gepubliceerd op 13 augustus 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen
15 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juli 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 Tewerkstelling en vorming van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer 142015/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. § 2. Met "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke werknemers bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen 1. Algemeen Art.2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en van het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, lid 4 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) van 19 februari 2013.
De sociale partners verbinden er zich toe deze collectieve arbeidsovereenkomst aan te passen in geval van wijziging van de wetgeving zodat de sector zijn verplichtingen naleeft in verband met de risicogroepen vermeld in de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst voert de bepalingen uit van het sectoraal akkoord 2017-2018.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, lid 4 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), dient 0,05 pct. van de loonmassa aan te rekenen op de voornoemde bijdrage bepaald in artikel 4, voorbehouden te worden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten. Van de 0,05 pct. van de loonmassa waarvan hiervoor bepaald, dient de helft besteed te worden aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit. 2. Tussenkomsten 1.Toeslag halftijds tijdskrediet 55+
Art. 3.Een maandelijkse toeslag boven op de RVA-uitkering zal door het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" toegekend worden in geval van halftijds tijdskrediet volgens de voorwaarden en de modaliteiten bepaald in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het tijdskrediet. 2. Tussenkomst kost kinderopvang Art.4. In 2018 en 2019 kent het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" eveneens een tussenkomst toe in de kinderopvang in erkende opvanginstellingen (kribbe, peutertuin, onthaalmoeder) voor kinderen van 0 tot 3 jaar.
Deze tussenkomst wordt op 3 EUR per dag effectieve opvang en per kind vastgesteld op basis van het fiscaal attest inzake uitgave voor de opvang van kinderen (voor de tussenkomst in 2018 op basis van het fiscaal attest voor het kalenderjaar 2017 en voor de tussenkomst in 2019 op basis van het fiscaal attest voor het kalenderjaar 2018).
Elk van de 2 ouders heeft per kind recht op de tussenkomst ten belope van een jaarlijks maximum bedrag van 600 EUR, als hij minimum 12 volledige maanden anciënniteit heeft in het Paritair Comité voor de warenhuizen en een arbeidsovereenkomst heeft bij een werkgever van het Paritair Comité voor de warenhuizen op het moment van de opvang van het kind.
De aanvragen tot tussenkomst worden ingediend door de werknemers bij de werkgevers die een volledig dossier met alle noodzakelijke stavingsstukken overmaken aan het sociaal fonds.
De praktische uitvoeringsmodaliteiten worden door de raad van bestuur van het sociaal fonds bepaald. 3. Aanwervingspremie jongeren minder dan 26 jaar in risicogroepen - ingroeibanen Art.5. Ter invulling van de wetgeving op de risicogroepen en de ingroeibanen, kunnen de ondernemingen die jongeren uit de bij koninklijk besluit bepaalde risicogroepen (voorbehouden gedeelte van 0,10 pct.) aanwerven, een éénmalige forfaitaire toelage ten laste van het sociaal fonds bekomen gelijk aan 750 EUR voor de voltijdse aanwerving en 400 EUR voor de deeltijdse aanwerving van minstens 24 uur per week.
Deze toelage wordt toegekend aan de werknemer met een contract van onbepaalde duur die minstens 12 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming. Hierbij wordt de tewerkstelling in een contract van bepaalde duur bij dezelfde werkgever die zonder onderbreking voorafgaat aan het contract van onbepaalde duur mee in rekening gebracht.
Een evaluatie van de kostprijs zal plaatsvinden één jaar na de uitvoering. Bij een aanzienlijke overschrijding van het budget, zal het bedrag van de premie dientengevolge aangepast worden. 4. Financiering Art.6. Het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" kent financiële tussenkomsten toe waarvan sprake is in artikelen 3 tot 5, ter bevordering van de tewerkstelling, in het bijzonder van de risicogroepen zoals bepaald door de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006.
Met het oog op de financiering van deze tussenkomsten, storten de werkgevers vóór 31 maart 2017 aan het sociaal fonds een bijdrage van 0,30 pct. berekend op basis van vier maal de bruto lonen van de werknemers van het derde trimester van het jaar 2016.
De werkgevers laten aan het sociaal fonds, vóór 1 januari 2017, een kopie van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het derde trimester 2016 geworden. Deze aangifte dient als basis voor de berekening van het bedrag van de verschuldigde bijdrage.
Het sociaal fonds houdt zich het recht voor om informatie bij de RSZ op te vragen.
Met het oog op de financiering van deze tussenkomsten, storten de werkgevers vóór 31 maart 2018 aan het sociaal fonds een bijdrage van 0,30 pct. berekend op basis van vier maal de bruto lonen van de werknemers van het derde trimester van het jaar 2017.
De werkgevers laten aan het sociaal fonds, vóór 1 januari 2018, een kopie van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het derde trimester 2017 geworden. Deze aangifte dient als basis voor de berekening van het bedrag van de verschuldigde bijdrage.
Het sociaal fonds houdt zich het recht voor om informatie bij de RSZ op te vragen.
De bepalingen van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot instelling van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen", en tot vaststelling van de statuten ervan, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, zijn van toepassing.
Art. 7.Op voorstel van de raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" zal het paritair comité de nodige beslissingen per collectieve arbeidsovereenkomst kunnen nemen om het bedrag van de toelagen en tussenkomsten voor de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen aan te passen.
Art. 8.Het bedrag van de toelagen en tussenkomsten voor de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen wordt, op voorstel van de raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen", vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
De modaliteiten zullen heronderhandeld worden wanneer er een sociale zekerheidsbijdrage op zou verschuldigd zijn. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS