gepubliceerd op 25 december 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedureregels en de modaliteiten van betaling van de administratieve boetes ingevolge controles die zijn uitgevoerd met toepassing van de wetgeving betreffende de voedselveiligheid en tot inwerkingstelling van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen
16 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedureregels en de modaliteiten van betaling van de administratieve boetes ingevolge controles die zijn uitgevoerd met toepassing van de wetgeving betreffende de voedselveiligheid en tot inwerkingstelling van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gewijzigd bij de wet van 13 juli 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd door de wet van 19 juli 2001 en gewijzigd bij de wetten van 19 juli en 30 december 2001, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 mei 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 juni 2002;
Gelet op het advies van het wetenschappelijk Comité bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 30 mei 2002;
Gelet op het advies van het raadgevend Comité bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen gegeven op 15 mei 2002;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 12 juli 2002 over het verzoek om advies te geven door de Raad van State binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies 33.398/3 van de Raad van State, gegeven op 19 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De ambtenaar bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, behoort tot het personeel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Hij draagt de titel van « commissaris van de administratieve boetes ».
Art. 2.Wanneer de commissaris van de administratieve boetes, of zijn gedelegeerde ingeval hij afwezig of belet is, een proces-verbaal van vaststelling van overtreding ontvangt dat is opgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen kan hij, bij ter post aangetekende brief, binnen twee maanden na de ontvangst van het proces-verbaal van vaststelling van de overtreding, een voorstel van administratieve boete tot de overtreder richten.
Een kopie van het proces-verbaal is bij het voorstel gevoegd.
Art. 3.Het voorstel van administratieve boete, vergezeld van een overschrijvings- of stortingsformulier, nodigt de overtreder uit tot het betalen van de administratieve boete binnen twee maanden na het versturen van het voorstel.
Het voorstel vermeldt bovendien dat de betaling van de administratieve boete de publieke vordering doet vervallen en dat de overtreder de mogelijkheid heeft om, bij middel van een ter post aangetekende brief, binnen een termijn van dertig dagen na het versturen van het voorstel, zijn verweermiddelen aan te brengen.
Indien het dossier betreffende de vastgestelde inbreuk andere stukken bevat dan het proces-verbaal, zal de overtreder met de brief waarbij hij uitgenodigd wordt zijn verweermiddelen voor te dragen, op de hoogte gesteld worden van de mogelijkheid het dossier binnen de bovenvermelde termijn in te kijken.
Art. 4.§ 1. Indien uit het onderzoek van de verweermiddelen de noodzaak tot aanvullend opsporingsonderzoek blijkt, wordt het gehele dossier overgezonden aan de procureur des Konings. De overtreder wordt daarvan op de hoogte gebracht. § 2. In de andere gevallen, richt de commissaris van de administratieve boetes, na onderzoek van de verweermiddelen, bij een ter post aangetekende brief binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van diens verweermiddelen, een definitief en gemotiveerd voorstel van administratieve boete aan de overtreder, vergezeld van een overschrijvings- of stortingsformulier waarbij wordt vermeld dat de boete binnen een termijn van dertig dagen na het versturen ervan moet zijn betaald.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Justitie zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN