Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 maart 2004
gepubliceerd op 19 mei 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de aanvullende sociale toelage voor de werklieden en werksters van de ondernemingen van leerlooierij, zeemtouwerij en witlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004200729
pub.
19/05/2004
prom.
16/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/16/2004200729/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de aanvullende sociale toelage voor de werklieden en werksters van de ondernemingen van leerlooierij, zeemtouwerij en witlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten, inzonderheid op artikel 11, geregistreerd onder het nummer 64881/CO/128.01;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de aanvullende sociale toelage voor de werklieden en werksters van de ondernemingen van leerlooierij, zeemtouwerij en witlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002 Aanvullende sociale toelage voor de werklieden en werksters van de ondernemingen van leerlooierij, zeemtouwerij en witlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64884/CO/128.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen.

Art. 2.Ter uitvoering van artikel 11 van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten, wordt aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de leerlooierijen, zeemtouwerijen en witlooierijen een aanvullende sociale toelage, ten laste van de werkgever, toegekend van 111,55 EUR vanaf het dienstjaar 2003.

Voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen van de ruwe huiden en vellen wordt een aanvullende sociale toelage, ten laste van de werkgever, toegekend van 86,76 EUR vanaf het dienstjaar 2003. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten en bedrag

Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt toegekend aan de rechthebbenden die, op 30 september van het sociaal dienstjaar lopende van 1 oktober tot 30 september, terzelfder tijd en gedurende ten minste twaalf maanden : a) lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden verbonden zijn bij een in artikel 1 bedoelde onderneming of in het genot zijn van het brugpensioen krachtens de desbetreffende sectorale regeling.

Art. 4.Aan de rechthebbenden die, gedurende het sociaal dienstjaar, minder dan twaalf maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt de aanvullende sociale toelage verleend op basis van één twaalfde van het totaal jaarlijks bedrag, voor iedere maand of breuk van een maand tijdens dewelke zij voldoen aan de bedoelde voorwaarden.

Onder dezelfde voorwaarden genieten de tijdens het sociaal dienstjaar gepensioneerde rechthebbenden, alsmede de echtgenoot of echtgenote van een tijdens het sociaal dienstjaar overleden rechthebbende, de aanvullende sociale toelage.

Art. 5.Aan de jeugdige werklieden en werksters, die de school verlaten, rechtstreeks in dienst treden bij een in artikel 1 bedoelde werkgever en binnen twee maanden aansluiten bij een in artikel 3, a) bedoelde werknemersorganisatie, wordt de aanvullende sociale toelage verleend op basis van één twaalfde naar rata van het aantal gewerkte maanden gedurende het sociaal dienstjaar.

Art. 6.Voor de berekening van de aanvullende sociale toelage, bedoeld in de artikelen 3 tot 5, wordt elke begonnen maand gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand.

Art. 7.Worden met gewerkte dagen gelijkgesteld, de perioden gedurende dewelke de arbeidsovereenkomst voor werklieden werd geschorst wegens ziekte, arbeidsongeval, werkloosheid of dienstplicht.

Art. 8.Het bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt als volgt vastgesteld voor de sector van de leerlooierij, de zeemtouwerij en witlooierij : vanaf het dienstjaar 2003 : - totaal jaarlijks bedrag : 111,55 EUR; - per één twaalfde : 9,30 EUR. Het bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt als volgt vastgesteld voor de sector van de handel in ruwe huiden en vellen : vanaf het dienstjaar 2003 : - totaal jaarlijks bedrag : 86,76 EUR; - per één twaalfde : 7,31 EUR.

Art. 9.Elk jaar, uiterlijk op 31 december, stelt het « Sociaal Fonds voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen » de in artikel 1 bedoelde werkgevers in het bezit van de nodige attesten van tewerkstelling.

Deze attesten worden door de werkgevers in drie exemplaren ingevuld op naam van elk lid van hun werkliedenpersoneel dat tijdens het sociaal dienstjaar in het personeelsregister was ingeschreven.

Uiterlijk op 31 december volgend op het sociaal dienstjaar worden de attesten in dubbel exemplaar door de werkgevers individueel aan hun werkliedenpersoneel uitgereikt.

Art. 10.Elk jaar wordt de aanvullende sociale toelage uitbetaald volgens de modaliteiten en op het tijdstip zoals vastgesteld in de schoot van het paritair beheerscomité van het « Sociaal Fonds voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen ».

Art. 11.Omdat het « Sociaal Fonds voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen » tijdig over de nodige fondsen moet beschikken storten de werkgevers op verzoek van het secretariaat van het sociaal fonds de bijdragen voor 31 december van het sociaal dienstjaar. De bijdragen worden berekend op basis van het aantal ingeschreven werknemers : a) op 1 juli van het dienstjaar 2003 vermenigvuldigd met 111,55 EUR en op 1 juli van de volgende dienstjaren, vermenigvuldigd met 111,55 EUR wat de sector van de leerlooierij, de zeemtouwerij en de witlooierij betreft;b) op 1 juli van het dienstjaar 2003 vermenigvuldigd met 86,76 EUR en op 1 juli van de volgende dienstjaren, vermenigvuldigd met 86,76 EUR wat de sector van de handel in ruwe huiden en vellen betreft. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij, betreffende de aanvullende sociale toelage voor de werklieden en werksters van de ondernemingen van leerlooierij, zeemtouwerij en witlooierij.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^