Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2016
gepubliceerd op 22 augustus 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor 2015-2016

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016012080
pub.
22/08/2016
prom.
15/07/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor 2015-2016 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor 2015-2016.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2015 Sectorakkoord voor 2015-2016 (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2015 onder het nummer 129100/CO/202) Dit akkoord is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01).

A. Koopkracht 1. Invulling loonmarge (enveloppes 0,5 pct.en 0,3 pct.) De voltijdse werknemer met een volledige referteperiode krijgt vanaf 2016 een recurrente jaarlijkse brutopremie toegekend van 250 EUR; deeltijdse werknemer krijgt pro rata.

Deze premie is via bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomst gesloten vóór 30 oktober 2015 per bedrijfstak of bedrijfsafdeling omzetbaar in één van de volgende voordelen of een combinatie ervan met een gelijke totale waarde : - 1,45 EUR toekenning of verhoging van de werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheques; - verhoging van de patronale bijdrage in de maaltijdcheque met 1 EUR en een bruto jaarpremie van 74 EUR; - verhoging van de patronale bijdrage in de maaltijdcheque met 1 EUR en een jaarlijkse storting van 85 EUR in een aanvullend pensioen (groepsverzekeringsplan); - een jaarlijkse storting van 289 EUR in een aanvullend pensioen (groepsverzekeringsplan).

De onderhandelingen op bedrijfsvlak kunnen enkel betrekking hebben op de keuze van één of een combinatie van meerdere opties uit het bovenstaand menu, niet op de bedragen zelf van elke keuze.

Bij gebrek aan bedrijfsakkoord vóór 30 oktober 2015 zal automatisch de sectorale suppletieve regeling van de brutopremie van toepassing zijn.

De premie wordt geïndexeerd volgens de regels van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de indexering van de lonen.

Betaling van de enveloppes § 1. De brutopremie of de premie te storten in het groepsverzekeringsplan zal aan de deeltijdse werknemers betaald worden in verhouding tot hun prestaties. § 2. De brutopremie zal worden betaald voor de eerste keer in de maand juni 2016 samen met de jaarlijkse premie van 70 EUR daar waar die nog niet (volledig) omgezet is.

De referteperiode voor de brutopremie loopt van juni van het voorgaande kalenderjaar tot en met mei van het jaar van uitbetaling.

Aan de werknemers met een onvolledige referteperiode, wordt de bruto jaarpremie pro rata temporis berekend ten belope van de effectief gepresteerde of daarmee in de sociale zekerheid gelijkgestelde dagen (zoals in de wetgeving op de jaarlijkse vakantie).

De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de jaarlijkse premie van 70 EUR zal in die zin aangepast worden en eveneens voorzien in de mogelijkheid het saldo van de 70 EUR om te zetten in een evenwaardig voordeel. 2. Ecocheques - omzetting in de ondernemingen Een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst gesloten vóór 30 september 2015 kan het voordeel omzetten van de 250 EUR ecocheques (op voltijdse basis), zoals voorzien vanaf 2010 in punt C.l. van het sectorakkoord 2009-2010 van 23 juni 2009.

Bij gebrek aan ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten vóór deze datum, blijft de suppletieve sectorale regeling van de ecocheques automatisch van toepassing.

De totale patronale kost van de omgezette voordelen mag in geen geval hoger zijn dan de totale patronale kost van de toepassing van de netto verhoging in schijven zoals voorzien in het sectorale suppletieve stelsel, alle lasten inbegrepen voor de werkgevers.

In dat kader kan van de schijven van het sectoraal suppletief systeem worden afgeweken.

Bedrijfsonderhandelingen kunnen enkel betrekking hebben op de omzetting van de ecocheques. 3. Elektronische maaltijdcheques Vanaf oktober 2015 zal het voor werkgevers enkel nog mogelijk zijn elektronische maaltijdcheques toe te kennen aan hun personeel.Artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders voorziet de verplichte afsluiting van een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst inzake de toekenning van de elektronische maaltijdcheques, eventueel binnen het kader van een sector-collectieve arbeidsovereenkomst.

Zonder afbreuk te doen aan bedrijfsafspraken terzake, doen de sociale partners in dit kader de aanbeveling dat in de ondernemingen, waar dit nog niet gebeurd is, tegen uiterlijk 31 oktober 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten die voorziet in de overgang van papieren maaltijdcheques naar elektronische maaltijdcheques, met in dit kader het respect van de volgende principes : - het behoud van het toepassingsgebied, van de toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten en van het bedrag van het patronaal en werknemersgedeelte van de maaltijdcheque; - het gebruik van de maaltijdcheques in een elektronische vorm mag geen kosten voor de werknemer teweegbrengen, behalve in geval van diefstal of verlies. In dat laatste geval zal de werknemer de kost van vervanging van de drager dragen. Behalve in geval van verzet vanwege de werknemer, zal deze kost afgehouden worden van de eerstvolgende netto verloning die hem verschuldigd is. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de eerste 2 vragen tot vervanging van de kaart.

B. Syndicale werking 1. Verhoging plafond tussenkomst verplaatsingskosten syndicale afgevaardigden Het plafond voor de terugbetaling van de verplaatsingskosten voor de leden van de syndicale afvaardiging wordt verhoogd tot 500 EUR in PC 202 en PC 311.2. Verhoging tussenkomst syndicale vorming vanuit het sociaal fonds Vanaf 2016 wordt het jaarlijks budget voor de tussenkomst voor de syndicale vorming als volgt vastgesteld : - PC 202 : budget van 95 000 EUR; - PC 311 : budget van 98 000 EUR; - PC 312 : budget op basis van 8 EUR per werknemer.

C. Arbeidsorganisatie 1. Aankondiging van de uurroosters variabele deeltijdse werknemers De uurroosters van de deeltijdse werknemers tewerkgesteld met een variabel uurrooster (dit is met uurroosters waarvan de wekelijkse arbeidsduur kan verschillen van week tot week en de uurroosters die binnen een vaste wekelijkse arbeidsduur van dag tot dag kunnen verschillen) moeten 2 weken op voorhand vóór de derde week (PC 202) en 3 weken op voorhand vóór de vierde week (PC 311) meegedeeld worden.Ze mogen, tijdens deze periode, slechts worden gewijzigd mits voorafgaand akkoord van de betrokkene. 2. Tijdsregistratie De sociale partners binnen de paritaire comités 202, 311 en 312, werkgevers en vakbonden samen, onderstrepen het belang van een correcte toepassing van de arbeidswetgeving binnen de bedrijven. In respect voor de terzake toepasselijke wettelijke bepalingen en rekening houdend met de bedrijfsspecifieke situaties, verbinden de sociale partners zich ertoe om het punten van arbeidsprestaties te onderzoeken, indien dit nog niet gebeurde, de invoering ervan te overwegen en dit in het licht van een correcte toepassing van de arbeidswetgeving zonder daarbij een afbreuk te willen doen aan de rol van de sociale overlegorganen binnen de bedrijven en het werkgeversgezag. 3. Beurtrolverlofdag op zaterdag - individueel recht op vrije weekends In de winkels met meer dan 5 medewerkers wordt de huidige regeling van de beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf 2016 vervangen door de hierna beschreven regeling van vrije weekends. In PC 311 blijft de huidige regeling van kracht in de winkels tot en met 5 medewerkers.

Nieuwe regeling vanaf 2016 (winkels 5+) : - In de winkels met meer dan 5 medewerkers heeft elke individuele werknemer het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar (bovenop de hoofdvakantie); - De werknemer kan het vrije weekend niet cumuleren met een inactiviteitsdag in diezelfde week, onverminderd het recht om in die week een andere vrije dag te nemen, zoals bijvoorbeeld een verlofdag, een recuperatiedag of klein verlet. Het gaat dus om een verschuiving van zijn gebruikelijke inactiviteitsdag in de week naar het weekend; - Opnamemodaliteiten : PC 202-312 : De opname van de vrije weekends gebeurt in onderling overleg met de directe hiërarchische overste.

Deze maatregel is niet van toepassing : - tijdens de maanden juli, augustus en december; - op weekends welke volgen op een feestdag op vrijdag of welke voorafgaan aan een feestdag op maandag.

PC 311 : De opname van de vrije weekends gebeurt in onderling overleg met de directe hiërarchische overste, die niet willekeurig kan weigeren. 4. Bijkomende uren deeltijdse werknemers met een vaste wekelijkse arbeidsduur Onverminderd de wettelijke bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr.35 (artikel 6 en volgende) en de sectorale bepalingen inzake het recht op contractaanpassing, zal een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voor de deeltijdse werknemers met een vaste wekelijkse arbeidsduur (constante wekelijkse arbeidsduur) en variabele uurroosters de keuzemogelijkheid voor de werknemer invoeren om zijn bijkomende uren ofwel onmiddellijk uitbetaald te krijgen ofwel om deze betaald te recupereren binnen een periode van 12 maanden na afloop van het kwartaal waarbinnen de bijkomende uren werden gepresteerd. 5. Tijdskrediet De huidige rechten op tijdskrediet in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst onder collectieve arbeidsovereenkomst nr.103 worden behouden. Met inachtname van de bepalingen inzake de toeslag vanuit het sociaal fonds (zie hoofdstuk I), worden de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten inzake tijdskrediet verlengd tot 30 juni 2017.

D. Eindeloopbaan 1. Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar De minimumleeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt behouden op 60 jaar tot 31 december 2017, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden. Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar voor zware beroepen en 20 jaar nachtarbeid In het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 111 en artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt aan de ontslagen werknemers, die in de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016, 58 jaar of ouder zijn, het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend.

Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar voor zeer lange loopbanen In het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 115 wordt aan de ontslagen werknemers, die in de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016, 58 jaar of ouder zijn, het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend. 2. Tijdskrediet eindeloopbaan In toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr.118, in de Nationale Arbeidsraad gesloten 27 april 2015, wordt voor de toekenning van uitkeringen zoals voorzien in het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001013274 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 18 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001013152 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 01/01/2002 numac 2001012821 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot benoeming van de voorzitter en ondervoorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001022960 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging sluiten, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 december 2014 voor de periode 2015-2016 de leeftijdsgrens op 55 jaar gebracht voor de werknemers die in toepassing van artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen tot halftijdse prestaties, of hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen, en dit voor zover de werknemer op het ogenblijk van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever in de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 valt. 3. Erkenning "zware beroepen" De sociale partners verbinden zich ertoe criteria te bepalen en een definitie uit te werken van "zware beroepen", met name in het kader van de pensioenwetgeving (Nationaal Pensioencomité). E. Jongerenbarema's 1. Afschaffing van aanvangsleeftijd van 21 jaar voor barema's niet-studenten Vanaf 1 juli 2015 wordt de sectorale aanvangsleeftijd van 21 jaar afgeschaft. Concreet wil dit zeggen dat : - de beroepsloopbaan van 22 jaar begint te lopen vanaf de indiensttreding; - er geen blokkering meer is van het barema aan 100 pct. tussen de aanwerving vóór 21 jaar en 21 jaar.

Dit doet geen afbreuk aan de bedrijfseigen barema's, die onverkort van toepassing blijven, met dien verstande dat de sectorale barema's als minima moeten gerespecteerd worden. 2. Studentenbarema PC 202 Vanaf 1 juli 2015 wordt in PC 202 een apart studentenbarema ingevoerd volgens de volgende principes : - Op basis van de volgende degressieve percentages : 16 jaar : 75 pct.; 17 jaar : 82,5 pct.; 18 jaar : 87,5 pct.; 19 jaar : 92,5 pct.; 20 jaar : 97,5 pct.; 21 jaar : 100 pct.; - Toegepast op het hierboven vermelde aanvangsbarema van de betreffende functiecategorie.

De sectorale studentenbarema's toepasselijk op 1 juli 2015 worden als bijlage van het huidig akkoord opgenomen.

F. Veiligheid - agressie in de winkel § 1. Het sociaal fonds zal omtrent het thema van agressie in de winkel een seminariedag organiseren voor de werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers met het oog op het uitwerken van concrete voorstellen en initiatieven die gericht zijn op het samenbrengen en het versterken van het opleidingsaanbod inzake preventie van agressie in de winkel.

De sociale partners bevelen de ondernemingen aan in hun opleidingsaanbod rekening te houden met deze veiligheidsproblematieken. § 2. De bedrijven in PC 202, 311 en 312 engageren er zich toe om een risicoanalyse uit te voeren om de problematiek van veiligheid (security), onder meer diefstallen, hold-ups en geldtransporten in kaart te brengen. De resultaten van deze analyse zullen gepresenteerd worden op het CPBW. De werkgevers verbinden er zich toe om op basis van deze risicoanalyse de nodige maatregelen te nemen om de in kaart gebrachte risico's tot een minimum te beperken.

Het eindresultaat zal besproken worden op het paritair comité, inclusief en desgevallend een lijst van de bedrijven die bovenstaande bepalingen niet in acht genomen hebben. Deze bespreking zal gebeuren op initiatief van de meest gerede partij.

G. Opleiding Certificering van verworven competenties Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal de werkgever een overzicht geven van de gevolgde opleidingen of van de verworven competenties binnen de laatst uitgeoefende functie.

Een werkgroep wordt opgericht met het oog op de uitwerking van een model certificeringformulier voor de werkgevers.

H. Tewerkstellingsmaatregelen - risicogroepen 1. Verderzetting huidige tussenkomsten van het sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen Alle huidige tussenkomsten van het sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen, blijven behouden bij ongewijzigde wetgeving. Bij wijziging van de wetgeving zullen de sociale partners samen overleggen over de verderzetting van de tussenkomsten. 2. Verhoging tussenkomst "kinderkribbe" Voor de jaren 2016 en 2017 wordt het dagbedrag voor de tussenkomst voor kinderopvang vanuit het sociaal fonds opgetrokken van 1 EUR naar 2 EUR. De andere voorwaarden en modaliteiten blijven van toepassing.

Bij afloop van de periode 2016-2017 vindt een evaluatie plaats van de kostprijs. 3. Aanwervingspremie jongeren -26 jaar in risicogroepen - ingroeibanen Ter invulling van de wetgeving op de risicogroepen en de ingroeibanen, kunnen de ondernemingen die jongeren uit de bij koninklijk besluit bepaalde risicogroepen (voorbehouden gedeelte van 0,10 pct.) aanwerven, een éénmalige forfaitaire toelage ten laste van het sociaal fonds bekomen gelijk aan 750 EUR voor de voltijdse aanwerving en 400 EUR voor de deeltijdse aanwerving van minstens 24 uur per week.

Deze toelage wordt toegekend voor de werknemers met een contract van onbepaalde duur die minstens 12 maanden anciënniteit hebben bereikt in de onderneming. Hierbij wordt de tewerkstelling in een contract van bepaalde duur bij dezelfde werkgever die zonder onderbreking voorafgaat aan het contract van onbepaalde duur mee in rekening gebracht.

Een evaluatie van de kostprijs wordt gehouden na het eerste jaar van uitvoering. Bij een aanzienlijke overschrijding van het budget, zal het bedrag van de premie dientengevolge aangepast worden. 4. Respect koninklijk besluit risicogroepen Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), dient 0,05 pct.van de loonmassa voorbehouden te worden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel l van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten. Van de 0,05 pct. van de loonmassa waarvan hiervoor bepaald, dient de helft besteed te worden aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit.

De sociale partners verbinden zich ertoe om voor de jaren 2015 en 2016 uiterlijk op 30 juni 2015 een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met respect voor de risicogroepen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten, met vermelding van de initiatieven betreffende de kinderopvang en de bovenvermelde tewerkstellingspremies, zoals de andere bestaande initiatieven.

I. Verderzetting tussenkomsten sociaal fonds Onverkort de hierboven vermelde wijzigingen, blijven alle huidige tussenkomsten van het sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen behouden bij ongewijzigde wetgeving en sociale lasten.

Overzicht van tussenkomsten van het fonds : Meer bepaald gaat het op moment van ondertekening van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst om volgende tussenkomsten : Voor PC 202 : - Syndicale premie; - Aanvulling tijdskrediet; - Beroepsopleiding; - Definitieve arbeidsongeschiktheid.

Voor PC 311 : - Syndicale premie; - Aanvulling tijdskrediet; - Vervanging brugpensioen.

Voor PC 312 : - Syndicale premie; - Aanvulling tijdskrediet; - Beroepsopleiding.

Specifieke uitleg over toeslag tijdskrediet : Rekening houdend met de wetgeving op moment van ondertekening van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, keert het fonds de aanvulling uit op de RVA-uitkering inzake tijdskrediet in volgende gevallen : 1. tijdskrediet eindeloopbaan 1/2 vanaf 60 jaar;2. tijdskrediet eindeloopbaan 1/2 vanaf 55 jaar in de specifieke gevallen van collectieve arbeidsovereenkomst nr.118 : lange loopbanen, zware beroepen (nachtarbeid of ploegenarbeid) en ondernemingen in moeilijkheden/herstructurering; 3. tijdskrediet eindeloopbaan 1/2 voor ondernemingen in moeilijkheden/herstructurering vanaf 53 jaar indien ingangsdatum van erkenning vóór 9 oktober 2014. J. Sociale dialoog in de sector De sociale partners verbinden zich ertoe elkaar binnen de paritaire comités 202-311-312 op regelmatige basis te ontmoeten om over de thema's te spreken die in het bijzonder de sector aanbelangen, zoals winkelopeningstijden en zondagwerk, de structuur van de paritaire comités. 1. Uitbouw e-commerce De sociale partners betrokken bij de ontwikkeling van de sector van de e-commerce, werkgevers en vakbonden samen, zijn zich bewust van de uitdagingen waar deze nieuwe activiteitensector voor staat en engageren zich om samen een grondig en uitgebreid debat (zonder taboes of voorafnames) te voeren in de verschillende betrokken paritaire comités om de sector toe te laten zich verder te ontwikkelen en om de kwalitatief hoogstaande jobs in de sector verder te ontwikkelen. Eerst en vooral dient er een debat te worden gevoerd over het begrip e-commerce, over de definitie van het begrip, de omlijning ervan en dienen de op terrein reeds bestaande ervaringen van de bedrijven en de paritaire comités te worden geïnventariseerd, de door de sector uitgedrukte noden te worden onderzocht (voor zover dit nog niet is gebeurd) en dienen er evenwichtige oplossingen te worden gezocht die ervoor zorgen dat de kwalitatief hoogstaande jobs behouden blijven en verder worden ontwikkeld.

Tegen eind december 2015 zal de Minister van Werk de unanieme conclusies uit dit paritair debat ontvangen. Indien nodig, zullen de betrokken sociale gesprekspartners, na gezamenlijk overleg, hun gewenste wettelijke wijzigingen aan de minister overmaken. 2. Verderzetting sectorale werkgroepen De werkzaamheden van de volgende werkgroepen worden verdergezet : - Werkgroep "interpretatie van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten"; - Werkgroep "functieclassificatie"; - Werkgroep over de toekomst van de paritaire comités van de detailhandel; - Werkgroep "sociale dialoog"; - Werkgroep "opleiding".

K. Sociale vrede en verlenging van de akkoorden 1. Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en/of akkoorden van bepaalde duur Het volgende akkoord van bepaalde duur wordt voortgezet voor de duur van dit akkoord : het akkoord van 19 februari 2014 over de toekenning van de aanmoedigingspremies voor tijdskrediet in het Vlaamse Gewest.2. Sociale vrede De werknemers en de werkgevers verbinden zich ertoe de sociale vrede te bewaren in de ondernemingen en dit voor de gehele duur van het akkoord.Geen enkele nieuwe eis zal door de partijen worden ingediend op het niveau van de sector of de onderneming tijdens de duurtijd van dit akkoord.

L. Duur van het akkoord Dit akkoord heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2015 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2017, met uitzondering van de andersluidende bovenstaande bepalingen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor 2015-2016 Studentenbarema's PC 202 op 1 juli 2015 Barema A I

Leeftijd/Age

CAT

I

II

III

IV

pct./p.c.

16 jaar/ans

1 128,62

1 193,84

1 252,91

1 330,74

75,0

17 jaar/ans

1 241,48

1 313,23

1 378,20

1 463,81

82,5

18 jaar/ans

1 316,73

1 392,82

1 461,73

1 552,53

87,5

19 jaar/ans

1 391,97

1 472,41

1 545,26

1 641,25

92,5

20 jaar/ans

1 467,21

1 552,00

1 628,79

1 729,96

97,5

vanaf 21 jaar/à partir de 21 ans

1 504,83

1 591,79

1 670,55

1 774,32

100,0


Barema A II

Leeftijd/Age

CAT

I

II

IIIA

IIIB

IV

V

pct./p.c.

16 jaar/ans

1 188,32

1 244,65

1 279,15

1 300,67

1 386,20

1 434,31

75,0

17 jaar/ans

1 307,15

1 369,11

1 407,06

1 430,73

1 524,81

1 577,74

82,5

18 jaar/ans

1 386,38

1 452,09

1 492,34

1 517,44

1 617,23

1 673,36

87,5

19 jaar/ans

1 465,60

1 535,07

1 577,62

1 604,15

1 709,64

1 768,98

92,5

20 jaar/ans

1 544,82

1 618,04

1 662,89

1 690,86

1 802,05

1 864,60

97,5

vanaf 21 jaar/à partir de 21 ans

1 584,43

1 659,53

1 705,53

1 734,22

1 848,26

1 912,41

100,0


Barema B I

Leeftijd/Age

CAT

I

II

III

IV

pct./p.c.

16 jaar/ans

1 124,39

1 189,59

1 248,77

1 326,63

75,0

17 jaar/ans

1 236,83

1 308,55

1 373,64

1 459,29

82,5

18 jaar/ans

1 311,79

1 387,86

1 456,89

1 547,74

87,5

19 jaar/ans

1 386,75

1 467,16

1 540,14

1 636,18

92,5

20 jaar/ans

1 461,71

1 546,47

1 623,39

1 724,62

97,5

vanaf 21 jaar/à partir de 21 ans

1 499,19

1 586,12

1 665,02

1 768,84

100,0


Barema B II

Leeftijd/Age

CAT

I

II

IIIA

IIIB

IV

V

pct./p.c.

16 jaar/ans

1 184,05

1 240,50

1 274,93

1 296,53

1 381,98

1 431,31

75,0

17 jaar/ans

1 302,45

1 364,55

1 402,43

1 426,18

1 520,18

1 574,44

82,5

18 jaar/ans

1 381,39

1 447,25

1 487,42

1 512,61

1 612,31

1 669,86

87,5

19 jaar/ans

1 460,33

1 529,95

1 572,42

1 599,05

1 704,44

1 765,28

92,5

20 jaar/ans

1 539,26

1 612,65

1 657,41

1 685,48

1 796,57

1 860,70

97,5

vanaf 21 jaar/à partir de 21 ans

1 578,73

1 654,00

1 699,91

1 728,70

1 842,64

1 908,41

100,0


Barema C I

Leeftijd/Age

CAT

I

II

III

IV

pct./p.c.

16 jaar/ans

1 123,02

1 188,25

1 247,31

1 325,14

75,0

17 jaar/ans

1 235,32

1 307,07

1 372,04

1 457,65

82,5

18 jaar/ans

1 310,19

1 386,29

1 455,20

1 545,99

87,5

19 jaar/ans

1 385,06

1 465,51

1 538,35

1 634,34

92,5

20 jaar/ans

1 459,93

1 544,72

1 621,50

1 722,68

97,5

vanaf 21 jaar/à partir de 21 ans

1 497,36

1 584,33

1 663,08

1 766,85

100,0


Barema C II

Leeftijd/Age

CAT

I

II

IIIA

IIIB

IV

V

pct./p.c.

16 jaar/ans

1 182,71

1 239,05

1 273,55

1 295,06

1 380,60

1 428,71

75,0

17 jaar/ans

1 300,98

1 362,95

1 400,90

1 424,57

1 518,66

1 571,58

82,5

18 jaar/ans

1 379,83

1 445,55

1 485,80

1 510,91

1 610,70

1 666,82

87,5

19 jaar/ans

1 458,68

1 528,16

1 570,71

1 597,24

1 702,74

1 762,07

92,5

20 jaar/ans

1 537,53

1 610,76

1 655,61

1 683,58

1 794,78

1 857,32

97,5

vanaf 21 jaar/à partir de 21 ans

1 576,95

1 652,06

1 698,06

1 726,75

1 840,80

1 904,94

100,0


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^