Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 1998
gepubliceerd op 07 november 1998

Koninklijk besluit houdende bepalingen betreffende de elektronische handtekening, geldend voor de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels

bron
ministerie van binnenlandse zaken, ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu, ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998022668
pub.
07/11/1998
prom.
16/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/16/1998022668/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit houdende bepalingen betreffende de elektronische handtekening, geldend voor de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd beoogt uitvoering te geven aan artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.

Het voorziet in een voorlopig systeem van elektronische handtekeningen, geldend voor de sociale zekerheid.

Onderzoek van de artikelen

Artikel 1.Om de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, en, meer algemeen, de mededeling van gegevens voor de toepassing van de sociale zekerheid, op een betrouwbare manier elektronisch te kunnen laten verlopen, is het nodig een systeem in te voeren waarbij dergelijke aangifte of mededeling elektronisch kan worden ondertekend. Zo niet dreigen heel wat elektronische mededelingen van gegevens vergezeld te moeten worden van een handtekening op papier. In afwachting van een globale juridische regeling van elektronische handtekeningen doorheen alle maatschappelijke sectoren, wordt voorzien in een voorlopig systeem geldend voor de sociale zekerheid. Het bestaat erin dat, in de gevallen bepaald door de Koning, het resultaat van een asymmetrisch-cryptografische transformatie van een elektronische gegevensverzameling wordt gelijkgesteld met een eigenhandig geschreven handtekening, voorzover een door de Kruispuntbank erkende certificatie-autoriteit heeft gecertifieerd dat deze transformatie toelaat met een redelijke zekerheid de identiteit van de auteur en zijn instemming met de inhoud van de gegevensverzameling vast te stellen, evenals de integriteit van de gegevensverzameling. Bij de erkenning van certificatie-autoriteiten zal de Kruispuntbank rekening houden met elementen als de kwaliteit en de beschikbaarheid van de dienst, de beveiliging van de te gebruiken infrastructuur, de organisatie en de procedures, de beschikbaarheid van de certificaten in een publiek toegankelijk elektronisch register, de naleving van de principes inzake eerlijken open mededinging, zonder dat monopolis van enigerlei vorm tot stand kunnen komen, en interoperabiliteit, en de onafhankelijkheid van de certificatie-autoriteit t.o.v. de titularissen van de certificaten.

Art. 2.Dit artikel betreft de tijdelijke toepassing van het besluit (van 1 oktober 1998 tot 30 juni 1999). Evenwel dient de toepassing van het besluit, zolang geen certificatie-autoriteit werd erkend ingevolge bovenvermelde globale juridische regeling, jaarlijks verlengd te worden, zodat het elektronisch gegevensverkeer in de sociale zekerheid verder op een betrouwbare wijze kan verlopen.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste vakantiekamer, op 23 juli 1998 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « houdende bepalingen betreffende de elektronische handtekening, geldend voor de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels », heeft op 29 juli 1998 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State moeten in de adviesaanvraag de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt : « L'urgence est motivée par le fait qu'il importe que les règles régissant la déclaration immédiate à l'embauche soient fixées d'une façon certaine et durable en vue de permettre aux administrations concernées, d'une part, de mettre en oeuvre les moyens techniques leur permettant d'enregistrer et de gérer les données relatives à l'embauche, et d'autre part, de rédiger et de répercuter auprès des employeurs, les informations relatives à cette déclaration.

L'urgence est motivée également par la nécessité de diffuser ces informations dans les meilleurs délais, les employeurs et les secrétariats sociaux agrées devant adapter leurs méthodes de travail au nouveaux systèmes de déclarations.

Enfin, l'urgence se justifie également par la nécessité de coordonner les procédures de travail des différentes administrations concernées et plus particulièrement des services d'inspections. ».

Met toepassing van het bepaalde in artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State heeft de afdeling wetgeving zich beperkt tot « het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan ».

Dat onderzoek noopt niet tot het maken van enige opmerking.

De kamer was samengesteld uit : de heren : D. Verbiest, voorzitter;

D. Albrecht en L. Hellin, staatsraden;

Mevr. A. Beckers, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer D. Albrecht.

Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Van Vaerenbergh, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door de heer W. Weymeersch, adjunct-referendaris.

De griffier, A. Beckers.

De voorzitter, D. Verbiest.

16 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit houdende bepalingen betreffende de elektronische handtekening, geldend voor de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 38;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, zoals zij later werd gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 mei 1998;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid van 19 juni 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de regels betreffende de onmiddelijk aangifte bij de aanwerving op een duidelijke en duurzame manier moeten vastgelegd worden om de betrokken administraties de mogelijkheid te geven, enerzijds, de technische middelen uit te werken voor het registeren en beheren van de gegevens betreffende de aanwerving en, anderzijds, informatie over deze aangifte op te stellen en ze ter kennis te brengen van de werkgevers.

De dringende noodzakelijkheid wordt tevens gemotiveerd door het feit dat deze informatie zo snel mogelijk moet worden medegedeeld aangezien de werkgevers en de sociale secretariaten hun werkmethode aan de nieuwe aangiftesystemen moeten aanpassen.

Ten slotte is de dringende noodzakelijkheid ook verantwoord door de nodige coördinatie van de werkprocedures van de verschillende betrokken administraties en inzonderheid van de inspectiediensten;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 juli 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een artikel 16bis, luidend als volgt, wordt in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid ingevoegd: « In de gevallen bepaald door de Koning, geldt voor de toepassing van de sociale zekerheid, benevens de eigenhandig geschreven handtekening, ook als handtekening, het resultaat dat ontstaat uit een asymmetrisch-cryptografische transformatie van een elektronische gegevensverzameling, voorzover een door de Kruispuntbank erkende certificatie-autoriteit heeft gecertifieerd dat deze transformatie toelaat met een redelijke zekerheid de identiteit van de auteur en zijn instemming met de inhoud van de gegevensverzameling vast te stellen, evenals de integriteit van de gegevensverzameling. ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1998 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1999. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de toepassing van dit besluit verlengen voor opeenvolgende periodes van één jaar.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Mevr. M. COLLA De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^