Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 september 2024
gepubliceerd op 16 januari 2025

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024008453
pub.
16/01/2025
prom.
16/09/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 september 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2023 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 2 februari 2024 onder het nummer 185885/CO/118)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van groenteconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten.

Tot de sector van de groenteconserven behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries. § 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld zonder onderscheid naar gender. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing indien er op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst getekend wordt die een analytische functieclassificatie inhoudt.

Indien er twee of meer vakbonden vertegenwoordigd zijn in de onderneming, dient de collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend te worden door minstens twee van deze vakbonden.

HOOFDSTUK II. - Loonclassificatie en indeling van de arbeiders

Art. 2.De arbeiders worden ingedeeld in een loonklasse die overeenstemt met de functieklasse die hen wordt toegekend bij toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2011 betreffende de functieclassificatie en bepaling van het loon in de groentenijverheid. Deze loonklasse wordt meegedeeld op de loonfiche.

HOOFDSTUK III. - Minimumuurloon

Art. 3.§ 1. Het minimumuurloon voor elke arbeider is vastgelegd in de barema's bepaald in artikel 3, § 6 die bepaald zijn in functie van de 38-urenweek. § 2. De loonklassen van de barema's stemmen overeen met de functieklassen. § 3. De arbeider heeft recht op het loon dat overeenstemt met het loon van zijn loonklasse. § 4. De arbeider die op 1 april 2011 een reëel loon heeft dat hoger is dan het sectoraal loon volgens de loonklasse, blijft recht hebben op dat hoger reëel loon. § 5. Bij promotie of anciënniteitsverhoging behoudt de betrokken arbeider het hoger reëel loon krachtens artikel 3, § 4 totdat het sectoraal loon dat overeenstemt met de promotie dat hoger reëel loon heeft bereikt.

Commentaar bij artikel 3, § 5 Voorbeeld : Loon vóór promotie : 15,00 EUR. Sectoraal minimumloon : 14,92 EUR. Geval 1 : sectoraal minimumloon na promotie of anciënniteitverhoging : 14,92 EUR; reëel loon blijft 15,00 EUR. Geval 2 : sectoraal minimumloon na promotie of anciënniteitverhoging : 15,46 EUR; reëel loon wordt 15,46 EUR. § 6. De minimum uurlonen die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2024 verlopen in 3 stappen in functie van de anciënniteit in de loonklasse :

Anciënniteit in de loonklasse (in maanden)/ Ancienneté dans la classe salariale (en mois)

Loonklasse/Classe salariale

< 6 m

6 m - 24 m

> 24 m

1

14,68

14,92

14,92

2

15,26

15,46

15,46

3

15,81

16,07

16,07

4

16,39

16,64

16,64

5

16,96

17,20

17,45

6

17,51

17,77

18,04

7

18,09

18,36

18,63

8

18,68

18,94

19,22


Art. 4.§ 1. De anciënniteit die in aanmerking genomen wordt in het loongebouw, wordt berekend aan de hand van alle bewezen periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse, ongeacht de werkgever of de sector. § 2. De periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse omvatten alle periodes van prestaties en gelijkgestelde periodes, zoals opgesomd in artikel 3, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2022 betreffende de eindejaarspremie, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst en inclusief de periodes van tewerkstelling als uitzendkracht in het bedrijf. § 3. Komen echter alleen in aanmerking de periodes van tewerkstelling in dezelfde loonklasse die voorvallen in de loop van de volgende referteperiodes :

Anciënniteit in de loonklasse (in maanden)/ Ancienneté dans la classe salariale (en mois)

< 6 m

6 m - 24 m

> 24 m

Referteperiode/ Période de référence

-

3 jaar/ans

5 jaar/ans


§ 4. De voortschrijding is van toepassing vanaf de eerste dag van de betaalperiode waarin de vereiste anciënniteit verworven is. § 5. Bij overgang naar een hogere loonklasse kan er geen loonverlies zijn door verlies aan ervaring in de loonklasse.

Art. 5.In afwijking op artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 3 vermelde minimumlonen :

Leeftijd

Percentage

Age

Pourcentage

18 jaar en ouder

90

18 ans et plus

90

17 jaar

80

17 ans

80

16 jaar

70

16 ans

70

15 jaar

60

15 ans

60


Commentaar bij artikel 5 Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt.

Art. 6.In geval van promotie zal het loon van de hogere functieklasse onmiddellijk van toepassing zijn.

HOOFDSTUK IV. - Waarnemingspremie

Art. 7.§ 1. De arbeider die in opdracht van de werkgever een functie tijdelijk en volledig waarneemt die hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie, blijft in zijn eigen loonklasse. § 2. Indien de waarneming in een functie uit een hogere loonklasse betrekking heeft tot een functie lager dan de loonklasse 5, dan ontvangt de arbeider een waarnemingspremie wanneer de waarneming een volledige werkdag geduurd heeft. In dat geval is de waarnemingspremie verschuldigd voor de hele termijn van de waarneming. Deze premie is gelijk aan het verschil tussen het uurloon van hun eigen loonklasse en het uurloon van de hogere loonklasse voor een anciënniteit die de arbeider verwerft in die hogere klasse volgens artikel 4. § 3. Indien de waarneming in een functie uit een hogere loonklasse betrekking heeft tot een functie uit loonklasse 5 of hoger, is er geen premie verschuldigd gedurende de eerste 10 werkdagen. Eens deze periode achter de rug, ontvangen deze arbeiders een waarnemingspremie ongeacht de duur van de waarneming. Deze premie is gelijk aan het verschil tussen het uurloon van hun eigen loonklasse en het uurloon van de hogere loonklasse voor een anciënniteit die de arbeider verwerft in die hogere klasse volgens artikel 4. § 4. De waarnemingspremie wordt niet toegekend aan de arbeider voor wie bij de indeling van zijn functie met het eventueel tijdelijk waarnemen van een functie al rekening is gehouden.

HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex

Art. 8.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden vanaf 1 oktober 2023 gekoppeld aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (registratienummer 106104/CO/118 - koninklijk besluit van 21 januari 2013, Belgisch Staatsblad van 19 maart 2013).

HOOFDSTUK VI. - Seizoenpremie

Art. 9.De volgende seizoenpremies worden betaald : - Voor loonklasse 1 : - na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,01 EUR per uur; - na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,03 EUR per uur; - Voor loonklasse 2 : - na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,01 EUR per uur; - na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,03 EUR per uur; - na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,04 EUR per uur.

Deze premies worden beperkt tot het seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.

Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat. In dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.

De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden.

Deze dienen op de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.

Art. 10.Deze premies zijn niet van toepassing op de ondernemingen waar reeds een gelijkaardig of gelijkwaardig voordeel wordt toegekend onder een andere vorm, of wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumuurlonen overschrijden met een bedrag dat gelijk is aan of hoger is dan deze premies.

Wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumlonen overschrijden zonder dat het verschil het bedrag van de premies bereikt, moeten de nodige aanvullingen toegepast worden.

HOOFDSTUK VII. - Premie voor nachtarbeid

Art. 11.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. wordt toegekend aan de arbeiders die 's nachts tewerkgesteld worden met een minimum van : - 2,36 EUR per uur vanaf 1 oktober 2023; - 2,40 EUR per uur vanaf 1 januari 2024.

Art. 12.De nacht omvat een periode van 8 uren, die beschouwd worden als zijnde vastgesteld van 22 tot 6 uur.

Deze periode kan nochtans van 21 tot 5 uur, of van 23 tot 7 uur, vastgesteld worden, mits dit vermeld wordt in het arbeidsreglement.

Art. 13.Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de onderneming nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.

Art. 14.De nachtpremie is niet van toepassing voor de uren waarvoor een loontoeslag van 50 pct. of 100 pct. voor overwerk van toepassing is.

HOOFDSTUK VIII. - Premie voor ploegenarbeid

Art. 15.§ 1. Per 1 oktober 2023 worden de minimumbedragen van de sectorale ploegenpremies vastgelegd als volgt : - 0,60 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,68 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.

Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,63 EUR voor elke ploeg. § 2. Per 1 januari 2024 worden de minimumbedragen van de sectorale ploegenpremies vastgelegd als volgt : - 0,61 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,69 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg. § 3. Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur. § 4. Zowel de premie voor nachtarbeid waarvan sprake in hoofdstuk VII van deze collectieve arbeidsovereenkomst als de ploegenpremies waarvan sprake in dit artikel, worden vanaf 1 oktober 2023 gekoppeld aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (registratienummer 106104/CO/118 - koninklijk besluit van 21 januari 2013, Belgisch Staatsblad van 19 maart 2013).

Art. 16.De in het artikel 15 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.

Art. 17.De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot 1/2 uur veralgemeend voor alle categorieën, behoudens andere regelingen voorzien in het arbeidsreglement of bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK IX. - Geldigheid

Art. 18.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 14 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid, geregistreerd onder het nummer 172640/CO/118 ( koninklijk besluit van 19 januari 2023Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/01/2023 pub. 30/03/2023 numac 2022207159 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, inzake het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 60 jaar voor de werknemers met een loopbaan van 40 jaar voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 type koninklijk besluit prom. 19/01/2023 pub. 27/03/2023 numac 2022207266 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor sommige oudere werknemers die vóór 1 juli 2023 worden ontslagen in het raam van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag "lange loopbaan" (1) sluiten - Belgisch Staatsblad van 27 maart 2023). § 2. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2024. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties. § 3. Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 september 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^