gepubliceerd op 01 oktober 2009
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het verloningssysteem in de banksector en b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 betreffende het verloningssysteem in de banksector
15 JUNI 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het verloningssysteem in de banksector en b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 betreffende het verloningssysteem in de banksector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard de als bijlage overgenomen : a) collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008, als bijlage I, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het verloningssysteem in de banksector en b) collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 2009, als bijlage II, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 betreffende het verloningssysteem in de banksector.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juni 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage I Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 Verloningssysteem in de banksector (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2008 onder het nummer 88953/CO/310) HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 ter invoering van een nieuw loonbeleid in de banksector, en heeft tot doel een nieuw baremiek verloningssysteem uit te werken dat ingang neemt per 1 januari 2009.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers welke tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren en dit toepassingsgebied is hetzelfde als dat van : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1976 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van het kaderpersoneel; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden. HOOFDSTUK 2. - Verloningssysteem Sectie 1. - Ervaringsbarema
Art. 2.De minimum maandlonen van toepassing op de in artikel 1 bedoelde personeelsleden, worden op 1 januari 2009 vastgesteld volgens de bij deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen ervaringsbarema.
Dit ervaringsbarema bepaalt de minimumlonen in elke categorie volgens de ervaring die de werknemer heeft.
Het bij deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen ervaringsbarema heeft betrekking op mei-juni 2008. Het wordt op 1 januari 2009 automatisch vervangen door een op die datum geactualiseerde versie, rekening houdend met de indexeringen.
Sectie 2. - Aanvangslonen
Art. 3.§ 1. De aanvangslonen zijn de lonen die in de ervaringsbarema worden voorzien voor 0 ervaringsjaren. § 2. Voor de categorieën 1 tot 4 wordt het aanvangsloon vastgesteld op niveau 3 van de ervaringsbarema, rekening houdend met een voltooide opleiding van het niveau "bachelor".
Indien de werknemer niet over een dergelijke opleiding beschikt, is het ervaringsniveau 0 van toepassing. § 3. Voor de categorieën Kader I, II en III wordt het aanvangsloon vastgesteld minimaal op niveau 4 van het ervaringsbarema, rekening houdend met een voltooide opleiding van het niveau "master".
Indien de werknemer niet over een dergelijke opleiding beschikt, wordt eventueel niveau 3 toegepast als de opleiding van het niveau "bachelor" is, zoniet is het ervaringsniveau 0 van toepassing.
Indien het behaalde masterdiploma een normaal langere studieperiode dan 4 jaar betreft, wordt daar eveneens mee rekening gehouden, en wel zo dat elk bijkomend afgewerkt opleidingsjaar recht geeft op een bijkomend ervaringsjaar, met een maximum van 7 jaar. § 4. Voor werknemers die geen houder zijn van een bachelor- of mastergetuigschrift, wordt beroepsopleiding die aanleiding geeft tot een diploma en/of een getuigschrift in aanmerking genomen voor de aanrekening van ervaringsjaren en dit met een maximum van 3 jaar. § 5. Voor de aanrekening van ervaringsjaren is geen cumul mogelijk tussen studieperiodes en andere ervaringsperiodes. § 6. In geval een werknemer bij de aanwerving al over ervaring beschikt, kan deze volgens de bepalingen van artikel 5 in aanmerking worden genomen.
Sectie 3. - De evolutie van de lonen in functie van de ervaring
Art. 4.Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimum maandlonen naar gelang de ervaring van de werknemer toeneemt, en volgens het schema dat in het ervaringsbarema is bepaald.
Art. 5.§ 1. Onder ervaring wordt verstaan : de uitoefening van de beroepsactiviteit bij de werkgever waar hij werd aangeworven.
Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties. § 2. Wordt met ervaring, zoals bedoeld in § 1, gelijkgesteld : a) de beroepservaring verworven in andere ondernemingen, vallend onder de Paritaire Comité's nrs.310 (banken), 308 (spaarbanken), 309 (beursvennootschappen), 325 (openbare kredietinstellingen), 306 (verzekeringen) of 307 (verzekeringsmakelaars), evenals bedrijven uit andere paritaire comités die bankactiviteiten verrichten; b) de beroepservaring verworven buiten de ondernemingen bedoeld onder a), als loontrekkende, als zelfstandige of als statutair ambtenaar, met een maximum van 20 jaar;c) elke ervaring in een professioneel milieu (zoals werkstages, vrijwilligerswerk), met een maximum van 5 jaar. § 3. Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst bij de bank welke gepaard gaan met een vervangingsinkomen, worden gelijkgesteld met beroepservaring zoals bedoeld in § 1 : a) de periodes van deeltijdse schorsing wegens tijdskrediet, thematische verloven en arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;b) de periodes van voltijdse schorsing wegens, ziekte, arbeidsongeval en beroepsziekte, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;c) de periodes van voltijdse schorsing wegens thematische verloven inclusief tijdskrediet om thematische redenen, zoals bedoeld in de wetgeving terzake, met een maximum van 3 jaar;d) de andere periodes van voltijdse schorsing wegens tijdskrediet met een maximum van 1 jaar. § 4. De periodes van uitkeringsgerechtigde werkloosheid worden gelijkgesteld met beroepservaring met een maximum van 3 jaar. § 5. Voor de aanrekening van professionele ervaring mag geen enkele gelijkstellingsperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode.
Art. 6.De toekenning van de loonsverhogingen volgens de ervaringsbarema is afhankelijk van het feit dat de beroepservaring met twaalf maanden toegenomen is sedert de aanwerving of in voorkomend geval, sinds de laatste loonsverhoging ingevolge de ervaringstoename.
Als de werknemer zich in een fase van de ervaringsbarema bevindt waar een loonsverhoging pas wordt toegekend na een toename van de beroepservaringervaring met twee jaar, is dit vierentwintig maanden in plaats van twaalf maanden.
De praktische toepassing hiervan evenals de berekeningsvoorbeelden worden in een afzonderlijke bijlage opgenomen.
Sectie 4. - Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 7.De bedragen van het ervaringsbarema worden gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex, maandelijks vastgesteld door de bevoegde federale overheidsdienst.
De aanpassing vindt om de twee maanden plaats met een percentage dat gelijk is aan de procentuele wijziging van het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers van de vier voorafgaande maanden, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers van de derde tot de zesde maand voorafgaand aan de aanpassing.
De aanpassing bedoeld in het vorige lid gebeurt voor de eerste keer op 1 maart 2009. HOOFDSTUK 3. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 8.§ 1. Voor de personeelsleden die in dienst zijn op 31 december 2008, zal - in afwijking van wat voorafgaat - vanaf 1 januari 2009 het aantal jaren ervaring dat voor hen voor het verleden zal in aanmerking genomen worden, gelijk zijn aan het aantal jaren dat in de ervaringsbarema overeenstemt met het bedrag dat op hen van toepassing was op 31 december 2008 (maar geïndexeerd per 1 januari 2009). § 2. De eerste verhoging binnen eenzelfde categorie na 2008 gaat in de eerste dag van de twaalfde maand welke volgt op de laatste baremieke verhoging die het sectoraal minimumloon van de betrokken werknemer in 2008 onderging.
Voor die werknemers die zich in een faze van de ervaringsbarema bevinden waar slechts om de twee jaar een baremieke verhoging van het baremaloon voorzien is, zal de eerste verhoging ingaan de eerste dag van de vierentwintigste maand welke volgt op de laatste baremieke verhoging die het sectoraal minimumloon van de betrokken werknemer voor 2009 onderging. § 3. Voor de werknemers die in de loop van 2008 zijn in dienst getreden en van wie het sectoraal minimumloon in 2008 nog geen baremieke verhoging heeft ondergaan, zal de eerste verhoging na 2008 ingaan de eerste dag van de maand volgend op de verjaardag van hun indiensttreding. § 4. Daarna zullen de verhogingen telkens worden toegekend nadat de ervaring is toegenomen met twaalf maanden of vierentwintig maanden, naargelang het geval.
Art. 9.De sociale partners engageren zich om met absolute prioriteit, en ten laatste op 31 oktober 2008 : - de bestaande diverse sectorale conventionele bepalingen inzake het loonsysteem te onderzoeken; - en te beslissen in welke mate deze dienen behouden te worden, gewijzigd of opgeheven.
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door een van de partijen, mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden, die ten vroegste op 1 oktober 2009 kan ingaan.
Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken bij een ter post aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het verloningssysteem in de banksector
Barème d'expérience - Ervaringsbarema
Expérience professionnelle Beroepservaring
Ouvriers Werklieden
Employés Bedienden
Employés - Ouvriers Bedienden - Werklieden
Cadre Kader
Cat. 1
Cat. 1
Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4
I II III
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46
1.481,10 1.512,36 1.543,63 1.574,90 1.606,16 1.637,43 1.668,69 1.699,96 1.731,22 1.762,49 1.793,76 1.825,02 1.856,29 1.887,55 1.918,82 1.950,08 1.962,59 1.975,10 1.987,60 2.000,11 2.012,62 2.025,12 2.037,63 2.050,14 2.062,64 2.075,15 2.075,15 2.087,65 2.087,65 2.100,16 2.100,16 2.112,67 2.112,67 2.125,17 2.125,17 2.137,68 2.137,68 2.150,19 2.150,19 2.162,69 2.162,69 2.175,20 2.175,20 2.187,70 2.187,70 2.200,21 2.200,21 2.212,72 2.212,72
1.481,10 1.512,36 1.543,63 1.581,15 1.618,67 1.656,19 1.693,71 1.731,22 1.768,74 1.806,26 1.843,78 1.881,30 1.918,82 1.956,34 1.993,86 2.031,38 2.050,14 2.068,89 2.087,65 2.106,41 2.125,17 2.143.93 2.162,69 2.181,45 2.200,21 2.218,97 2.237,73 2.237,73 2.256,49 2.256,49 2.275,25 2.275,25 2.294,01 2.294,01 2.312,77 2.312,77 2.331,53 2.331,53 2.350,29 2.350,29 2.369,05 2.369,05 2.387,81 2.387,81 2.406,56 2.406,56 2.425,32 2.425,32 2.444,08
1.574,95 1.608,68 1.642,42 1.682,90 1.723,39 1.763,87 1.804,35 1.844,83 1.885,32 1.925,80 1.966,28 2.006,76 2.047,25 2.087,73 2.128,21 2.168,69 2.188,94 2.209,18 2.229,42 2.249,66 2.269,90 2.290.14 2.310,38 2.330,62 2.350,87 2.371,11 2.391,35 2.391,35 2.411,59 2.411,59 2.431,83 2.431,83 2.452,07 2.452,07 2.472,31 2.472,31 2.492,55 2.492,55 2.512,80 2.512,80 2.533,04 2.533,04 2.553,28 2.553,28 2.573,52 2.573,52 2.593,76 2.593,76 2.614,00
- 1.696,03 1.732,81 1.769,60 1.821,10 1.872,60 1.924,11 1.975,61 2.027,11 2.078,61 2.130,12 2.181,62 2.233,12 2.284,62 2.336,12 2.387,63 2.439,13 2.461,20 2.483,27 2.505,35 2.527,42 2.549,49 2.571,56 2.593,63 2.615,71 2.637,78 2.659,85 2.681,92 2.681,92 2.704,00 2.704,00 2.726,07 2.726,07 2.748,14 2.748,14 2.770,21 2.770,21 2.792,29 2.792,29 2.814,36 2.814,36 2.836,43 2.836,43 2.858,50 2.858,50 2.880,57 2.880,57 2.902,65
- 1.785,90 1.825,96 1.866,02 1.906,08 1.910,12 1.966,34 2.022,57 2.078,79 2.135,02 2.191,24 2.247,47 2.303,69 2.359,92 2.416,14 2.472,37 2.528,59 2.584,82 2.641,04 2.665,14 2.689,23 2.713,33 2.737,43 2.761,52 2.785,62 2.809,72 2.833,81 2.857,91 2.882,00 2.906,10 2.906.10 2.930,20 2.930,20 2.954,29 2.954,29 2.978,39 2.978,39 3.002,49 3.002.49 3.026,58 3.026.58 3.050,68 3.050.68 3.074,77 3.074,77 3.098,87 3.098,87 3.122,97
- 1.904,95 1.948,01 1.991,07 2.034.14 2.038,48 2.098,92 2.159,37 2.219,80 2.280,25 2.340,69 2.401,13 2.461,57 2.522,02 2.582,45 2.642,90 2.703,34 2.763,78 2.824,22 2.850,13 2.876,02 2.901,93 2.927,84 2.953,74 2.979,64 3.005,55 3.031,45 3.057,36 3.083,25 3.109,16 3.109,16 3.135,07 3.135,07 3.160,96 3.160,96 3.186,87 3.186,87 3.212,78 3.212,78 3.238,68 3.238,68 3.264,58 3.264.58 3.290,48 3.290.48 3.316,39 3.316,39 3.342,30
- 2.016,11 2.062,18 2.108,25 2.154,32 2.158,96 2.223,62 2.288,28 2.352,93 2.417,60 2.482,25 2.546,92 2.611.57 2.676,23 2.740,89 2.805,55 2.870,20 2.934,87 2.999,52 3.027,24 3.054,94 3.082,65 3.110,37 3.138,07 3.165,79 3.193,50 3.221,21 3.248,92 3.276,63 3.304,34 3.304,34 3.332,06 3.332,06 3.359,76 3.359,76 3.387,47 3.387,47 3.415,19 3.415,19 3.442,89 3.442,89 3.470,61 3.470,61 3.498,31 3.498,31 3.526,03 3.526,03 3.553,74
- 2.164,33 2.214,41 2.264,48 2.314,56 2.319,61 2.389,88 2.460,17 2.530,44 2.600,73 2.671,01 2.741,29 2.811,57 2.881,86 2.952.13 3.022,42 3.092,69 3.162,98 3.233,26 3.263,38 3.293,49 3.323,62 3.353,74 3.383,86 3.413,98 3.444,11 3.474,22 3.504,34 3.534,46 3.564,58 3.564,58 3.594,71 3.594,71 3.624,82 3.624,82 3.654,94 3.654,94 3.685,07 3.685,07 3.715,18 3.715,18 3.745,31 3.745,31 3.775,42 3.775,42 3.805,54 3.805,54 3.835,67
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Bijlage II Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 2009 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 betreffende het verloningssysteem in de banksector (Overeenkomst geregistreerd op 12 mei 2009 onder het nummer 92072/CO/310)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.
Art. 2.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 betreffende het verloningssysteem in de banksector wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 5.§ 1. Onder ervaring wordt verstaan : de uitoefening van de beroepsactiviteit bij de werkgever waar hij werd aangeworven.
Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties. § 2. Wordt met ervaring, zoals bedoeld in § 1 gelijkgesteld : a) de beroepservaring verworven in andere ondernemingen, vallend onder de Paritaire Comité's nrs.310 (banken), 308 (spaarbanken), 309 (beursvennootschappen), 325 (openbare kredietinstellingen), 306 (verzekeringen) of 307 (verzekeringsmakelaars), evenals bedrijven uit andere paritaire comités die bankactiviteiten verrichten; b) de beroepservaring verworven buiten de ondernemingen bedoeld onder a), als loontrekkende, als zelfstandige of als statutair ambtenaar, met een maximum van 20 jaar;c) elke ervaring in een professioneel milieu (zoals werkstages, vrijwilligerswerk), met een maximum van 5 jaar. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een beroepservaring verworven in een gelijkaardig onderneming in een andere staat op dezelfde wijze in aanmerking genomen als in België verworven beroepsopleiding. § 3. Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst bij de bank welke gepaard gaan met een vervangingsinkomen, uitgekeerd door een socialezekerheidsregeling in België, of in een andere staat, worden gelijkgesteld met beroepservaring zoals bedoeld in § 1 : a) de periodes van deeltijdse schorsing wegens tijdskrediet, thematische verloven en arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;b) de periodes van voltijdse schorsing wegens, ziekte, arbeidsongeval en beroepsziekte, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;c) de periodes van voltijdse schorsing wegens thematische verloven inclusief tijdskrediet om thematische redenen, zoals bedoeld in de wetgeving terzake, met een maximum van 3 jaar;d) de andere periodes van voltijdse schorsing wegens tijdskrediet met een maximum van 1 jaar. § 4. De periodes van volledige werkloosheid met uitkeringen, toegekend door een socialezekerheidsregeling in België of in een andere staat, worden gelijkgesteld met beroepservaring met een maximum van 3 jaar. § 5. Voor de aanrekening van professionele ervaring mag geen enkele gelijkstellingsperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode. »
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2009, datum van de inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 betreffende het verloningssysteem in de banksector.
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door een van de partijen, mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken bij een ter post aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET