bijkomende aanvullende vergoeding wordt berekend en uitbetaald door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking ».

Art. 8.De rechthebbenden die lid zijn van een syndicale organisatie dienen hun aanvraag in door toedoen van één van de syndicale organisaties bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen.

De andere rechthebbenden dienen hun aanvraag rechtstreeks in bij het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 9.De bijkomende aanvullende vergoeding (brug)pensioen wordt jaarlijks uitbetaald. De modaliteiten worden bepaald door het paritair beheerscomité.

Art. 10.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor bepaalde tijd tot en met 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^