Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2015
gepubliceerd op 18 augustus 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015202210
pub.
18/08/2015
prom.
15/07/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2014 Statuut van de vakbondsafvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2014 onder het nummer 122592/CO/327.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, met uitzondering van de beschutte werkplaatsen in de Duitstalige Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : alle mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden, ongeacht het type arbeidscontract.

Art. 2.De ondertekenende organisatie bevestigen navolgende beginselen : De werknemers erkennen de noodzaak van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij maken er een erepunt van hen met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming direct noch indirect te hinderen, in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De ondertekenende werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe aan hun aangeslotenen aan te bevelen op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om hen te beletten bij een vakbond aan te sluiten en aan de niet-aangesloten werknemers geen andere voorrechten dan aan de aangesloten werknemers toe te kennen.

De ondertekenende werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, aan hun organisaties, waaruit zij zijn samengesteld, aan te bevelen in de ondernemingen de praktijken van paritaire verhoudingen, die met de geest van deze overeenkomst stroken, na te leven.

De ondertekenende organisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten leden aan te bevelen : - respectievelijk de ondernemingshoofden en de vakbondsafgevaardigden te verzoeken in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die bepalend zijn voor de goede sociale verhoudingen in de onderneming; - er over te waken dat diezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en hun inspanningen bundelen teneinde de naleving ervan te verzekeren.

Art. 3.De ondertekenende werknemersorganisaties verbinden zich ertoe zich onderling akkoord te stellen voor het aanwijzen of het verkiezen van een gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging in de ondernemingen.

De werknemersorganisaties zien erop toe dat de beschikbare mandaten billijk worden verdeeld.

De werkgevers erkennen dat het bij een vakbond aangesloten personeel bij hen vertegenwoordigd is door een vakbondsafvaardiging, waarvan de leden onder de werknemers van de onderneming worden aangewezen of verkozen door de werknemersorganisaties.

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe de vakbondsafgevaardigden aan te wijzen onder de vertegenwoordigers van de werknemers die kandidaat waren bij de jongste sociale verkiezingen.

Ingeval echter een vakbondsorganisatie geen verkozen leden heeft en geen werknemer (meer) die kandidaat was bij de jongste sociale verkiezingen, alsook wanneer geen enkele kandidaat belangstelling heeft voor het mandaat, kan zij een werknemer als vakbondsafgevaardigde aanwijzen.

In dat geval, bij aanwijzing of vervanging, verbinden de organisaties zich ertoe het aantal beschermde werknemers binnen het bedrijf niet te vermeerderen.

Aanwijzing en vervanging gebeuren in overleg met de werkgever.

Daar waar geen ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, mag een ander personeelslid worden voorgedragen als kandidaat. HOOFDSTUK II. - Oprichting en samenstelling

Art. 4.In elke onderneming kan een vakbondsafvaardiging aangewezen of verkozen worden op vraag van één van de werknemersorganisaties.

Het aantal mandaten wordt bepaald volgens het aantal tewerkgestelde werknemers, op basis van het volgende rooster : - van 35 tot 49 werknemers : 2 mandaten zonder plaatsvervangers; - van 50 tot 99 werknemers : 2 mandaten met plaatsvervangers; - van 100 tot 299 werknemers : 3 mandaten met plaatsvervangers; - vanaf 300 werknemers : 4 mandaten met plaatsvervangers.

Ingeval een onderneming meerdere bedrijfszetels heeft, mag een gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging worden opgericht waarvan het aantal mandaten ten minste gelijk is aan het aantal bedrijfszetels.

In de ondernemingen met minder dan 35 werknemers bevelen de sociale partners aan een overlegstructuur op te zetten met de gewestelijke vakbondsvrijgestelden.

In de ondernemingen met meer dan 100 werknemers bevelen de sociale partners aan de mogelijkheid te onderzoeken het aantal mandaten te verhogen teneinde het sociaal overleg te verbeteren.

Art. 5.§ 1. De vakbondsafgevaardigden worden aangewezen door de werknemersorganisatie waarbij zij aangesloten zijn.

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe de verdeling te doen op basis van het aantal behaalde zetels bekomen bij de sociale verkiezingen. § 2. De namen van de kandidaat-vakbondsafgevaardigden worden door de werknemersorganisatie voorgesteld aan het ondernemings- of instellingshoofd per aangetekend schrijven.

Ingeval slechts één werknemersorganisatie kandidaturen indient, verwittigt zij gelijktijdig de andere ervan. In de kennisgeving moeten de werknemersorganisaties naar de beschikkingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst verwijzen. § 3. Binnen de 15 kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde dag die volgt op de datum van afstempeling door de post van het aangetekend schrijven vermeld in § 2, bevestigt de werkgever aan de betrokken werknemersorganisatie de ontvangst van het schrijven en worden de kandidaten als vakbondsafgevaardigden aanvaard op datum van het aangetekend schrijven.

Ingeval de werkgever bezwaren heeft tegen de voorgestelde kandidaten, moet hij dat binnen dezelfde termijn aan de werknemersorganisatie melden per aangetekend schrijven en met het verzoek daarover een gesprek te hebben binnen de 14 dagen.

Indien de werkgever deze formaliteiten binnen de gestelde termijn niet nakomt, wordt de instemming verondersteld van de aanduiding van de vakbondsafgevaardigden. § 4. Wanneer de werkgever zich heeft verzet tegen een kandidatuur met inachtneming van de vorm en de termijn bepaald in § 3, heeft de werknemersorganisatie die de kandidaat heeft voorgedragen, de mogelijkheid het geschil aanhangig te maken bij het paritair comité met het oog op een verzoening binnen 30 kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van afstempeling door de post van de in § 2 genoemde aangetekende brief.

Art. 6.De leden van de vakbondsdelegatie worden aangesteld of verkozen binnen de 3 maanden na het beëindigen van de sociale verkiezingen voor de ondernemingsraad en het comité voor de preventie en bescherming op het werk.

Art. 7.Tenzij de vakbondsafgevaardigden aangewezen zijn overeenkomstig artikel 3, 4de lid, moeten de kandidaat-vakbondsafgevaardigden, om als vakbondsafgevaardigde aangesteld te kunnen worden, aan de volgende voorwaarden voldoen op datum van de brief vermeld in artikel 5, § 2 : - ten minste 21 jaar oud zijn; - sinds ten minste 12 maanden tewerkgesteld zijn in de onderneming; - de burgerlijke rechten genieten; - de pensioengerechtigde leeftijd niet hebben bereikt; - niet behoren tot het leidinggevend personeel (zoals voorzien in de wetgeving sociale verkiezingen). HOOFDSTUK III. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging

Art. 8.De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging heeft onder meer betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve overeenkomsten of akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten;3. de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten;4. de naleving van de algemene beginselen bepaald in artikel 2 van deze overeenkomst. De vakbondsafvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden gehoord naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde recht wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.

Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg ingediend door de betrokken werknemer, die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn vakbondsafgevaardigde. De vakbondsafvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel geschil of betwisting van collectieve aard die langs deze weg niet kon worden opgelost.

Teneinde de geschillen of betwistingen te voorkomen, moet de vakbondsafvaardiging van het personeel voorafgaandelijk door de werkgever worden ingelicht over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en beloningsvoorwaarden kunnen wijzigen, met uitzondering van inlichtingen van individuele aard.

Zij zal inzonderheid worden ingelicht over de wijzigingen die voortvloeien uit de wet, de collectieve overeenkomsten of de bepalingen van algemene aard die in de individuele arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen, inzonderheid de bepalingen die een weerslag hebben op de loonschalen en de regelen van beroepsclassificatie. HOOFDSTUK IV. - Statuut van de leden van de vakbondsafvaardiging

Art. 9.Duur en einde van het mandaat De duur van het mandaat van de leden van de vakbondsafvaardiging komt overeen met de duur van de mandaten voor de sociale verkiezingen. De mandaten kunnen worden vernieuwd.

Het mandaat van de vakbondsafgevaardigde loopt ten einde : - bij het verstrijken van de duur van het mandaat (zoals voorzien in artikel 7); - in geval betrokkene geen deel meer uitmaakt van het personeel van de onderneming; - ingeval van overlijden; - op initiatief van de vakbondsorganisatie die hem aangeduid heeft, bijvoorbeeld : ingeval betrokkene geen lid meer is van deze vakbondsorganisatie; - zodra betrokkene deel uitmaakt van het leidinggevende personeel.

Art. 10.Het plaatsvervangend lid van de vakbondsafvaardiging wordt opgeroepen om te zetelen ter vervanging van een effectief lid : - wanneer het effectief lid belet is om aan de vergadering deel te nemen; - wanneer het mandaat van het effectief lid ten einde loopt in uitvoering van artikel 9. In dat geval voleindigt het plaatsvervangend lid het mandaat van het effectief lid dat zij/hij vervangt.

Art. 11.Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent.

Dat betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties en bevorderingen van de categorie werknemers waartoe zij behoren en dat zij op een niet-discriminerende wijze zullen behandeld worden.

De werkgever zal de lijst van de werknemers (met inbegrip van de vakbondsafgevaardigden) uithangen vóór de inwerkloosheidstelling.

In de mate van het mogelijke zal de economische werkloosheid die geen aanleiding geeft tot de volledige stillegging van de activiteit van het bedrijf zodanig gebeuren dat een vertegenwoordiging van de vakbondsafvaardiging verzekerd blijft.

In elk geval mag de duur van de economische werkloosheid ondergaan door de vakbondsafgevaardigde niet langer zijn dan de gemiddelde duur van de andere werklieden die tot dezelfde beroepsgroep behoren.

Art. 12.Bescherming en ontslag 1. Een vakbondsafgevaardigde kan niet worden ontslagen omwille van de uitvoering van zijn taak als vakbondsafgevaardigde binnen de grenzen van de collectieve arbeidsovereenkomst.2. Vakbondsafgevaardigden, die aangewezen of verkozen zijn onder de leden of de kandidaten van de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk overeenkomstig artikel 3, 4de en 5de lid, kunnen slechts worden afgedankt volgens de voorziene procedure voorzien voor de bescherming van de verkozen personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk.3. Voor de andere leden van de vakbondsafvaardiging die aangewezen of verkozen zijn op grond van artikel 3, 4de lid, bedraagt de forfaitaire vergoeding in geval van ontslag, één jaar loon. De werkgever die voornemens is een vakbondsafgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, te ontslaan, verwittigt vooraf de vakbondsafvaardiging evenals de vakbondsorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de verzending.

De betrokken vakbondsorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van het voorgenomen ontslag weigert te aanvaarden. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven; de periode van zeven dagen start op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Het uitblijven van reactie van de vakbondsorganisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van het voorgenomen ontslag.

Indien de vakbondsorganisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen; de maatregel tot ontslag mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van de procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen éénparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen na de aanvraag tot tussenkomst, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever werden ingeroepen om het ontslag te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank voorgelegd.

In geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde wegens dringende redenen, moet de vakbondsorganisatie daarvan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

De forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in volgende gevallen : 1. indien hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de in artikel 12, punt 3 bepaalde procedure na te leven;2. indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van ontslag, rekening houdend met de bepaling van artikel 12, punt 1, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende redenen en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard.

Art. 13.1. De leden van de vakbondsafvaardiging beschikken over de nodige tijd en de nodige faciliteiten voor de uitvoering van hun syndicale opdrachten. Deze moeten op het niveau van de lokale paritaire organen worden bepaald. Zij gebruiken deze tijd en faciliteiten zonder evenwel de werkorganisatie in de instelling te verstoren.

De leden van de vakbondsafvaardiging kunnen mondeling of schriftelijk alle mededelingen doen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren, en na de directie te hebben ingelicht, bijvoorbeeld tijdens de pauzes. Deze mededelingen moeten van professionele of syndicale aard zijn. 2. In de onderneming of instelling, en tijdens de werkuren, kunnen met instemming van de werkgever informatievergaderingen voor het personeel worden belegd door de vakbondsafvaardiging. De aanvraag dient voor een dergelijke vergadering daags voordien in de loop van de ochtend gemeld te worden aan de werkgever.

De werkgever kan zijn akkoord niet willekeurig weigeren. 3. De vakbondsafgevaardigden kunnen, in functie van de noden en met akkoord van de werkgever, een voorbereidende vergadering houden voor de problemen die met de werkgever worden behandeld.4. Teneinde de vakbondsafgevaardigden de mogelijkheid te bieden hun opdracht passend te vervullen, kunnen zij beschikken over een lokaal met telefoon. De werkgevers verbinden zich ertoe alle fysische en materiële problemen die de uitoefening van het syndicaal mandaat belasten, in de mate van het mogelijke op te lossen. 5. De vakbondsafgevaardigden die voor de uitoefening van hun opdracht hun arbeidsplaats moeten verlaten, zijn verplicht hun rechtstreekse chef hiervan op de hoogte te brengen.6. De vakbondsafgevaardigden kunnen een beroep doen op de gewestelijke vakbondsvrijgestelden. De werkgever kan zich steeds laten bijstaan door een vertegenwoordiging van de werkgeversorganisaties. 7. De werknemersorganisaties moeten erop toezien dat de uitoefening van de syndicale opdrachten en activiteiten zonder overdrijving en op basis van het statuut gebeurt. Ingeval er vanwege de ene of de andere partij misbruiken worden vastgesteld, zullen de partijen met elkaar contact opnemen en samen naar de juiste oplossingen zoeken.

Art. 14.1. Wanneer de vakbondsafgevaardigden hun mandaat uitoefenen tijdens de normale dagtaak, wordt de hieraan bestede tijd vergoed als normale arbeidsprestaties, dat wil zeggen dat zij het loon ontvangen alsof zij normaal zouden gewerkt hebben. 2. Wanneer de vergaderingen met de werkgever plaatsvinden buiten de normale dagtaak, worden de vakbondsafgevaardigden hiervoor vergoed volgens hun basisloon. De normale verplaatsingskosten voor het bijwonen van vergaderingen met de werkgever worden terugbetaald op basis van de regeling inzake de verplaatsingskosten die gewoonlijk in de onderneming wordt toegepast. 3. De vakbondsafgevaardigden die deelnemen aan officiële vergaderingen van het paritair comité of van het verzoeningsbureau, mogen geen loonverlies lijden wegens hun afwezigheid op het werk. Voor deze vergadertijden ontvangen de vakbondsafgevaardigden hun loon zoals bepaald in de punten 1 en 2, zonder dat de in dit kader gewerkte uren mogen worden beschouwd als overuren. HOOFDSTUK V. - Conflictregeling

Art. 15.Elk conflict over de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan ter verzoening voorgelegd worden aan het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap.

Elk conflict moet onderhandeld worden : 1. eerst met de vakbondsafgevaardigde(n) op het bedrijfsvlak;2. daarna met de syndicale vrijgestelde(n) indien geen oplossing gevonden werd;3. uiteindelijk in verzoening voor het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap. In geval van proces-verbaal van niet-verzoening tijdens deze ultieme procedure, kan een stakingsaanzegging ingediend worden die voorziet dat de staking effectief kan worden na een periode van minimum 7 kalenderdagen, die begint op de volgende maandag. HOOFDSTUK VI. - Eindbepalingen

Art. 16.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, die bij aangetekend schrijven wordt betekend aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap. § 2. De partij die het initiatief neemt tot opzegging verbindt zich ertoe de redenen van haar beslissing bekend te maken en onmiddellijk voorstellen tot wijziging van het statuut in te dienen. § 3. De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe deze voorstellen binnen de 30 kalenderdagen na datum van afstempeling van het aangetekend schrijven te bespreken in het paritair comité.

Art. 17.Bij wijze van overgangsbepaling en tot de volgende sociale verkiezingen kunnen de werknemersorganisaties in de ondernemingen met 300 werknemers en meer, de vakbondsafgevaardigden aanwijzen bij de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Aanbeveling die door de partijen aanvaard werd in het kader van de onderhandelingen over het statuut van de vakbondsafvaardiging in de beschutte werkplaatsen gevestigd in het Waalse Gewest 1. Over de lijst van kandidaten die worden voorgedragen als vakbondsafgevaardigden moet, gezien de specificiteit van de sector, vooraf overleg worden gepleegd met de werkgever.2. Voor de vaststelling van het aantal werknemers die in aanmerking komen voor de oprichting van een vakbondsafvaardiging, verwijzen de partijen naar de wetgeving betreffende de sociale verkiezingen.3. Bepaalde vertrouwelijke informatie zoals het medisch dossier of informatie die tot het privé-leven behoort, mag niet aan de vakbondsafvaardiging worden overgemaakt daar deze elementen de werkvoorwaarden kunnen beïnvloeden. In geval van betwisting kan de hulp van een vakbondsvrijgestelde gevraagd worden. 4. Indien een in het kader van deze overeenkomst aangestelde vakbondsafgevaardigde het bedrijf verlaat vóór afloop van zijn mandaat, laat de vakbondsorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, de persoon aanwijzen die het mandaat zal voleinden.Die persoon geniet van de bescherming bepaald in artikel 12. 5. Na een periode van twee jaar doch vóór de sociale verkiezingen, zal er een evaluatie worden gemaakt van de tijd waarover de vakbondsafgevaardigden beschikken om hun taken uit te voeren en van de werking van de vakbondsafvaardiging.Deze evaluatie zal gerealiseerd worden met het oog op het vaststellen van nieuwe normen indien deze nodig zouden zijn. 6. In het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging zal geen enkele nieuwe bijkomende eis in verband met het statuut gesteld worden, noch op het regionale niveau, noch op het individuele vlak aan de ondernemingen voor aangepaste tewerkstelling gevestigd in het Waalse Gewest. Meer voordelige situaties blijven evenwel geldig tot aan de eerstvolgende sociale verkiezingen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^