gepubliceerd op 05 oktober 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden
15 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 5 januari 2006 onder het nummer 77898/CO/202.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven behoren. § 2. Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Met ingang van 1 september 2005, wordt het hoofdstuk IIIbis Eenmalige premie en koopkracht van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juni 2004, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2004 (geregistreerd onder nummer 64133), vervangen als volgt : « HOOFDSTUK IIIbis. Koopkracht
Art. 21.§ 1. Vanaf 1 september 2005, worden de minimumlonen evenals de werkelijk betaalde lonen met 18 EUR bruto per maand verhoogd. § 2. Voor de deeltijdse werknemers wordt deze loonsverhoging pro rata de prestaties toegekend. »
Art. 3.Met ingang vanaf 1 september 2005, worden de artikelen 32 tot 35 van het hoofdstuk V - Eindejaarspremie, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juni 2004, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2004 (geregistreerd onder nummer 64133), vervangen als volgt : HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie A. Toekenningsvoorwaarden
Art. 32.Een eindejaarspremie wordt toegekend aan de bedienden die in dienst zijn op 31 december van het refertejaar en op diezelfde datum ten minste zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming.
Art. 33.§ 1. Ingeval zij het bedrijf verlaten voor de datum van de uitbetaling van de eindejaarspremie voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, hebben de werknemers eveneens recht op een eindejaarspremie. Deze premie wordt berekend pro rata de tewerkgestelde maanden in het respectievelijke referentiejaar en voor zover zij op het moment van hun vertrek een anciënniteit van tenminste zes maanden in de onderneming hebben. § 2. De eindejaarspremie is niet verschuldigd in geval van ontslag om dringende redenen en evenmin indien de werknemer zelf ontslag neemt. § 3. Voor de werknemers die op het ogenblik van de uitbetaling van de premie niet aanwezig zijn in de onderneming wegens tijdskrediet, palliatief verlof, verlof voor verzorging van een zwaar ziek familielid of ouderschapsverlof, wordt de premie uitbetaald prorata van het aantal maanden die effectief werden gepresteerd.
B. Bedrag
Art. 34.Het bedrag van de eindejaarspremie is vastgesteld : 1. voor de bedienden die gedurende het ganse refertejaar in de onderneming zijn tewerkgesteld geweest op, 100 pct.van het maandloon; 2. voor de andere bedienden die op 31 december van het refertejaar ten minste zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben, op één twaalfde van de voormelde eindejaarspremie per volledige maand tewerkstelling.
Art. 35.Het bedrag van de eindejaarspremie mag niet worden verminderd voor afwezigheden wegens opname van jaarlijkse vakantie, wettelijke feestdagen, bij collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde inactiviteitsdagen, kort verzuim, verlof om dwingende redenen, beroepsziekte of arbeidsongeval. Voor de eerste 30 dagen afwezigheid wegens ziekte of ongeval, bevallingsrust of vaderschapsverlof voor de werknemer waarvan de vrouw in de onmogelijkheid is de bevallingsrust op te nemen, wordt het bedrag van de eindejaarspremie evenmin verminderd. » HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur : ze treedt in werking op 1 september 2005.
Art. 5.Zij mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 mei 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN