Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 april 2023
gepubliceerd op 25 mei 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, met betrekking tot de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de uurroosters, goedgekeurd ter uitvoering van de raamovereenkomst 2021-2024 van 23 december 2021 voor de Brusselse non-profitsector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023201477
pub.
25/05/2023
prom.
16/04/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 APRIL 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, met betrekking tot de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de uurroosters, goedgekeurd ter uitvoering van de raamovereenkomst 2021-2024 van 23 december 2021 voor de Brusselse non-profitsector (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, met betrekking tot de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de uurroosters, goedgekeurd ter uitvoering van de raamovereenkomst 2021-2024 van 23 december 2021 voor de Brusselse non-profitsector.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 april 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2022 Arbeidsorganisatie en stabiliteit van de uurroosters, ter uitvoering van de raamovereenkomst 2021-2024 van 23 december 2021 voor de Brusselse non-profitsector (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2022 onder het nummer 176481/CO/330) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die deel uitmaken van de hieronder vermelde sectoren die vallen onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : - bejaardentehuizen; - de rust- en verzorgingstehuizen; - de serviceflats; - dagverzorgingscentra; - centra voor dagopvang; - functionele revalidatiecentra; - de initiatieven voor beschut wonen; - de psychiatrische verzorgingstehuizen; - de diensten voor justitieel welzijnswerk; - de diensten voor bijstand aan personen; - de diensten voor geestelijke gezondheidszorg; - en andere ambulante diensten die vallen onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op de werkgevers en werknemers van de sector van de palliatieve verzorging en nazorg gevestigd op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Context en doelstellingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst : - is gesloten ter uitvoering van de raamovereenkomst 2021-2024 van 23 december 2021 voor de Brusselse non-profitsector; - past in de gezamenlijke wil van de sociale partners om de arbeidsomstandigheden van de werknemers te verbeteren, de sector aantrekkelijker te maken wat werkgelegenheid betreft en de kwaliteit van de zorg en de ondersteuning voor mensen te verbeteren; - beoogt de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de arbeidstijd van de werknemers te verbeteren, rekening houdend met onder meer de bestaande regelgeving, de kwaliteit van de zorg, de wensen van de werknemers, het aantal personeelsleden, de planningsgrenzen binnen de referentieperiode, de gemiddelde arbeidstijd die in de referentieperiode moet worden gehaald.

Art. 3.Bij de opmaak van de uurroosters moet de werkgever of diens vertegenwoordiger rekening houden met onder meer de bestaande reglementering, de wensen van de werknemers, de personeelsbestaffing, de planningsgrenzen binnen de referteperiode, de te bereiken gemiddelde arbeidstijd binnen de referteperiode. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten van opmaak van de uurroosters Deze collectieve arbeidsovereenkomst maakt het mogelijk te kiezen tussen twee methoden van communicatie van de uurroosters beschreven in de artikels 4 en 5 hieronder :

Art. 4.Opmaak en communicatie van de uurroosters in één stap Het uurrooster, dat betrekking heeft op één maand, wordt opgehangen en gecommuniceerd, hetzij elektronisch, hetzij op papier, 20 dagen vóór aanvang van de maand waarvoor het uurrooster betrekking heeft.

Een wijziging van dit uurrooster is mogelijk met gemeenschappelijk akkoord van werkgever en werknemer. Een weigering van wijziging of een opgelegde wijziging kan enkel plaatsvinden nadat de werkgever de inspanningen heeft gedaan die redelijkerwijze van hem kon verwacht worden (voorbeeld bevraging van alle collega's van de betrokken afdeling/dienst) en nadat alle alternatieve oplossingen werden overwogen (onder meer het gebruik van de mobiele equipes indien die bestaan,...).

In dit verband kan de werknemer worden gevraagd mee te werken aan het zoeken naar deze oplossingen.

Het uurrooster respecteert de sociale en arbeidswetgeving, met name inzake het recht op betaling van overuren.

Het gebruik van dit systeem van opmaak en mededeling van de uurroosters in één stap maakt het mogelijk gebruik te maken van de in de artikelen 6, 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde afwijkingen.

Art. 5.Opmaak en communicatie van de uurroosters in drie stappen § 1. Bij de opmaak van de uurroosters wordt er in drie stappen gewerkt : - Stap 1 : Gepland uurrooster Een gepland uurrooster, dat betrekking heeft op één maand, wordt opgemaakt uiterlijk 3 maanden vóór aanvang van de maand waarop het uurrooster betrekking heeft, op basis van een raadpleging van de werknemers en de noden van de dienst. In dit geplande uurrooster wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd over een periode van ten hoogste drie opeenvolgende maanden/13 opeenvolgende weken, rekening houdend met artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 april 1988 dan wel 4 weken rekening houdend met artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 april 1988. Dit uurrooster alsook de eventuele wijzigingen worden gecommuniceerd. - Stap 2 : Geafficheerd uurrooster (hetzij elektronisch, hetzij op papier) Het geplande uurrooster wordt geafficheerd één maand vóór de aanvang van de maand waarop het uurrooster betrekking heeft. Een wijziging van dit geafficheerd uurrooster is enkel mogelijk met gemeenschappelijk akkoord van werkgever en werknemer behalve ingeval geen akkoord gevonden kon worden en na redelijkerwijs te verwachten inspanningen van de werkgever (voorbeeld bevraging van alle collega's van de betrokken afdeling/dienst) en nadat alle mogelijke oplossingen werden uitgeput (onder meer het gebruik van de mobiele equipes).

Binnen het lokaal sociaal overleg (in ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de syndicale afvaardiging) wordt de werknemersvertegenwoordiging maandelijks geïnformeerd over de wijzigingen per dienst/afdeling die zonder gemeenschappelijk akkoord door de werkgever doorgevoerd moesten worden. - Stap 3 : Definitief uurrooster 7 kalenderdagen vóór aanvang van de week waarop het uurrooster betrekking heeft is het uurrooster definitief voor de volledig week en kan het alleen worden gewijzigd in gemeenschappelijk akkoord tussen werknemer en werkgever. § 2. Het definitief uurrooster (artikel 5, § 1, stap 3) respecteert de sociale en arbeidswetgeving, onder meer inzake het recht op betaling van overuren.

Het gebruik van dit systeem van opmaak en mededeling van de uurroosters in drie stappen maakt het mogelijk gebruik te maken van de in de artikelen 6, 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde afwijkingen. HOOFDSTUK IV. - Afwijkingen

Art. 6.Referteperiode § 1. In uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 april 1988 betreffende de arbeidsduur in de instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen, wordt de referteperiode verlengd tot een periode van maximaal 6 opeenvolgende maanden of 26 opeenvolgende weken. In dat geval dient de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd te zijn op het einde van deze periode. § 2. Evenwel kan op het einde van de eerste drie opeenvolgende maanden of 13 opeenvolgende weken een contingent van maximum 50 uren gepresteerd boven de gemiddelde contractuele wekelijkse arbeidsduur overgedragen worden naar de volgende drie maanden of 13 weken. § 3. Het begrip van 6 opeenvolgende maanden of 26 opeenvolgende weken in het kader van dit hoofdstuk dient niet noodzakelijk samen te vallen met een kalendersemester, maar dient in dit geval identiek te zijn voor alle werknemers binnen de voorziening, en opgenomen te worden in het arbeidsreglement.

Art. 7.Overgangsmaatregelen in uitvoering van artikel 6 § 1. De eerste verlengde referteperiode waarvan sprake in artikel 6, § 1, kan ten vroegste aanvangen de eerste dag van de maand die volgt op de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De eerste overdracht van 50 uren kan als gevolg maar uitgevoerd worden ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op de eerste 3 opeenvolgende maanden of 13 opeenvolgende weken waarvan sprake in artikel 6, § 2, of op een latere datum in functie van een ander moment van aanvang. § 2. Indien er bij de eerste toepassing van de nieuwe referteperiode een niet-vereffende hoeveelheid aan uren bestaat gepresteerd bovenop de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, dan worden deze uren toegevoegd aan het contingent van 50 uren zoals omschreven in artikel 6, § 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze niet-vereffende hoeveelheid aan uren moet vereffend zijn binnen de termijnen en krachtens de modaliteiten bepaald in een collectieve arbeidsovereenkomst die op ondernemingsniveau afgesloten moet worden ten laatste op het einde van de eerste toepassing van de referteperiode van zes maanden, verlengbaar met een tweede periode van maximaal 6 maanden, na dewelke, bij gebreke van een collectieve arbeidsovereenkomst, het saldo wordt vereffend.

Art. 8.Voorwaardelijke vermindering van de rustperiode van 11 uren tussen twee opeenvolgende arbeidsprestaties § 1. Deze bepaling wordt gesloten in uitvoering van artikel 38ter, § 2, 4° van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten. § 2. De periode van 11 uren rust tussen twee opeenvolgende arbeidsprestaties kan worden teruggebracht tot minstens 9 uren wanneer een avonddienst onmiddellijk wordt gevolgd door een ochtenddienst : - hetzij op schriftelijk verzoek van de werknemer; - hetzij, met het akkoord van de werknemer, om tegemoet te komen aan specifieke dienstbehoeften of in onvoorziene omstandigheden, zoals een arbeidsongeschiktheid van een medewerker die moet vervangen worden. § 3. De vermindering van de 11 uren rust tot minimaal 9 uren rust indien een avondshift onmiddellijk wordt gevolgd door een ochtendshift, kan geen uurregeling op vaste of op weerkerende basis zijn en kan bijgevolg pas voorkomen op het moment van de planning van de uurroosters zoals bepaald in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.Gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijdse werknemers met overwerk § 1. In afwijking van artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 worden voor deeltijdse medewerkers met een variabel uurrooster onder "bijkomende prestaties" alleen deze prestaties verstaan die verricht worden buiten het definitieve uurrooster (zie artikel 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst), voor zover het geplande werkrooster wel degelijk werd opgesteld met naleving van de bepalingen van artikel 5, § 1, stap 1 hierboven. Als gevolg kunnen alleen deze prestaties aanleiding geven tot het betalen van een toeslag, na uitputting van het krediet waarvan sprake in artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990. § 2. De prestaties verricht boven de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, die evenwel in overeenstemming zijn met het definitieve uurrooster, worden aldus niet meegenomen in het krediet bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990. § 3. Het eventuele saldo aan niet-gerecupereerde uren op het einde van de referteperiode is onderworpen aan de reglementering ter zake, met name de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten en het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk. HOOFDSTUK V. - Omzetting van het systeem dat de opmaak van de uurroosters regelt in het arbeidsreglement

Art. 10.De werkgever zet het gekozen systeem tussen de uurroosters van de artikelen 4 en 5 uiterlijk op 1 januari 2023 om in zijn arbeidsreglement.

Deze omzetting in het arbeidsreglement geschiedt overeenkomstig de bepalingen betreffende de vaststelling en/of wijziging van het arbeidsreglement (artikel 11 of 12 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het arbeidsreglement). HOOFDSTUK VI. - Voordeligere akkoorden en praktijken op het niveau van de instellingen

Art. 11.§ 1. De voordeligere akkoorden en praktijken op het niveau van de onderneming, die lokaal gesloten zijn of die een voordeliger gebruik kennen dan de systemen voorzien in de artikelen 4 of 5 van hoofdstuk III, blijven voortbestaan. In geval van een voordeliger gebruik moet de geldende plaatselijke regeling uiterlijk op 1 januari 2023 zijn omgezet in het arbeidsreglement, met inachtneming van de bepalingen betreffende de vaststelling en/of wijziging van het arbeidsreglement (artikel 11 of 12 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het arbeidsreglement). In dit geval heeft het lokale systeem voor de opmaak en de communicatie van voordeligere uurroosters tot gevolg dat gebruik kan worden gemaakt van de in de artikelen 6, 7 en 8 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst genoemde afwijkingen. § 2. Na de inwerkingtreding van onderhavige sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen op het niveau van de onderneming lokale regelingen verbeterd of overeengekomen worden. § 3. In het kader van het plaatselijk sociaal overleg (in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de vakbondsafvaardiging) wordt een jaarlijkse evaluatie van de opstelling van de uurroosters voorzien. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 12.Inwerkingtreding § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt op 1 januari 2023 in werking en is afgesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzegtermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. § 2. De ondertekenaars van deze overeenkomst verbinden zich ertoe de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst te evalueren, ten vroegste in het laatste kwartaal van 2024, op verzoek van één van hen (werkgeversorganisaties of vakbondsorganisaties). § 3. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de notulen van de vergadering die zijn ondertekend door de voorzitter en de secretaris en goedgekeurd door de leden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^