gepubliceerd op 18 september 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust
15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 26bis, § 2bis, gewijzigd bij de wet van 3 juli 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van artikel 26bis, § 2bis, van de arbeidswet van 16 maart 1971;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971.
Koninklijk besluit van 19 september 2005, Belgisch Staatsblad van 23 september 2005.
Bijlage Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 1995 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005 tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust (Overeenkomst geregistreerd op 24 januari 2006 onder de nummer 78209/CO/117) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel.
Onder "werknemers" worden verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werkliedenpersoneel. HOOFDSTUK II. - Wijziging Partijen komen overeen om voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005 te wijzigen als volgt :
Art. 2.In toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 en overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de grens van 65 uren boven de gemiddelde arbeidsduur toegestaan gedurende de toepasselijke referteperiode gebracht op 130 uren. Het betreft hier enkel de overuren gebaseerd op de artikelen 25 en 26, § 1, 3 van dezelfde wet.
Art. 3.In toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 en overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van artikel 26 bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt, voor de werknemers bedoeld in artikel 1, het aantal overuren waarvoor kan worden afgezien van inhaalrust verhoogd tot 66 uren. Het betreft hier enkel de overuren gebaseerd op de artikelen 25 en 26, § 1, 3 van dezelfde wet.
Art. 4.In toepassing van artikel 26bis, § 1 van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de referteperiode verlengd tot 12 maanden.
Art. 5.Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de bestaande afspraken op ondernemingsniveau. Zo blijven de afspraken voor wat betreft de recuperatie van de toeslag boven de 66 uren tot 130 uren gelden.
Partijen bevelen wel aan de ondernemingsafspraken in lijn te brengen met de bepalingen van dit akkoord. HOOFDSTUK III. Geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk der partijen opgezegd worden met een opzeggingstermijn van 6 maanden en mits een aangetekend schrijven aan de post aan de voorzitter van het paritair comité en naar elk der ondertekende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN