gepubliceerd op 23 mei 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, inzake de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2021 voor de geregionaliseerde Duitstalige gezondheidssectoren
16 APRIL 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, inzake de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2021 voor de geregionaliseerde Duitstalige gezondheidssectoren (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, inzake de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2021 voor de geregionaliseerde Duitstalige gezondheidssectoren.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 april 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Vertaling Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2022 Sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2021 voor de geregionaliseerde Duitstalige gezondheidssectoren (Overeenkomst geregistreerd op 31 augustus 2022 onder het nummer 175038/CO/330) HOOFDSTUK I. - Voorwerp van de overeenkomst
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : - in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2010 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (registratienummer 103537/CO/330), afgesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en zoals laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2019 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 152885/CO/330) en bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2015 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2010 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (registratienummer 127323/CO/330); - in toepassing van artikel 5 van het pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2019 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 330 (registratienummer 152885/CO/330). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die behoren tot de onderstaande sectoren onder de bevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap, met uitzondering van de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst : - de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie) als vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 3° en 4° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen; - de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen, de centra voor kortverblijf voor bejaarden; - de psychiatrische verzorgingstehuizen; - de initiatieven voor beschut wonen; - de revalidatiecentra, met uitsluiting van de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van geneesheren-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen. Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op : - werknemers met een contract van interimarbeid; - werknemers met vakantie-, studenten- of IBO-contracten (individuele beroepsopleiding); - leerlingen waarvoor geen socialezekerheidsbijdragen worden betaald (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de gemeenschappen en gewesten, stagiair met een beroepsinlevingsovereenkomst); - arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke wet op de inrichting van de OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van het koninklijk besluit van 25 november 1991, tenzij er sprake is van een arbeidsovereenkomst; - werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk rustpensioen genieten; - geneesheren-bedienden die een opleiding volgen tot geneesheer-specialist en die beperkt onderworpen zijn door werkgevers-ziekenhuizen uit de privésector (RSZ-code 072). HOOFDSTUK III. - Pensioentoezegging
Art. 4.§ 1. Op 1 januari 2022 is een eenmalige toelage op de individuele pensioenrekening gestort voor het jaar 2021. § 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt, is 1 januari 2022.
Art. 5.De toelage voor het jaar 2021 bedraagt maximaal 10 EUR per rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021, voor zover : - de aangeslotene in het jaar 2021 door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is; - én in de periode tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021 gedurende minstens twee opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is.
Art. 6.§ 1. De toelage wordt toegekend in verhouding tot de "contractuele arbeidstijd", zijnde [het gemiddeld aantal uren per week van de werknemer] gedeeld door [het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon].
Als de werknemer geen volledig trimester gewerkt heeft of in de loop van een trimester van contractuele arbeidstijd is veranderd, wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen van de arbeidsduur ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. § 2. Als de werknemer in de loop van het trimester met wettelijk pensioen is gegaan, wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen tot de pensioendatum ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. § 3. In geval van opzeggingsvergoeding wordt de toelage, bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, toegekend voor de volledige periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt, voor zover deze periode een aanvang neemt in het jaar 2021 en de betrokken werknemer, voorafgaand aan deze periode, aan de voorwaarden van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft voldaan. § 4. De berekening van de toelage wordt vastgesteld op basis van de gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding, geldigheidsduur en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 7.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2022 en is gesloten voor onbepaalde tijd. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De opzegging moet betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, die een kopie van de opzegging stuurt aan elke ondertekenende partij.
Art. 8.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde, notulen van de vergadering.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Beilage Paritätische Kommission für die Gesundheitsinrichtungen und -dienste Kollektives Arbeitsabkommen vom 16. Mai 2022 Sektorielle Altersversorgungszusage für das Jahr 2021 in den regionalisierten deutschsprachigen Gesundheitssektoren (Abkommen eingetragen am 31. Augustus 2022 unter der Nummer 175038/CO/330) KAPITEL I. - Gegenstand des Abkommens
Artikel 1.Das kollektive Arbeitsabkommen wird abgeschlossen : - in Ausführung von Artikel 5 des kollektiven Arbeitsabkommens vom 13.
Dezember 2010 über die Einführung einer sektoriellen Regelung für ergänzende Altersversorgung (Registrierungsnummer 103537/CO/330), abgeschlossen in der Paritätischen Kommission für die Gesundheitseinrichtungen und -dienste und zuletzt abgeändert durch das kollektive Arbeitsabkommen vom 3. Juni 2019 zur Änderung der Altersversorgungsordnung der sektoriellen Regelung für ergänzende Altersversorgung 330 (Registrierungsnummer 152885/CO/330) und durch das kollektive Arbeitsabkommen vom 11. Mai 2015 zur Änderung des kollektiven Arbeitsabkommens vom 13. Dezember 2010 über die Einführung einer sektoriellen Regelung für ergänzende Altersversorgung (Registrierungsnummer 127323/CO/330); - in Anwendung von Artikel 5 der Altersversorgungsordnung im Anhang des kollektiven Arbeitsabkommens vom 3. Juni 2019 zur Änderung der Altersversorgungsordnung der sektoriellen Regelung für ergänzende Altersversorgung 330 (Registrierungsnummer 152885/CO/330).
KAPITEL II. - Anwendungsbereich
Art. 2.Dieses kollektive Arbeitsabkommen gilt für alle Arbeitgeber und alle Arbeitnehmer, die der Paritätischen Kommission für Gesundheitseinrichtungen und -dienste unterstehen und die den folgenden Sektoren im Zuständigkeitsbereich der Deutschsprachigen Gemeinschaft angehören, mit Ausnahme der in Artikel 3 dieses kollektiven Arbeitsabkommens vorgesehenen Kategorien : - Kategoriale Krankenhäuser (d.h. jedes Krankenhaus, das nur über einen G-Dienst (Rehabilitation geriatrischer Patienten) und/oder einen Sp-Dienst (spezialisierter Dienst für Behandlung und Rehabilitation) im Sinne von Artikel 5, § 1 röm. I, erster Absatz Nr. 3 und 4 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen verfügt); - Seniorenstätten, Alten- und Pflegeheime, Tagespflegestätten, Einrichtungen für betreutes Wohnen, Kurzzeitpflegezentren für ältere Menschen; - Psychiatrische Pflegeheime; - Initiativen des begleiteten Wohnens; - Rehabilitationszentren mit Ausnahme der Einrichtungen, mit denen der Versicherungsausschuss des LIKIV auf Vorschlag des Kollegiums der Ärzte-Direktoren eine Vereinbarung in Anwendung von Artikel 22, Nr. 6 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung geschlossen hat und die nicht unter die Anwendung von Artikel 5, § 1, röm. I, Nr. 5 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen fallen.
Unter "Arbeitnehmer" versteht man : die männlichen oder weiblichen Arbeiter und Angestellten.
Art. 3.Dieses kollektive Arbeitsabkommen gilt nicht für : - Arbeitnehmer mit einem Leiharbeitsvertrag; - Arbeitnehmer mit Ferienjob-, Studenten- oder IBU-Verträgen (individuelle Berufsausbildung im Unternehmen); - Lehrlinge, für die keine Sozialversicherungsbeiträge gezahlt werden (anerkannte Lehrlinge im Mittelstand, Industrielehrlinge, Lehrlinge in Ausbildung zum Betriebsleiter, Lehrlinge mit einem durch die Gemeinschaften und Regionen anerkannten Abkommen für sozialberufliche Eingliederung, Praktikanten mit Berufseinarbeitungsvertrag); - Mitarbeiter im Rahmen der unterstützten Beschäftigung und Personen, die im Rahmen von Artikel 60, § 7 des Grundlagengesetzes über die öffentlichen Sozialhilfezentren beschäftigt sind, sowie eine Beschäftigung im Rahmen von Artikel 78 des Königlichen Erlasses vom 25. November 1991, es sei denn, es liegt ein Arbeitsvertrag vor; - Arbeitnehmer, die eine Tätigkeit ausüben, während sie bereits eine gesetzliche Ruhestandspension beziehen; - Angestellte Ärzte, die sich in der Ausbildung zum Facharzt befinden und durch ihre Arbeitgeber - Krankenhäuser des Privatsektors - einer begrenzten Sozialversicherungspflicht unterliegen (LASS-Code 072).
KAPITEL III. - Altersversorgungszusage
Art. 4.§ 1. Am 1. Januar 2022 wurde eine einmalige Zulage auf das individuelle Pensionskonto für das Jahr 2021 eingezahlt. § 2. Das Wertstellungsdatum, ab dem der Ertrag gewährt wird, ist der 1. Januar 2022.
Art. 5.Die Zulage für das Jahr 2021 beträgt maximal 10 EUR pro Anspruch eröffnendem Quartal im Zeitraum zwischen dem 1. Januar 2021 und dem 31. Dezember 2021, sofern : - der Angeschlossene im Jahr 2021 durch einen Arbeitsvertrag an eine Organisation gebunden war, für die die Altersversorgungsordnung gilt; - und während des Zeitraums zwischen dem 1. Januar 2021 und dem 31.
Dezember 2021 für mindestens zwei aufeinanderfolgende Quartale durch einen Arbeitsvertrag an eine Organisation gebunden war, für die die Altersversorgungsordnung gilt.
Art. 6.§ 1. Die Zulage wird im Verhältnis zur "vertraglichen Arbeitszeit" gewährt, die sich aus [der durchschnittlichen Wochenstundenzahl des Arbeitnehmers] geteilt durch [die durchschnittliche Wochenstundenzahl der Referenzperson] ergibt.
Hat der Arbeitnehmer kein volles Quartal gearbeitet oder hat er seine vertragliche Arbeitszeit während des Quartals geändert, so wird die vertragliche Arbeitszeit anteilig nach der Zahl der Kalendertage der Arbeitszeit im Verhältnis zur Zahl der Kalendertage des betreffenden Quartals berechnet. § 2. Hat der Arbeitnehmer während des Quartals eine gesetzliche Pension bezogen, so wird die vertragliche Arbeitszeit entsprechend der Anzahl der Kalendertage bis zum Pensionsdatum im Verhältnis zur Anzahl der Kalendertage des betreffenden Quartals anteilig berechnet. § 3. Bei Kündigungsentschädigungen wird die in diesem kollektiven Arbeitsabkommen festgelegte Zulage für den gesamten Zeitraum gewährt, der der Kündigungsentschädigung entspricht, vorausgesetzt, dass dieser Zeitraum im Jahr 2021 beginnt und dass der betreffende Arbeitnehmer die Bedingungen dieses kollektiven Arbeitsabkommens vor diesem Zeitraum erfüllt hat. § 4. Die Berechnung der Zulage erfolgt auf der Grundlage der Daten, die das Landesamt für soziale Sicherheit über die Zentrale Datenbank der sozialen Sicherheit zur Verfügung stellt.
KAPITEL IV. - Inkrafttreten, Geltungsdauer und Beendigung des kollektiven Arbeitsabkommens
Art. 7.§ 1. Dieses kollektive Arbeitsabkommen tritt am 1. Januar 2022 in Kraft und wird auf unbestimmte Zeit abgeschlossen. § 2. Dieses kollektive Arbeitsabkommen kann von beiden Parteien bis zum 30. Juni eines jeden Kalenderjahres mit Wirkung zum 1. Januar des Folgejahres aufgekündigt werden. Die Aufkündigung ist per Einschreiben an den Vorsitzenden der Paritätischen Kommission für die Gesundheitseinrichtungen und -dienste zu richten, der jeder der Vertragsparteien eine Abschrift der Aufkündigung zukommen lässt.
Art. 8.Gemäß Artikel 14 des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen werden bei der Unterzeichnung dieses kollektiven Arbeitsabkommens die Unterschriften der Personen, die es im Namen der Arbeitnehmerorganisationen einerseits und im Namen der Arbeitgeberorganisationen andererseits abschließen, durch das von den Mitgliedern genehmigte und vom Vorsitzenden und vom Sekretär unterzeichnete Protokoll der Sitzung ersetzt.
Gesehen, um dem Königlichen Erlass vom 16 April 2023 beigefügt zu werden.
Der Minister für Arbeit P.-Y. DERMAGNE