Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juli 2001
gepubliceerd op 31 juli 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022512
pub.
31/07/2001
prom.
16/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/16/2001022512/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997, bevestigd bij de wet van 12 december 1997, en de wetten van 22 februari 1998, 25 januari 1999 en 24 december 1999;

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 27, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 december 1985, 13 september 1989, 3 juni 1992, 31 december 1992, 28 april 1993, 28 maart 1995, 29 november 1996, 9 juli 1997, 10 juni 1998, 28 februari 1999 en 18 februari 2000, artikel 28, § 8, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1999 en artikel 29, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996, 10 juli 1996, 29 november 1996, 10 juni 1998, 31 augustus 1998, 28 februari 1999 en 5 oktober 1999;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissies bandagisten-verzekeringsinstellingen en orthopedisten-verzekeringsinstellingen, geformuleerd op 8 mei 2001;

Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige controle, gegeven op 8 mei 2001;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 9 mei 2001;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, genomen op 21 mei 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juni 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 juni 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : dat de Ministerraad op 24 februari 2000 beslist heeft dat uitzonderlijk, de hoogdringendheid van drie dagen kan gevraagd worden teneinde een veroordeling door het Europees Hof van Justitie te vermijden;

De Europese Commissie heeft op 13 september 2000 uit hoofde van artikel 226, eerste alinea, EG-Verdrag, een met redenen omklede advies uitgebracht waarin gesteld wordt dat het Koninkrijk België, door in beginsel de vergoeding van orthopedisch materiaal te hebben belemmerd vanwege het feit dat de medische prestaties buiten het nationale grondgebied zijn geleverd, de verplichtingen die krachtens de artikelen 28 en volgende EG-Verdrag op hem rusten niet is nagekomen;

Overeenkomstig artikel 226 van het EG-Verdrag, verzoekt de Europese Commissie, de Belgische regering binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de kennisgeving, de nodige maatregelen te nemen om zich te schikken naar dit met redenen omklede advies;

Gelet op het advies 31.848/1 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 27 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 december 1985, 13 september 1989, 3 juni 1992, 31 december 1992, 28 april 1993, 28 maart 1995, 29 november 1996, 9 juli 1997, 10 juni 1998, 28 februari 1999 en 18 februari 2000, worden de volgende bepalingen toegevoegd : « § 18. De in dit artikel voorziene producten mogen enkel verstrekt worden op voorschrift van een geneesheer en in overeenstemming daarmee.

De levering dient te gebeuren binnen een termijn van vijfenzeventig werkdagen volgend op de datum van het voorschrift dat in geen geval ouder dan twee maanden mag zijn, of, indien ze aan de goedkeuring van de adviserend geneesheer is onderworpen, vanaf de datum van die goedkeuring, behoudens een bewezen overmacht. § 19. De in dit artikel voorziene producten moeten overeenstemmen met de minimummaatstaven inzake fabricage omschreven in deze nomenclatuur. § 20. De in dit artikel voorziene op maat gemaakte producten moeten ten minste éénmaal aangepast worden voor het af te leveren product wordt afgewerkt. § 21. De in dit artikel voorziene producten moeten bij de levering bij de patiënt aangelegd worden. § 22. Alle aanwijzingen betreffende het aanbrengen, het gebruik en het onderhoud van het product moeten aan de patiënt verstrekt worden. § 23. De bandagist moet de levering zelf uitvoeren en over de voor het vervaardigen naar maat en voor het passen nodige installatie en het gereedschap beschikken. Hij mag geen product noch te koop aanbieden, noch verstrekken op markten, beurzen of andere openbare plaatsen, noch door venten. § 24. Wanneer de rechthebbende, die een geneeskundig voorschrift heeft en zich niet of zeer moeilijk kan verplaatsen, de bandagist oproept, mag deze zich naar diens woonplaats begeven. »

Art. 2.In artikel 28, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1999, worden de volgende bepalingen toegevoegd : « 23° De in deze paragraaf voorziene producten mogen enkel verstrekt worden op voorschrift van een geneesheer en in overeenstemming daarmee.

De levering dient te gebeuren binnen een termijn van vijfenzeventig werkdagen volgend op de datum van het voorschrift dat in geen geval ouder dan twee maanden mag zijn, of, indien ze aan de goedkeuring van de adviserend geneesheer is onderworpen, vanaf de datum van die goedkeuring, behoudens een bewezen overmacht. 24° De in deze paragraaf voorziene producten moeten overeenstemmen met de minimummaatstaven inzake fabricage omschreven in deze nomenclatuur.25° De verstrekker moet op basis van zijn vaststellingen, nadat hij de rechthebbende heeft gezien, zijn bestek opmaken en de verstrekkingen en het eventueel toebehoren motiveren.26° De in deze paragraaf voorziene producten moeten bij de levering bij de patiënt aangelegd worden.27° Alle aanwijzingen betreffende het aanbrengen, het gebruik en het onderhoud van het product moeten aan de patiënt verstrekt worden.28° De bandagist moet de levering zelf uitvoeren, de documenten ad hoc mede ondertekenen en de rechthebbenden informeren dat de kostprijs van de leveringen en het eventuele toebehoren te zijne laste valt als de levering geschiedt voor de kennisgeving van de negatieve beslissing van de adviserend geneesheer.Hij moet de nodige installatie en het gereedschap om de verstrekkingen aan te passen en kleine herstellingen uit te voeren beschikken. Hij mag geen product noch te koop aanbieden, noch verstrekken op markten, beurzen of andere openbare plaatsen, noch door venten. 29° Wanneer de rechthebbende, die een geneeskundig voorschrift heeft en zich niet of zeer moeilijk kan verplaatsen, de bandagist oproept, mag deze zich naar diens woonplaats begeven.30° Onder "erkende verstrekker" in de zin van deze paragraaf, moet worden verstaan, de verstrekker die zich in elk land van de Europese economische ruimte wettelijk gevestigd heeft volgens de wets- en bestuursrechtelijke bepalingen van dat land.»

Art. 3.In artikel 29 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996, 10 juli 1996, 29 november 1996, 10 juni 1998, 31 augustus 1998, 28 februari 1999 en 5 oktober 1999, worden de volgende bepalingen toegevoegd : « § 19. De in dit artikel voorziene producten mogen enkel verstrekt worden op voorschrift van een geneesheer en in overeenstemming daarmee.

De levering dient te gebeuren binnen een termijn van vijfenzeventig werkdagen volgend op de datum van het voorschrift dat in geen geval ouder dan twee maanden mag zijn, of, indien ze aan de goedkeuring van de adviserend geneesheer is onderworpen, vanaf de datum van die goedkeuring, behoudens een bewezen overmacht. § 20. De in dit artikel voorziene producten moeten overeenstemmen met de minimummaatstaven inzake fabricage omschreven in deze nomenclatuur. § 21. De in dit artikel voorziene op maat gemaakte producten moeten ten minste éénmaal aangepast worden voor het af te leveren artikel wordt afgewerkt. § 22. De in dit artikel voorziene producten moeten bij de levering bij de patiënt aangelegd worden en indien nodig technisch aangepast worden. § 23. Alle aanwijzingen betreffende het aanbrengen, het gebruik en het onderhoud van het product moeten aan de patiënt verstrekt worden. § 24. De orthopedist moet de levering zelf uitvoeren en over de voor het vervaardigen van maatwerk en voor het passen nodige installatie en het gereedschap beschikken. Hij mag geen product noch te koop aanbieden, noch te verstrekken op markten, beurzen of andere openbare plaatsen, noch door venten. § 25. Wanneer de rechthebbende, die een geneeskundig voorschrift heeft en zich niet of zeer moeilijk kan verplaatsen, de orthopedist oproept, mag deze zich naar diens woonplaats begeven. »

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^