gepubliceerd op 29 augustus 2000
Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan bepaalde steden en bepaalde Brusselse politionele samenwerkingszones voor de verwezenlijking van preventie-initiatieven in het kader van Euro 2000
15 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan bepaalde steden en bepaalde Brusselse politionele samenwerkingszones voor de verwezenlijking van preventie-initiatieven in het kader van Euro 2000
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de wetten van de rijkscomptabiliteit, inzonderheid de artikelen 55 tot 58, gecoördineerd op 17 juli 1991;
Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd door de koninklijke besluiten nr. 474 van 28 oktober 1986 en 502 van 31 december 1986 en door de wetten van 7 november 1987, 22 december 1989, 20 juli 1991, 30 maart 1994 en 21 december 1994;
Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid de artikelen 69 tot en met 72, gewijzigd door de wet van 21 december 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve- en begrotingscontrole;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting van coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van de toelagen;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot vaststelling van de modaliteiten van de controle bij het toekennen van een financiële tussenkomst aan de gemeenten bij het afsluiten van een veiligheidscontract of bij het aanwerven van bijkomend personeel in het kader van hun politiedienst;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de staat kunnen genieten op het vlak van de veiligheid;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de dwingende noodzaak om zo vlug mogelijk het bedrag van de diverse financiële hulp waarvan de gemeenten kunnen genieten, te bepalen;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 22 maart 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 2 mei 2000;
Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Ten bedrage van 47.745.628 BEF, kent de Minister van Binnenlandse Zaken aan de steden en gemeenten die hij aanduidde een eenmalige toelage toe voor de verwezenlijking van preventie-initiatieven in het kader van Euro 2000, waarvoor een overeenkomst afgesloten werd tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de betrokken steden en gemeenten. § 2. De overeenkomst bepaalt enerzijds de preventie-initiatieven die zullen ontwikkeld worden door de stad of de gemeente in het kader van Euro 2000 en anderzijds de voorwaarden met het oog op de toekenning van de bedoelde toelage, evenals het bedrag ervan.
Art. 2.Dit bedrag dekt de uitgaven gerealiseerd in het kader van de volgende preventie-initiatieven : - Supporterambassades : 7.931.000 BEF; - Supportersbegeleiding : 11.600.000 BEF; - Preventiewerk : 21.714.628 BEF; - Verwezenlijking brochures : 4.000.000 BEF; - Centraal steunpunt : 2.500.000 BEF.
Art. 3.De middelen vermeld in artikel 2 van het dit besluit zijn, volgens de verdeling opgenomen in bijlage bij dit besluit, toegekend aan de gaststeden (Brugge, Brussel, Charleroi, Luik), aan de transitsteden en de steden met risicowijken (Antwerpen, Gent, Genk, Mechelen, Bergen, La Louvière, Oostende, Seraing) en aan vier pilootsteden in de vier Brusselse politiezones (zone 2 : Anderlecht (pilootgemeente), Vorst, Sint-Gillis, zone 3 : Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek (pilootgemeente), zone 5 : Schaarbeek (pilootgemeente), Evere, Sint-Joost-ten-Noode, zone 6 : Etterbeek, (pilootgemeente) Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe.
Art. 4.Deze uitgaven zullen worden aangerekend op het bijzonder begrotingsartikel, ingesteld door artikel 1, § 2quater, lid 2, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen.
Art. 5.Bij niet-naleving van dit besluit en van de door de Minister van Binnenlandse Zaken in toepassing van dit besluit vastgestelde voorwaarden, evenals in voorkomend geval, bij niet-naleving van de voorwaarden die werden opgenomen in de krachtens dit besluit met de Minister van Binnenlandse Zaken afgesloten overeenkomst, zal de financiële tegemoetkoming van de Staat integraal of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bijlage Verdeling van de federale middelen voor de realisatie van preventie-initiatieven in het kader van Euro 2000 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden bijgevoegd bij Ons besluit van 15 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE