gepubliceerd op 19 september 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid
15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2006 Wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 2 februari 2006 onder het nummer 78423/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan : de arbeiders of arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Financiering
Art. 2.De bepalingen van artikel 25 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie op 28 juni 2005, en geregistreerd op 28 juli 2005 onder het nummer 75843/CO/149.01 worden als volgt aangevuld : "Art. 25.1.
Om de financiering van de in artikelen 6 tot 21 bedoelde uitkeringen, premies en initiatieven te verzekeren, beschikt het fonds over de bijdragen verschuldigd door de bij artikel 5 bedoelde werkgevers.
Art. 25.2.
De bijdrage van de werkgevers wordt bepaald op 1,10 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van de arbeiders, om de financiering van de in artikelen 6 tot 18 voorziene uitkeringen te verzekeren.
De bijdrage van de werkgevers wordt bepaald op 0,75 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van de arbeiders om de financiering van de in artikel 19 voorziene premies en initiatieven met betrekking tot vorming en opleiding te verzekeren.
De bijdrage van de werkgevers, die vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst "eindejaarspremie - algemeen regime", wordt vanaf 1 april 2006 bepaald op 13 pct. van de brutolonen van de arbeiders om de financiering van de voorziene eindejaarspremie te verzekeren, dit in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst "eindejaarspremie - algemeen regime" van 28 juni 2005.
De regeling van de eindejaarspremie wordt bij aparte collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd.
De bijdrage van de werkgevers wordt vanaf 1 januari 2006 bepaald op 1,30 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van de arbeiders om de financiering van het sectoraal pensioenstelsel te verzekeren.
De bijdrage van de werkgevers wordt vanaf 1 juli 2006 bepaald op 1,36 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van de arbeiders om de financiering van het sectoraal pensioenstelsel te verzekeren.
De bijdrage van de werkgevers wordt vanaf 1 april 2004 bepaald op 0,10 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van de arbeiders om de financiering van de voorziene initiatieven inzake technologische dienst- en adviesverlening te verzekeren.
Vanaf 1 juli 2004 wordt deze bijdrage bepaald op 0,05 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van de arbeiders.
Een buitengewone bijdrage kan door de Raad van bestuur van het fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en verdelingsmodaliteiten.
Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst bekrachtigd bij koninklijk besluit.
Art. 25.3.
De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd.". HOOFDSTUK III. - Duurtijd
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen ten vroegste op 1 januari 2008 worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN