gepubliceerd op 15 oktober 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten
16 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 september 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de ijzernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2024 Behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten (Overeenkomst geregistreerd op 1 februari 2024 onder het nummer 185728/CO/104)
HOOFDSTUK I. - Onderwerp
Artikel 1.Onderhavige overeenkomst is afgesloten in uitvoering van het sectoraal akkoord 2023-2024. Ze beoogt de coördinatie van de algemene reglementaire bepalingen inzake klein verlet, enerzijds, en van sommige bijzondere bepalingen die conventioneel werden vastgelegd in de sector, anderzijds.
Ze vervolledigt en past dus de sectorale overeenkomst van 29 juni 2009 aan voor zover deze overeenkomst niet meer in overeenstemming is met de wettelijke kaders inzake geboorteverlof, adoptieverlof en afwezigheid voor pleegzorg.
Onderhavige overeenkomst is in het bijzonder afgesloten in toepassing van : - het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1964, gewijzigd door het protocol van nationale overeenkomst van 7 maart 1973, tot vaststelling van de regels voor de betaling van de afwezigheden naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten aan het werkliedenpersoneel in de staalindustrie.
Ze vervangt alle bestaande sectorale regelingen van toepassing in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Onderhavige overeenkomst is van toepassing in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ijzernijverheid (PC nr. 104) vallen en op de werknemers en werkneemsters die door een arbeidsovereenkomst voor arbeider aan deze ondernemingen zijn gebonden.
HOOFDSTUK III. - Regels betreffende het klein verlet
Art. 3.Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor het vervullen van staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten die hierna opgesomd worden, hebben de in artikel 2 bedoelde werknemers het recht om, met behoud van hun normaal loon, berekend zoals voor betaalde feestdagen, van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur : 1. Huwelijk van de werknemer : 3 dagen, te kiezen door de werknemer tijdens de week waarin de gebeurtenis zich situeert of tijdens de daaropvolgende week.2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer, een grootvader of grootmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van elke andere verwante die bij de werknemer inwoont : de dag van het huwelijk.3. Ondertekening door de werknemer van een wettelijk samenlevingscontract : de dag van de ondertekening.4. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind of kleinkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster van de werknemer, van elke andere verwante die bij de werknemer inwoont : de dag van de plechtigheid.5. Geboorte van een kind van de werknemer waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat : volgens de bepalingen van artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten, zoals gewijzigd door de wet van 20 december 2020, betreffende de arbeidsovereenkomsten, 20 dagen, te kiezen door de werknemer binnen de vier maanden vanaf de bevallingsdatum, waarvan de eerste 3 dagen met behoud van het normaal loon ten laste van de werkgever en de volgende dagen met een uitkering in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Voor het overige verwijst de sector naar de modaliteiten vastgelegd door artikel 30, § 2 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten. 6. Adoptieverlof Opvang van een kind in het gezin van de werknemer, in het kader van een adoptie : 6 weken, maximaal verlengd met : - 3 weken vanaf 1 januari 2023; - 4 weken vanaf 1 januari 2025; - 5 weken vanaf 1 januari 2027.
Voor het overige verwijst de sector naar de modaliteiten vastgelegd door artikel 30ter van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten. 7. Afwezigheid voor pleegzorg Het vervullen van verplichtingen en taken of om het hoofd te bieden aan situaties in verband met de pleegzorg in het gezin van de werknemer van één of meerdere personen die hem zijn toevertrouwd in het kader van deze pleegzorg : maximum 6 dagen per jaar en op voorwaarde dat ze gebruikt worden voor de gebeurtenissen bedoeld in artikel 30quater van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten en voor zover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst het onmogelijk maakt voor de werknemer om tussen te komen voor de genoemde gebeurtenissen. Voor het overige verwijst de sector naar de modaliteiten vastgelegd door artikel 30quater van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten. 8. Ouderschapsverlof voor pleegzorg Opvang van een kind in het gezin van de werknemer, in het kader van een langdurige pleegzorg : 6 weken, maximaal verlengd met : - 3 weken vanaf 1 januari 2023; - 4 weken vanaf 1 januari 2025; - 5 weken vanaf 1 januari 2027.
Voor het overige verwijst de sector naar de modaliteiten vastgelegd door artikel 30sexies van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten. 9. Overlijden van een kind van de werknemer of van een kind van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner : 12 dagen. De 5 eerste dagen moeten opgenomen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.
De 7 overblijvende dagen mogen vrij door de werknemer opgenomen worden binnen het jaar na de dag van het overlijden. 10. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner van de werknemer : 12 dagen. De 5 eerste dagen moeten opgenomen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.
De 7 overblijvende dagen mogen vrij door de werknemer opgenomen worden binnen het jaar na de dag van het overlijden. 11. Overlijden van een pleegkind van wie de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner pleegouder is of was in het kader van een langdurige pleegzorg : 10 dagen. De 3 eerste dagen moeten opgenomen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.
De 7 overblijvende dagen mogen vrij door de werknemer opgenomen worden binnen het jaar na de dag van het overlijden. 12. Overlijden van een pleegouder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, in het kader van langdurige pleegzorg op het ogenblik van overlijden : 3 dagen, op te nemen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.13. Overlijden van een pleegkind van wie de werknemer of de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner pleegouder is, in het kader van een kortdurende pleegzorg op het ogenblik van overlijden : 1 dag, op te nemen op de dag van de begrafenis. Voor het overige, inzake de punten 9, 10, 11, 12 en 13 verwijst de sector naar de modaliteiten vastgelegd in artikel 2 en 4 van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 1 mei 2023. 14. Overlijden van de vader of moeder van de werknemer, van de vader of moeder van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner : 5 dagen, te kiezen door de werknemer tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt uiterlijk de 4de dag volgend op de dag van de begrafenis.15. Overlijden van de stiefvader of van de stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner : 3 dagen, te kiezen door de werknemer tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag na de begrafenis.16. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont : 2 dagen, te kiezen door de werknemer tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.17. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont, van de voogd van de minderjarige werknemer, van de minderjarige persoon van wie de werknemer voogd is : de dag van de begrafenis.18. Overlijden van elke andere verwante die bij de werknemer inwoont : de dag van de begrafenis.19. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) : de dag van de plechtigheid of, wanneer deze plaatsvindt op een dag waarop de werknemer normaal niet werkt, de dichtstbijzijnde arbeidsdag die de plechtigheid voorafgaat of erop volgt.20. Deelname van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de vrijzinnige jeugd, daar waar dit feest plaatsvindt : de dag van het feest of, wanneer dit plaatsvindt op een dag waarop de werknemer normaal niet werkt, de dichtstbijzijnde arbeidsdag die het feest voorafgaat of erop volgt.21. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- of selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- of selectiecentrum : de nodige tijd met een maximum van 3 dagen.22. Verblijf van de gewetensbezwaarde werknemer op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verpleeginrichtingen, aangeduid door de Koning, overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden : de nodige tijd met een maximum van 3 dagen.23. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter : de nodige tijd met een maximum van één dag.24. Deelname aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank : de nodige tijd met een maximum van 5 dagen.25. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd.26. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement : de nodige tijd met een maximum van 5 dagen.27. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd met een maximum van 5 dagen.
Art. 4.Het rouwverlof mag, op verzoek van de werknemer en mits instemming van de werkgever, op een ander tijdstip opgenomen worden.
Art. 5.Voor de toepassing van artikel 3, nrs. 2, 4, 16, 17, 19 en 20, worden de banden die ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg, gelijkgesteld met de door die bepalingen geviseerde banden, op voorwaarde dat de gebeurtenis zich voordoet, hetzij tijdens een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg, hetzij na afloop van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het kind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.
Art. 6.Voor de toepassing van onderhavige overeenkomst wordt de persoon waarmee de werknemer wettelijk samenwoont, zoals geregeld door de artikelen 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de werknemer.
HOOFDSTUK IV. - Voorafgaande verwittiging en bewijs
Art. 7.Behalve in geval van overmacht geniet de werknemer slechts van het behoud van zijn normaal loon, zoals bepaald in artikel 3, voor de afwezigheidsdagen voorzien in datzelfde artikel 3 op voorwaarde dat hij er zijn werkgever of diens vertegenwoordiger vooraf van heeft verwittigd binnen een redelijke termijn.
Hij moet daarbij de precieze termijnen respecteren die eventueel in zijn onderneming vastgelegd werden.
Het bewijs van de familiegebeurtenis, van de staatsburgerlijke verplichting of van de burgerlijke opdracht ter rechtvaardiging van de afwezigheid moet geleverd worden door de werknemer. De werkgever kan eventueel een officieel document eisen.
HOOFDSTUK V. - Voorwaarde van de gewone activiteitsdagen en gebruik van het klein verlet
Art. 8.Voor de toepassing van artikel 3 van onderhavige overeenkomst worden enkel beschouwd als afwezigheidsdagen die aanleiding geven tot behoud van het normaal loon, zoals bepaald in datzelfde artikel 3, de gewone activiteitsdagen waarvoor de werknemer aanspraak had kunnen maken op loon, indien hij niet in de onmogelijkheid was geweest om te werken wegens één van de voorziene redenen.
Het normaal loon wordt slechts uitbetaald indien de werknemer de afwezigheidsdagen daadwerkelijk gebruikt heeft voor de doeleinden voorzien door onderhavige overeenkomst.
HOOFDSTUK VI. Geldigheidsduur
Art. 9.Onderhavige overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2023, geregistreerd onder het nr. 181456/CO/104.
Ze treedt in werking op 7 juli 2023. Ze wordt afgesloten voor een onbepaalde duur. Ze kan door elk van de ondertekenende partijen opgezegd worden mits een opzegtermijn van 6 maanden, per aangetekend schrijven bij de post betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, evenals aan elk van de ondertekenende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 september 2024.
De Minister van Werk, P-Y.DERMAGNE