16 MAART 1999. - Koninklijk besluit betreffende de indeling van de kantons van de vredegerechten op grond van het aantal inwoners

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 62 en 63 van het Gerechtelijk Wetboek, respectievelijk gewijzigd bij de artikelen 1 en 2 van de wet van 15 juli 1970 en bij artikel 21 van de wet van 11 juli 1994 betreffende de politierechtbanken en houdende een aantal bepalingen betreffende de versnelling en de modernisering van de strafrechtspeling;

Gelet op artikel 1 van het bijvoegsel van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 1973 tot vaststelling, voor de toepassing van artikel 62, tweede lid, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, van de agglomeraties waarvan een provinciehoofdplaats deel uitmaakt;

Gelet op de bevolkingscijfers van de gerechtelijke kantons medegedeeld op 8 september 1998, door het Nationaal Instituut voor de Statistiek;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 februari 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bevolking van de kantons van de vredegerechten op grond van het aantal inwoners op 31 december 1997 en de indeling ervan in twee klassen, worden vastgesteld zoals in de hierbijgevoegde tabel.

Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Annexe. - Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS