gepubliceerd op 26 september 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de omschrijving van de risicogroepen in de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten
15 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de omschrijving van de risicogroepen in de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de omschrijving van de risicogroepen in de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 Omschrijving van de risicogroepen in de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten. (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44835/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de subsector van de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten die onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren alsook op hun werklieden. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder: - « verhuizing » : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, onder meer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz..., met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; - « meubelbewaring »: de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; - « aanverwante activiteiten » : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer van meubelen en om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, elektrische huishoudapparaten, archieven, enz.. - « voertuigen speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen » : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnen in voorzien van vastnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz... § 3. Onder « werklieden », wordt bedoeld de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving
Art. 2.Onder « risicogroepen » wordt verstaan de personen behorend tot één van de volgende categorieën : 1° de laaggeschoolde of onvoldoend geschoolde jongeren;2° de werkzoekenden;3° de werklieden van de sector tewerkgesteld door ondernemingen die van de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen gebruik maken;4° de laaggeschoolde of onvoldoend geschoolde werklieden van de sector;5° de werklieden van de sector die minstens 50 jaar oud zijn;6° de werklieden van de sector wiens beroepskwalificatie aan de technologische vooruitgang niet meer aangepast is of die de risico lopen aan de technologische vooruitgang niet meer aangepast te zijn. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET