gepubliceerd op 15 maart 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen
16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen.
Art. 2.2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002 Aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2003 onder het nummer 65468/CO/318.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel dat tewerkgesteld is. HOOFDSTUK II. - Berekening van de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen
Art. 2.§ 1. In geval de werknemer overgaat van een loopbaanvermindering of een halftijdse betrekking in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, op het systeem van conventioneel brugpensioen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen (koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1999 betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1997 betreffende het brugpensioen (Vlaamse Gemeenschap) (overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54534/CO/318.02), gebeurt de berekening van de aanvullende vergoeding op basis van het voltijds netto-referteloon. § 2. In geval de werknemer overgaat van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties in het raam van het tijdskrediet zoals voorzien in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, op het systeem van het conventioneel brugpensioen op basis van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1999, gebeurt de berekening van de aanvullende vergoeding op basis van het referteloon dat overeenstemt met het arbeidsregime voorafgaand aan de schorsing van de arbeidsprestaties. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003.
Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan opgezegd worden door één van de partijen, mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN