gepubliceerd op 25 april 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie"
16 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie".
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 Wijziging van de statuten van het "Sociaal Fonds van de betonindustrie" (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 1995 onder het nummer 38379/CO/106.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten met uitzondering van de N.V. Scheerders van Kerckhove's Verenigde Fabrieken, afdeling "cementagglomeraten", te Sint-Niklaas-Waas.
Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 september 1985, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 februari 1986, wordt door de volgende bepalingen vervangen : «
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° het innen van de bijdrage, nodig voor de werking van het fonds;2° de verdeling van de voordelen te verzekeren;3° financieel bij te dragen tot de vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de werknemersvertegenwoordigers en de werkgeversvertegenwoordigers.»
Art. 3.Artikel 4 van dezelfde statuten wordt door de volgende bepalingen vervangen : «
Art. 4.Deze statuten zijn van toepassing : a) op de werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, uitgezonderd de N.V. Scheerders van Kerckhove's Verenigde Fabrieken, afdeling "cementagglomeraten", te Sint-Niklaas-Waas; b) de werklieden en werksters tewerkgesteld door de in a) genoemde ondernemingen.»
Art. 4.Artikel 5 van dezelfde statuten wordt door de volgende bepalingen vervangen : «
Art. 5.§ 1. De bij artikel 4 b) vermelde werklieden en werksters die lid zijn van één van de representatieve interprofessionele organisaties die op nationaal vlak verbonden zijn, hebben recht op een premie voor zover zij er niet van uitgesloten worden wegens de niet-naleving van de sociale vrede.
Deze uitsluiting wordt uitgesproken door de raad van beheer van het fonds, op advies van een beperkt comité, dat met dit doel in de schoot van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten ingesteld wordt. § 2. De bij artikel 4 b) vermelde werklieden en werksters die hun recht op individuele vorming niet benut hebben op 30 september, hebben recht op een forfaitaire terugbetaling van vormingskosten. § 3. De bij artikel 4 b) vermelde werklieden en werksters kunnen aanspraak maken op een aanvullende vergoeding bij vervroegd brugpensioen. »
Art. 5.Artikel 6 van dezelfde statuten wordt door de volgende bepalingen vervangen : «
Art. 6.Het bedrag, de berekeningswijze en de modaliteiten van toekenning en uitkering van alle onder artikel 5 genoemde voordelen worden vastgesteld in afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, algemeen verbindend te verklaren bij koninklijk besluit. »
Art. 6.Artikel 7 van dezelfde statuten wordt door de volgende bepalingen vervangen : «
Art. 7.In geen geval mag de betaling van de in artikel 5 vermelde voordelen afhankelijk gesteld worden van de storting der bijdragen die de werkgever verschuldigd is. »
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en heeft dezelfde geldigheid als de bovengenoemde gewijzigde collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX