Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 september 2024
gepubliceerd op 15 oktober 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende de opleiding in ondernemingen met minder dan 20 werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024204300
pub.
15/10/2024
prom.
16/09/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende de opleiding in ondernemingen met minder dan 20 werknemers (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende de opleiding in ondernemingen met minder dan 20 werknemers.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 september 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2024 Opleiding in ondernemingen met minder dan 20 werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 15 februari 2024 onder het nummer 186134/CO/337) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector (PC 337) behoren.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is enkel van toepassing op ondernemingen met minder dan 20 werknemers.

Onder "werknemers" wordt het werklieden- en bediendepersoneel verstaan.

In afwijking van het eerste lid van deze bepaling, is deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de assistenten aangeworven in het kader van een persoonlijk assistentie-budget (PAB'ers).

Doel

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wil ervoor zorgen dat alle werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector (PC 337) behoren, genieten van een recht op opleiding.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de wet houdende diverse arbeidsbepalingen (1) van 3 oktober 2022.

Definities

Art. 3.Volgende definities worden gehanteerd bij het lezen van deze collectieve arbeidsovereenkomst : a) Formele opleiding : door lesgevers of opleiders ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; b) Informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a), die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; c) Werknemers : het aantal tewerkgestelde werknemers wordt berekend in voltijdse equivalenten, volgends dezelfde berekeningswijze als de wet houdende diverse arbeidsbepalingen (1) van 3 oktober 2022. Recht op opleiding

Art. 4.In ondernemingen met minder dan 10 werknemers, heeft elke werknemer een individueel recht op opleiding ten belope van 1 dag per kalenderjaar.

Onder "opleiding" wordt zowel formele als informele opleiding verstaan.

Art. 5.Naast hun rechten die voortvloeien uit de wet houdende diverse arbeidsbepalingen (1) van 3 oktober 2022, hebben de werknemers die werken voor een werkgever die minimum 10 en minder dan 20 werknemers tewerkstellen, een collectief recht op gemiddeld twee dagen opleiding per kalenderjaar.

Onder "opleiding" wordt zowel formele als informele opleiding verstaan.

Indien bij wet of koninklijk besluit het individueel of collectief recht op vorming met een bepaald aantal dagen wordt verhoogd, dan vermindert het collectief recht voorzien in dit artikel met hetzelfde aantal dagen.

Art. 6.De werknemer geniet van het recht op opleiding in verhouding met zijn gepresteerde arbeidsduur. De totale opleidingstijd waarop de werknemer recht heeft, wordt berekend op 1 januari van ieder jaar op basis van het arbeidsregime van de betrokken werknemer.

Art. 7.De planning en de inhoud van de opleiding gebeurt in overleg met de werkgever.

Art. 8.Het saldo aan opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar.

Het doel is dat op het einde van elke periode van vijf jaar, die ten vroegste kan beginnen op 1 januari 2024, of voor het einde van de arbeidsovereenkomst indien die eindigt voordat de voormelde periode van vijf jaar afloopt, de werknemer zijn opleidingsrecht heeft kunnen genieten.

Op het einde van de voormelde periode van 5 jaar wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.

Art. 9.De opleidingstijd dient beschouwd te worden als arbeidstijd.

De opleiding kan door de werknemer worden gevolgd, hetzij binnen zijn gewone werktijden, hetzij buiten zijn gewone werktijden. De werkgever dient wel de nodige inspanningen te doen om de opleiding tijdens de gewone werktijden te laten volgen.

Wanneer de opleiding toch buiten de gewone werktijden wordt gevolgd, geven de uren die daarmee overeenkomen recht op de betaling van het normale loon, zonder evenwel aanleiding te geven tot de betaling van een eventueel overloon (overeenkomstig artikel 59 van de wet houdende diverse arbeidsbepalingen (1) van 3 oktober 2022).

Art. 10.Bij een ontslag om dringende redenen of wanneer de werknemer ontslag neemt, heeft de werknemer niet het recht om zijn gecumuleerde opleidingskrediet op te nemen vooraleer zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Het niet-opgebruikte opleidingskrediet geeft geen aanleiding tot een verhoging van de opzeggingstermijn, noch tot een verhoging van de opzeggingsvergoeding.

Bij een ontslag met opzeggingstermijn dient de opleiding nog opgenomen te worden tijdens de opzeggingstermijn.

Wanneer de opzeggingstermijn geheel of gedeeltelijk wordt vervangen door een opzeggingsvergoeding, geldt dit openstaande opleidingskrediet als een voordeel verworven krachtens de overeenkomst.

Slotbepalingen en inwerkingtreding

Art. 11.De sociale partners zullen deze collectieve arbeidsovereenkomst in 2026 evalueren.

Art. 12.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2024 en wordt aangegaan voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden. De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 september 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^