gepubliceerd op 27 juni 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot toekenning van een getrouwheidspremie
16 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot toekenning van een getrouwheidspremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot toekenning van een getrouwheidspremie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Aalst, 16 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Getrouwheidspremie (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer 50923/CO/146) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een getrouwheidspremie
Art. 2.De werkgevers kennen aan hun werklieden en werksters met ten minste 6 maanden dienst in de onderneming en dit tijdens het kalenderjaar een getrouwheidspremie toe.
Art. 3.Deze premie is minstens gelijk aan 8,50 pct. van het individuele brutoloon verdiend gedurende de periode van 1 januari tot 31 december van het betrokken jaar.
Art. 4.De getrouwheidspremie is betaalbaar op de zetel van de onderneming tussen 25 en 31 december van het jaar waarop zij betrekking heeft.
Art. 5.De werklieden en werksters die in de loop van het betrokken jaar worden gepensioneerd of eender welke vorm van brugpensioen nemen, genieten de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3.
De rechthebbenden op de nalatenschap van de werklieden of werksters die in de loop van het betrokken jaar zijn overleden genieten de premie in dezelfde voorwaarden als voor de gepensioneerden en rechthebbenden op brugpensioen.
Art. 6.Bij opzegging ingevolge economische omstandigheden of wegens weersomstandigheden in de loop van het kalenderjaar, welke ook de duur of het tijdstip der arbeidsprestaties was, hebben de werklieden en werksters recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3 en vervalt derhalve de verplichting inzake dienstprestaties voorzien bij artikel 2.
Bij gewone opzegging in de loop van het jaar om redenen andere dan economische of weersomstandigheden en met uitsluiting van de opzegging om dringende redenen hebben de werklieden en werksters die voldoen aan de bepalingen inzake anciënniteit voorzien in artikel 2, recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3.
Art. 7.De werklieden en werksters met 7 jaar of meer dienst en die vrijwillig ontslag nemen hebben recht op de getrouwheidspremie pro rata het aantal gewerkte maanden in het lopende jaar.
De werklieden en werksters met minder dan 7 jaar dienst, die nà 1 oktober van het lopende jaar ontslag nemen en voldoen aan de bepalingen van artikel 2, hebben recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3.
Zij die vóór 1 oktober ontslag nemen hebben geen recht op de getrouwheidspremie.
Art. 8.Voor de berekening van de dienstprestaties komen zowel de dagen arbeidsprestaties in aanmerking als de daarmede gelijkgestelde dagen zoals bepaald bij de wetgeving betreffende de vakantie der loonarbeiders. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 31 mei 1979 gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf tot toekenning van een getrouwheidspremie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 januari 1980, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 april 1980. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Elk van de kontrakterende partijen kan ze opzeggen, mits een opzegging van 3 maanden te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX