gepubliceerd op 13 juli 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 30 juni 2003, betreffende de betaling van één of twee carenzdagen per jaar
16 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 30 juni 2003, betreffende de betaling van één of twee carenzdagen per jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 30 juni 2003, betreffende de betaling van één of twee carenzdagen per jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juni 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 Uitvoering van het protocolakkoord van 30 juni 2003, betaling van één of twee carenzdagen per jaar (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67437/CO/302)
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder "werknemers" : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.
Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 52 van titel 2, hoofdstuk II, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) heeft de werknemer recht op de betaling van één carenzdag per kalenderjaar op voorwaarde dat hij, ongeacht het aantal arbeidsovereenkomsten, in een periode van de 2 kalenderjaren voor de arbeidsongeschiktheid tenminste een tewerkstelling van 12 maanden bij dezelfde werkgever heeft getotaliseerd. Bij dezelfde werkgever bestaat het recht op de betaling van één carenzdag slechts één maal per kalenderjaar, ongeacht het aantal arbeidsovereenkomsten waarmee de werknemer met dezelfde werkgever verbonden is gedurende dit kalenderjaar. § 2. De werknemer heeft recht op de betaling van een tweede carenzdag per kalenderjaar, op voorwaarde dat hij ten minste 5 jaar ononderbroken anciënniteit heeft in dezelfde onderneming, op de dag die de tweede carenzdag voorafgaat.
Art. 5.§ 1. Voor de seizoenwerknemers die bij eenzelfde werkgever verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, om arbeidsprestaties te leveren tussen 1 mei en 30 september van hetzelfde kalenderjaar, ontstaat het recht op de betaling van één carenzdag telkens de werknemer 130 arbeidsdagen (5-dagenstelsel) of 156 arbeidsdagen (6-dagenstelsel) getotaliseerd heeft bij dezelfde werkgever voorafgaand aan de periode van arbeidsongeschiktheid. Bij dezelfde werkgever bestaat het recht op de betaling van één carenzdag slechts één maal per kalenderjaar, ongeacht het aantal arbeidsovereenkomsten waarmee de werknemer met dezelfde werkgever verbonden is gedurende dit kalenderjaar. § 2. Voor de seizoenwerknemers die, bij eenzelfde werkgever, verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, om arbeidsprestaties te leveren tussen 1 mei en 30 september van hetzelfde kalenderjaar, ontstaat het recht op de betaling van een tweede carenzdag vanaf het ogenblik dat zij 650 arbeidsdagen (5-dagenstelsel) of 780 arbeidsdagen (6-dagenstelsel) getotaliseerd hebben bij dezelfde werkgever voorafgaand aan de periode van arbeidsongeschiktheid, een recht dat zich herhaalt telkens de seizoenwerknemers nadien 130 arbeidsdagen (5-dagenstelsel) of 156 arbeidsdagen (6-dagenstelsel) totaliseert bij dezelfde werkgever. Bij dezelfde werkgever bestaat het recht op de betaling van een tweede carenzdag slechts eenmaal per kalenderjaar, ongeacht het aantal arbeidsovereenkomsten waarmee de werknemer met dezelfde werkgever verbonden is gedurende dit kalenderjaar.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juni 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE