Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2008
gepubliceerd op 20 augustus 2008

Koninklijk besluit tot wijziging, wat het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf betreft, van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012962
pub.
20/08/2008
prom.
15/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/15/2008012962/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf betreft, van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 35 en 36;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid, inzonderheid op artikel 1, § 2, punt 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1993;

Gelet op de in het Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2006, 18 juli 2007 en 20 maart 2008 bekendgemaakte berichten;

Gelet op advies 41.539/1 van de Raad van State, gegeven op 10 mei 2007;

Gelet op advies 43.731/1 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, § 2, punt 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 maart 1993, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « 2. a) Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, bevoegd voor : de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers waarvan de ondernemingsactiviteiten zijn : 1° de confectie of het vervaardigen van boven- en/of onderkleding voor vrouwen, mannen, meisjes, jongens, waartoe bij wijze van voorbeeld eveneens behoren : a) regenkleding;b) kinder- en babykleding;c) priestergewaden, uniformen;d) sportkleding, vrijetijdskleding, toneelkleding;e) kleren van echt of kunstleer, van plastiek of van enige andere stof;f) vakkleding, beschermende vakkleding, werkkleding, gespecialiseerde werkkleding, beschermingskleding;g) lingerie, waaronder begrepen corsetten, bustehouders en soortgelijke artikelen;2° het vervaardigen van orthopedische keurzen, bandages en lingerie, waaronder begrepen gaines, bustehouders en soortgelijke artikelen;3° de confectie en het vervaardigen van linnengoed, gewatteerde bedspreien en soortgelijke artikelen;4° de confectie van hoofddeksels, dassen, stoffen handschoenen;5° de confectie van regenschermen, parasols, tuinparasols;6° de confectie en het vervaardigen van snuisterijen, bloemen, pluimen, poppen, speelgoed van stof en pluche, en van voeringen, sous-bras en schoudervullingen;7° het vervaardigen van knopen;8° de confectie van vlaggen, wimpels, valschermen, zeildoek, zeefdoeken, tentdoeken, dekzeilen, overtreksels, slaapzakken, kampeer- en scoutingmaterieel in textiel of vervangingsstoffen;9° de confectie van het vervaardigen van gordijnen, rolgordijnen, overgordijnen, lampenkappen;10° het stoppen en verstellen van kledingstukken en stoffen, het point clair werk, het mazen, het machinaal borduren en borduren tegen maakloon, het met de hand kantwerken en beparelen, het hoofdzakelijk plisseren van stoffen voor het maken van kledingstukken;11° het vervaardigen en/of inprikken van pruiken;12° het vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, handel drijven in, verhuren, plaatsen van tenten;13° de groothandel in en/of verhuring van kleding;14° de groothandel in tweedehandskleding;15° het vervaardigen van voorwerpen of producten of het verwerken van materialen waarbij ondermeer volgende technieken uit het kleding- en confectiebedrijf hoofdzakelijk worden toegepast : het ontwerpen van patronen, het snijden van patronen, het naaien, het stikken, het strijken, het persen, het overtrekken.b) Het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf is bevoegd voor de ondernemingen die de in punt a) vermelde ondernemingsactiviteiten uitoefenen in eigen beheer, in onderaanneming of door uitbesteding.c) Het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf is eveneens bevoegd voor de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen waar tegen maakloon of voor eigen rekening werk wordt verricht voor het maken, vervormen, verstellen of pompen van alle kledingstukken en onderdelen.d) Onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf vallen niet : 1° de ondernemingen voor de confectie of het vervaardigen van beschermingskleding en gespecialiseerde werkkleding en die onder de bevoegdheid van een ander paritair comité vallen;2° de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;3° de ondernemingen die kleren naar maat maken of die kleren ontwerpen met het oog op de uitvoering in een enkel of een beperkt aantal exemplaren;4° de ondernemingen gelijkgesteld met ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen zoals bepaald in het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, behalve als deze activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 februari 1974, Belgisch Staatsblad van 9 april 1974.

Koninklijk besluit van 25 maart 1993, Belgisch Staatsblad van 6 april 1993.

^