Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 februari 2017
gepubliceerd op 09 maart 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel dat ongeregeld vervoer verricht

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016012279
pub.
09/03/2017
prom.
16/02/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel dat ongeregeld vervoer verricht (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel dat ongeregeld vervoer verricht.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 februari 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2015 Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel dat ongeregeld vervoer verricht (Overeenkomst geregistreerd op 18 maart 2016 onder het nummer 132280/CO/140.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ongeregeld vervoer verrichten en die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen. § 2. Met "ongeregeld vervoer" wordt bedoeld : het vervoer dat niet aan de definitie van geregeld, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, beantwoordt en dat met name wordt gekenmerkt door het transport van vooraf samengestelde groepen, op initiatief van een opdrachtgever of aan de vervoerder zelf.

Onder "ongeregeld vervoer" wordt eveneens verstaan : de internationaal geregelde diensten over een lange afstand. § 3. Met "werklieden " wordt bedoeld : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst : 1. hebben de termen "ongeregelde diensten" en "internationale geregelde diensten" de betekenis die eraan wordt verstrekt door de EU-Verordening nr.1073/2009 tot vaststelling van de gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten; 2. is de dagelijkse diensttijd de periode tussen twee dagelijkse rusttijden, tussen een dagelijkse rusttijd en een wekelijke rusttijd of tussen een wekelijkse rusttijd en een dagelijkse rusttijd, al loopt hij over twee kalenderdagen.Tussen twee amplitudes moet steeds een minimum rusttijd worden genomen, zoals bepaald door de EU-Verordening nr. 561/2006; 3. is de rijtijd de periode gedurende dewelke de bestuurder het autocarvoertuig bestuurt;4. is de dagelijkse rusttijd deze bepaald door de EU-Verordening nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer.

De dagelijkse rusttijd omvat : a) de tijd die nodig is voor het kleden en het zich opknappen voor en na het werk;b) de tijd die nodig is om de afstand af te leggen tussen de woonplaats van de bestuurder tot aan de garage van de onderneming en omgekeerd. Indien het autocarvoertuig echter niet geparkeerd staat in de garage van de onderneming, wordt de tijd die nodig is om de afstand af te leggen naar en van de plaats waar het autocarvoertuig staat, beschouwd als diensttijd, voor zover deze tijd langer is dan de tijd die de bestuurder normaliter besteedt aan de verplaatsing van en naar de garage van de onderneming; 5. is de arbeidstijd deze bepaald door het koninklijk besluit van 10 augustus 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2005 pub. 05/09/2005 numac 2005012202 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de mobiele werknemers tewerkgesteld in sommige ondernemingen van collectief personenvervoer over de weg die ongeregeld vervoer en/of internationaal geregeld vervoer uitvoeren (1) sluiten betreffende de arbeidsduur van de mobiele werknemers tewerkgesteld in sommige ondernemingen van collectief personenvervoer over de weg die ongeregeld vervoer en/of internationaal geregeld vervoer uitvoeren;6. is de kalenderdag de periode tussen 0 u en 24 u;7. is het semester de periode gaande van 1 januari tot en met 30 juni of van 1 juli tot en met 31 december. HOOFDSTUK III. - Controleapparaat

Art. 3.De bestuurder(s) van een autocarvoertuig dien(t)(en) de tachograaf te gebruiken overeenkomstig de bepalingen van de EU-Verordening nr. 165/2014 betreffende tachografen in het wegvervoer. HOOFDSTUK IV. - Rijtijd

Art. 4.De dagelijkse rijtijd, de ononderbroken rijtijd, de wekelijkse rijtijd en de tweewekelijkse rijtijd dienen overeen te stemmen met de bepalingen van de EU-Verordening nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer. HOOFDSTUK V. - Rusttijd

Art. 5.De dagelijkse rusttijd en de wekelijkse rusttijd dienen overeen te stemmen met de bepalingen van de EU-Verordening nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer.

Art. 6.De dagelijkse rusttijd kan worden doorgebracht aan boord van een autocarvoertuig voor zover het uitgerust is met een slaapbank die voldoet aan de gestelde eisen van het koninklijk besluit van 21 mei 1987 (Belgisch Staatsblad van 27 mei 1987) tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's en hun aanhangwagens moeten voldoen en stilstaat.

Art. 7.Op voorwaarde de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen en om hem toe te laten een passend haltepunt te bereiken, of naargelang de omstandigheden, het eindpunt van zijn reis, mag de bestuurder voor zover nodig afwijken van dit reglement om de veiligheid van de reizigers te waarborgen. De reisplanning moet zodanig opgemaakt worden dat normaal deze beschikking niet moet worden ingeroepen. HOOFDSTUK VI. - Bezoldiging van de ongeregelde diensten

Art. 8.De werkgever verzekert aan elke bestuurder die een dienst uitvoert met één bestuurder aan boord, een gewaarborgde dagbezoldiging berekend in functie van de dagelijkse diensttijd, volgens onderstaande tabel :

Diensttijd 1 chauffeur/ Temps de service 1 chauffeur

RSZ-loon/ Salaire ONSS

ARAB-vergoeding/ Indemnité RGPT

tot 06 u/ jusque 6 h

61,65 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

van 06 u 01 tot 12 u/ 6 h 01 - 12 h

101,55 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

per uur boven de 12 u/ par heure au-delà 12 h

11,26 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h


Art. 9.Indien de diensttijd tot 6 uur voor diensten met één bestuurder niet volledig opgebruikt wordt door prestaties in ongeregeld vervoer, mag hij niet opgevuld worden door prestaties in bijzonder geregeld vervoer.

Eventuele prestaties in bijzonder geregeld vervoer worden in dat geval betaald bovenop de gewaarborgde dagbezoldiging ongeregeld vervoer, behalve indien de prestatie in bijzonder geregeld vervoer van langere duur is dan de prestaties in ongeregeld vervoer.

In dat geval wordt de volledige prestatie vergoed volgens het barema van toepassing in het bijzonder geregeld vervoer.

Art. 10.De werkgever verzekert aan elke bestuurder die een dienst uitvoert met meerdere bestuurders aan boord, een gewaarborgde dagbezoldiging berekend in functie van de dagelijkse diensttijd, volgens onderstaande tabel :

Diensttijd meerdere chauffeurs/ Temps de service plusieurs chauffeurs

RSZ-loon/ Salaire ONSS

ARAB-vergoeding/ Indemnité RGPT

11 u/h

82,64 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

12 u/h

91,11 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

13 u/h

99,72 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

14 u/h

108,23 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

15 u/h

116,81 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

16 u/h

125,40 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

17 u/h

133,84 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

18 u/h

142,47 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

19 u/h

150,95 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

20 u/h

159,57 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h

21 u/h

168,13 EUR

1,48 EUR/u - 1,48 EUR/h


HOOFDSTUK VII. - Anciënniteitstoeslag

Art. 11.Een anciënniteitstoeslag van 2 EUR/prestatie op de in artikelen 8 en 10 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vermelde dagbezoldigingen wordt toegekend vanaf 1 januari 2009 aan de bestuurders die een anciënniteit van minimum 10 jaar tellen in hetzelfde bedrijf.

Voor de bepaling van de anciënniteit wordt rekening gehouden met de startdatum van de arbeidsovereenkomst als bestuurder ongeregeld vervoer. Voor bestuurders die verschillende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk ondertekend hebben, wordt rekening gehouden met de startdatum van de eerste overeenkomst als bestuurder ongeregeld vervoer. HOOFDSTUK VIII. - Gemeenschappelijke loonbepalingen

Art. 12.De totale duur van de diensttijd wordt bepaald op 1 564,5 u per semester. De diensten die buiten deze grens worden gepresteerd, worden vergoed als overwerk. Overuren worden betaald aan 13,14 EUR per uur. De op zon- en feestdagen en op hun compensatiedagen verrichte overuren worden betaald aan 17,52 EUR per uur.

Art. 13.Een inactiviteitsdag in het buitenland wordt vergoed door een afwezigheidspremie gelijk aan 83,61 EUR. Voor deze inactiviteitsdag is de ARAB-vergoeding niet verschuldigd. Voor een dagelijkse diensttijd tot 6 u, enkel gepresteerd in het buitenland in het kader van een meerdaagse reis, ontvangt de bestuurder 83,61 EUR. De ARAB-vergoeding wordt berekend in functie van de duur van de diensttijd.

Art. 14.In geval van garageactiviteit, ontvangt de bestuurder per dag diensttijd een loon van : - 83,61 EUR tot 6 u 30 diensttijd; - 99,76 EUR tussen 6 u 31 en 8 u diensttijd.

Voor deze prestaties is de ARAB-vergoeding niet verschuldigd.

Art. 15.Wanneer de bestuurder zijn dienst begint of eindigt buiten de onderneming, ontvangt hij voor iedere verplaatsing van meer dan 6 u, uitgevoerd met een andere vervoermiddel dan de eigen autocar, een bezoldiging van 83,61 EUR. Indien deze verplaatsing minder dan 6 u bedraagt, wordt een bezoldiging van 61,65 EUR toegekend.

Art. 16.In geval van economische werkloosheid dient een uurloon van 13,3225 EUR aangegeven te worden. Ditzelfde uurloon is eveneens van toepassing in geval van ziekte, arbeidsongeval en educatief verlof en voor de vergoeding van de tijd van de verplichte permanente bijscholing.

Art. 17.De compensatiedagen voor arbeid op zondag die binnen de zes dagen niet gerecupereerd wordt alsmede de compensatiedagen voor de feestdagen, worden vergoed door een forfaitair bedrag van 101,55 EUR.

Art. 18.De in artikelen 8, 10, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 vermelde bedragen worden éénmaal per jaar op 1 oktober aangepast volgens de volgende formule : Uitbetaald loon x indexcijfer september lopend jaar Indexcijfer september vorig jaar

Art. 19.In de autocarondernemingen die eveneens bijzonder geregeld vervoer uitvoeren, wordt de bestuurder die niet uitsluitend aan de autocardiensten is geaffecteerd, onderworpen aan de regels van toepassing op de sector waaraan hij het hoogst aantal arbeidsuren per dag heeft besteed.

De gelegenheidsaffectatie brengt nochtans geen toepassing van deze beschikking mede. Nochtans worden de uren welke in eenzelfde week worden gewerkt, geglobaliseerd om de eventuele overuren te berekenen, in welke dienst ook deze uren werden gewerkt. HOOFDSTUK IX. - Overige bepalingen

Art. 20.De modaliteiten inzake de kamer voor pendelchauffeurs bij diensten met overnachting en de mogelijkheden van recuperatie van zondagarbeid in het buitenland zullen in een werkgroep besproken worden.

Art. 21.De bepalingen inzake het prestatieblad, ingevoerd bij collectieve arbeids overeenkomst van 4 mei 2009Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 04/05/2009 pub. 30/09/2009 numac 2009022446 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, worden verduidelijkt aan de werkgevers en er wordt aangedrongen op de correcte toepassing ervan. HOOFDSTUK X. - Inwerkingtreding

Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars, die zonder verwijl aan de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^