Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2016
gepubliceerd op 22 augustus 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsopleiding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016202060
pub.
22/08/2016
prom.
15/07/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsopleiding (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsopleiding.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015 Beroepsopleiding (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 2015 onder het nummer 129686/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Beroepsopleiding

Art. 2.Onder "beroepsopleiding" worden zowel de individuele als collectieve opleidingen verstaan. Deze vinden in principe plaats tijdens de werkuren, en uitzonderlijk buiten de werkuren.

Ondernemingen kunnen mits naleving van de voorwaarden vermeld onder hoofdstuk III van deze collectieve arbeidsovereenkomst een tussenkomst in de beroepsopleiding vragen van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren".

De ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) wordt geconsulteerd over de opleidingsplannen.

De werkgever zal jaarlijks de ondernemingsraad informeren met betrekking tot de ontvangen tussenkomsten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" voor de beroepsopleiding. HOOFDSTUK III. - Tussenkomst in de beroepsopleiding

Art. 3.De onderneming die een tussenkomst van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" wenst te bekomen voor de financiering van de beroepsopleiding die zij in België heeft georganiseerd, dient haar dossier zelf of via een in het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" vertegenwoordigde werkgeversfederatie in bij het secretariaat van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" binnen de vier maanden na de opleiding.

De tussenkomst gebeurt op jaarbasis. De betalingen gebeuren na beslissing van de raad van bestuur van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren", op basis van een verslag van het secretariaat.

Voor de situaties waarin ondernemingen een beroep doen op een in het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" vertegenwoordigde werkgeversfederatie voor de indiening van hun dossiers zal de representatieve werkgeversfederatie evenwel vooraf jaarlijks een lijst van opleidingen voorleggen ter goedkeuring aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren". Die goedkeuring zal dan voor één kalenderjaar gelden.

Art. 4.De lijst van de opleidingen die in aanmerking zouden kunnen komen voor terugbetaling wordt vastgelegd door de raad van bestuur van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" en bevat zeker de mentoropleidingen gegeven en gekregen door de arbeiders.

De onderneming kan vrij de leverancier van de opleiding kiezen.

Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" (raad van bestuur) zal gepaste opleidingen voor oudere arbeiders opzoeken - in het bijzonder mentoropleidingen - en op de website van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" ter kennis stellen van de bedrijven (www.sfonds119.be).

Art. 5.Bij de aanvraag tot tussenkomst voegt de onderneming een volledig dossier toe waarin per opleiding vermeld zijn : - het doel van de opleiding; - een uitvoerig programma; - de aard van de opleiding : theoretische en/of praktische cursussen, opleiding binnen of buiten de onderneming, didactische methoden, enz.; - de betrokken diensten van de onderneming; - de duur en de data van de opleiding; - de lesgevers; - de opleidingsinstelling ofwel de naam en functie van de interne trainer; - een deelnemerslijst met vermelding van hun al dan niet behoren tot de risicogroepen zoals vermeld in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten; - de datum waarop de vorming heeft plaatsgevonden; - het te betalen bedrag. Bij de afrekening wordt tevens de aanwezigheidslijst gevoegd, gehandtekend door de aanwezige deelnemers; - de gedetailleerde kosten voor de onderneming; - de datum van consultatie van de ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) over het opleidingsplan.

Art. 6.Het bedrag van de tussenkomst van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" wordt vastgesteld rekening houdend met volgende criteria : De tussenkomst bedraagt, per deelnemer, maximaal 80 EUR per halve dag van minimum 3 uur. Deze 3 uren kunnen al dan niet aaneensluitend gegeven worden. - De globale tussenkomst per jaar en per onderneming mag niet meer bedragen dan 80 EUR, vermenigvuldigd met het aantal arbeiders in het bedrijf (cijfer berekend op basis van de wetgeving en de omzendbrieven betreffende de verkiezingen van de ondernemingsraden). - Doch, in de micro-ondernemingen (dit wil zeggen tot maximum 10 arbeiders), wordt een minimum budget van 300 EUR per onderneming en per jaar gewaarborgd ten belope van 150 000 EUR (bedrag 2014 en 2015) in het globaal jaarlijks budget van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren". De grens van 80 EUR per halve dag is in dit geval niet van toepassing. - Het nazicht van de criteria wordt toevertrouwd aan het secretariaat van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren". - Binnen de 4 maanden na de afsluiting van de beroepsopleiding moet het dossier bij het secretariaat ingediend worden. - De tussenkomst wordt toegekend rekening houdend met de effectieve deelneming. - De tussenkomsten worden betaald tot uitputting van het in artikel 8 voorziene budget. - Jaarlijks worden de uitbetalingen gecontroleerd door een revisor. HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 7.De financiering van de opleidingsinitiatieven zoals vermeld in de huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afkomstig van de bijdrage risicogroepen zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst risicogroepen van 29 juni 2015 (nr. 128233/CO/119).

Art. 8.Het maximaal budget, voorzien voor de tussenkomsten voor opleiding wordt bepaald op 1 400 000 EUR in 2015 en in 2016.

Een bijkomend budget van 70 000 EUR is sinds 2014 voorzien voor de tussenkomst in de beroepsopleiding voor oudere werknemers (onder andere de mentoropleidingen).

De tussenkomst van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" in de loonkosten van de mentoren die opleidingen geven aan jongeren van minder dan 26 jaar en die behoren tot de risicogroepen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten (ingroeibanen) wordt beperkt tot 100 000 EUR per jaar. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en zij houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 2014 betreffende de beroepsopleiding (nr. 120770/CO/119).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^