gepubliceerd op 01 maart 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden
15 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 Bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 45990/CO/317) Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de bevordering van de werkgelegenheid ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen welke behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten en heeft directe uitwerking.
Met "bedienden" worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke personeelsleden bedoeld. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit uitoefenen op Belgisch grondgebied, ongeacht het feit of hun zetel zich in België of in het buitenland bevindt. HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie
Art. 2.De functies van de administratieve bedienden die zijn tewerkgesteld in de verschillende administratieve zetels van de firma's, worden in vier categorieën ingedeeld die door de hieronder volgende algemene maatstaven worden bepaald : Eerste categorie.
Bepaling : bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door de juiste uitvoering van een eenvoudig bijkomstig werk.
Voorbeelden : bediende voor de post (openmaken, oppervlakkig sorteren, onder omslag steken); bediende aan adresseermachines (stempelen en drukken van adresplaatjes) en/of polykopiëermachines (steller van offsetmachines uitgezonderd); bediende voor klasseerwerk; blauwdrukker; uitraper van ponskaarten (bediende die steekkaarten uitzoekt zonder behulp van enigerlei machine); bediende zonder ervaring, die begint te werken op verschillende kantoor- en mechanografische machines; beginneling aan rekenmachines; beginneling aan mechanisch werk; typist-kopiist; bediende-schrijver die hoofdzakelijk eenvoudig schrijf- en cijferwerk verricht, opsommingen registreert, staten opmaakt of elementair werk van gelijk niveau uitvoert, zonder interpretatie; doortekenaar : tekent schetsen en detailplannen na zonder interpretatie; moet bekwaam zijn om behoorlijk leesbare letters en cijfers te vormen.
Tweede categorie.
Bepaling : bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) het uitvoeren van eenvoudig en weinig afwisselend werk dat, wegens een rechtstreeks en bestendig toezicht, slechts beperkte verantwoordelijkheid meebrengt;b) een korte leertijd, voldoende om de vereiste vaardigheid in een bepaald werk te verwerven. Voorbeelden : ponser, verificateur, hulp-operator op statistiekmachines; bediende bedreven in het werk op rekenmachines; bediende in het magazijn; bediende bij de goederenreceptie; stockbediende (magazijnen, opslagplaatsen, reserves), administratief werk van de magazijnen of afgewerkte producten, zonder toewijzing inzake boekhouding; ervaren typist; stenotypist bij aanvang van de functie; klerk-schrijver belast met eenvoudig schrijf- of rekenwerk, het registreren van opsommingen, het opmaken van staten of ander bijkomstig werk van gelijk niveau, dat enige oordeelkunde vereist en onder rechtstreekse controle wordt uitgevoerd; telefonist aangesteld in een dienst met volledige dienstbetrekking; hulpbediende voor de lonen (onder controle); bediende voor de boekhouding (registreren van gegevens voor de boekhouding, zonder de toewijzing te bepalen); bediende-facturist : bediende die gewone facturen opmaakt doch geen verantwoordelijkheid draagt voor speciale clausules; bediende die een kleine hulpkas houdt waaruit geringe betalingen worden gedaan; hulptekenaar : helpt de tekenaar van hogere rangen in schrijfwerk of in de wijziging van doortekenwerk of naamlijsten.
Derde categorie.
Bepaling : bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door het zelfstandig uitvoeren van afwisselend werk, dat gewoonlijk initiatief en redenering vereist en bovendien verantwoordelijkheid voor de uitvoering vergt.
Voorbeelden : operator aan "Personal Computer" en computerterminal; bediende verantwoordelijk voor magazijn, voorraden, reserves en opslagplaatsen; ervaren stenotypist; ervaren secretaris die 80 tot 100 woorden/minuut kan opnemen, tegen 40 woorden/minuut kan typen en keurig werk aflevert; bediende belast met het berekenen van lonen en/of wedden; hulpboekhouder die tot taak heeft, aan de hand van basisbescheiden, een gedeelte van de boekhouding of van de gewone schrifturen samen te stellen dat niettemin een homogeen geheel vormt tot voorbereiding van de centralisatie, om het even of dit werk wordt gedaan met de hand of met de machine; facturist belast met het opmaken van omslachtige facturen; bediende aan de thesaurie; vertaler van gewone teksten die twee talen machtig is; kassier die werkt onder leiding van een hoofdkassier of van een chef.
Vierde categorie.
Bepaling : bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) een korte tijd om zich in te werken;b) meer afwisselend zelfstandig werk waarvoor een meer dan gemiddelde vakbekwaamheid en bovendien initiatief en verantwoordelijkheidsbesef zijn vereist. Voorbeelden : directiesecretaris; bediende die de verantwoordelijkheid draagt voor het toepassen van alle regelingen op gebied van lonen en/of van sociale aard; boekhouder, het is te zeggen bediende die tot taak heeft alle verrichtingen volgens de boekhouding vast te leggen, samen te brengen en te ordenen om er de algemene balansen van op te maken, welke de voorzieningen, de balans en de resultaatrekeningen voorafgaan; bediende die de verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van de inkomende goederen en moet toezien dat deze conform zijn aan de vereisten van de orderbons en de bestekken; hoofdkassier; technische vertaler; toldeclarant; uitvoeringstekenaar : tekent, met behulp van voorgaande werkstukken, een geheel of onderdelen van apparaten met wijzigingen welke hem nauwkeurig worden uitgelegd door een chef of een tekenaar van hogere rang; tekent losstaande onderdelen zonder behulp van een werkstuk, past behoorlijk de normen, spelingen en voor de aanmaak toelaatbare afwijkingen toe; maakt op grond van de uitvoeringstekening de gewichtsbestekken voor een apparaat op.
Art. 3.Beroepenclassificatie van de operationele functies : Tweede categorie : - adjunct inspecteur en/of security supervisor, en/of dispatcher.
Derde categorie : - inspecteur.
Vierde categorie : - hoofdinspecteur.
Art. 4.§ 1. Deze classificatie in categorieën heeft tot doel aan de bedrijven een richtlijn te geven om de toepassing te vergemakkelijken van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde loonminima.
De functies of werkzaamheden die in elke categorie zijn aangegeven, gelden als voorbeelden. De niet-genoemde functies of werkzaamheden worden naar analogie met de aangehaalde voorbeelden ingedeeld.
De werknemer met een voltijdse betrekking die de specifieke functie van dispatcher vervult en die werkt binnen de interne dispatching(s) van de firma's, geniet, na 3 jaar dienst in de functie, automatisch het bediendestatuut.
Er wordt tussen partijen verstaan dat het loon dat in dergelijk geval toegekend wordt, zal berekend worden op basis van het verdiende salaris tijdens de drie maanden die de beslissing voorafgaan, gedeeld door 160 uren per maand, en waarvan het resultaat niet lager mag zijn dan categorie 2.
Met "dispatcher" wordt bedoeld de werknemer die: - het permanent contact onderhoudt met de bewakingsagenten, per radio en/of per telefoon; en - de problemen die door de klanten gemeld worden, ontvangt en er de gepaste oplossingen aan brengt; en - voorziet in de vervanging van eventueel afwezige bewakingsagenten. § 2. Mededeling van de classificatie.
De werkgevers stellen de bedienden, waarop de loonschalen van toepassing zijn, in kennis van de categorie waarin zij zijn ingedeeld.
Deze mededeling wordt gedaan bij indienstneming of op het tijdstip dat de classificatie een wijziging ondergaat, of bij het overhandigen van de jaarlijkse loonafrekening. In ieder geval wordt de classificatie op verzoek van de bediende medegedeeld.
De werkgevers verbinden zich er toe alles in het werk te stellen opdat de bediendecategorieën gedefiniëerd zouden zijn in de loonstaten vanaf 1 januari 1993. § 3. Kennis en gebruik van verschillende talen.
De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde minima moeten worden beschouwd als geldende voor het gebruik van één enkele taal.
Wanneer voor het uitoefenen van een functie de kennis of het gebruik van meer dan een taal wordt vereist, dan is dit op zichzelf geen reden om naar een hogere categorie op te schuiven wanneer de aard van de functie er niet door verandert; wel past het er mede rekening te houden bij het vaststellen van het loon. § 4. Een paritaire werkgroep zal de herziening voor de classificatie onderzoeken en vóór 30 juni 1996 haar conclusies voorleggen aan het paritair comité. HOOFDSTUK III. - Loonschalen
Art. 5.§ 1. De lonen van de loonschaal en de werkelijk betaalde lonen worden verhoogd met 640 BEF op 1 april 1997 en met 640 BEF op 1 januari 1998. § 2. De minimummaandlonen per categorie op 1 april 1997 (spilindex 119,53) zijn als volgt vastgesteld voor het administratief personeel en voor het operationeel personeel : Loonschalen voor het administratief personeel op 1 april 1997 Barèmes de rémunération pour le personnel administratif au 1er avril 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Loonschalen voor het operationeel personeel op 1 april 1997 Barèmes de rémunération pour le personnel opérationnel au 1er avril 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Barema voor de vertegenwoordigers-verkopers - De vertegenwoordigers-verkopers zonder commissieloon genieten van de van kracht zijnde loonschaal van het administratief personeel categorie 4. - De vertegenwoordigers-verkopers met commissieloon genieten een vast geindexeerd minimumloon van 55 715 BEF op 1 april 1997. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de maandlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 6.De maandlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Zij worden beschouwd als overeenstemmend op 1 april 1997 met het spilindexcijfer 119,53.
Iedere maal dat het indexcijfer van de consumptieprijzen een van de spilindexcijfers bereikt, worden de maandlonen gekoppeld aan het spilindexcijfer 119,53 opnieuw berekend door de coëfficiënt 1,02 n er op toe te passen, waarin n de rang van het bereikte spilindexcijfer vertegenwoordigt.
Onder spilindexcijfers moet worden verstaan de getallen behorend tot een reeks waarvan het eerste 119,53 is en elk van de volgende wordt bekomen door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. De breuken van een honderdste van een punt worden naar het hoger honderdste afgerond ofwel verwaarloosd naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken.
De verhoging van de maandlonen wordt toegepast vanaf de tweede maand die volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt. HOOFDSTUK V. - Premies
Art. 7.§ 1. Een premie van bruto 5,61 BEF per uur op 1 april 1997, geïndexeerd (indexcijfer 119,53), wordt toegekend aan de categorieën 2 en 3 (operationele) voor de gewapende prestaties op verzoek van de werkgever. § 2. Er wordt een vergoeding van 230 BEF per 24 uur of van 1 610 BEF per week toegekend aan het operationeel personeel in "stand by". Een minimum van 115 BEF wordt gewaarborgd voor een "stand by" van minder dan 12 uur.
Onder "stand by" verstaat men de situatie van het operationeel personeel dat, niettegenstaande het niet van dienst is, uit hoofde van een voorafgaand akkoord met de werkgever, onmiddellijk oproepen moet beantwoorden om alarminterventies uit te voeren.
Iedere maand wordt de lijst van het personeel dat "stand by" is medegedeeld aan de vakbondsafvaardiging. Het personeel dat op deze lijst vermeld is, geniet automatisch de "stand by" premie. § 3. Een nachtpremie van 31,21 BEF op 1 april 1997 wordt toegekend aan het bediendepersoneel per gepresteerd uur tussen 22.00 en 06.00 uur.
Deze premie wordt geïndexeerd conform aan het systeem voorzien voor de loonschalen. § 4. Op 1 april 1997 wordt een premie van 34,33 BEF per uur toegekend aan het operationeel personeel voor zondagprestaties (van 00.00 tot 24.00 uur). Deze premie wordt geïndexeerd conform het systeem dat bepaald is voor de loonschalen. § 5. Een bijzondere premie van 69,71 BEF per uur met ingang van 1 april 1997 wordt toegekend aan de operationele bedienden tijdens de 11 feestdagen.
Voor de berekening van deze premie, begint de dag om 00.00 uur. Deze premie wordt geïndexeerd conform aan het systeem voorzien voor de loonschalen.
Behalve de wettelijke feestdagen worden beschouwd als feestdagen de communautaire feestdagen : 11 juli : van de Vlaamse Gemeenschap; 27 september : van de Franse Gemeenschap; 15 november : van de Duitse Gemeenschap. § 6. Alle premies zijn cumuleerbaar. § 7. De bedienden die prestaties uitvoeren als chauffeur of begeleider bij de C.I.T. worden gelijkgesteld met de operationele bedienden en genieten bijgevolg van dezelfde premies en voordelen.
Bovendien, wordt er aan de C.I.T.-chauffeur een niet-geïndexeerde premie toegekend van 2,50 BEF per effectief gereden uur.
Er wordt eveneens de betaling voorzien van een 1/2 uur rust per effectieve prestatie van 4 uren.
Er dient genoteerd te worden dat het rustuur dat door de werknemer wordt genomen, bijvoorbeeld in een bank, om zijn maaltijd te genieten, niet wordt beschouwd als zijnde effectief gepresteerd en dus niet wordt betaald.
De situatie van bedienden die in zekere diensten tewerkgesteld zijn, zoals de C.I.T., de retail, enz., blijft eigen aan sommige firma's; in geen enkel geval zal zij enigerlei verplichtingen meebrengen voor het geheel van de sector. § 8. Ieder jaar wordt bij de loonuitbetaling van december aan alle administratieven en operationele bedienden een forfaitaire vergoeding van 3 800 BEF toegekend. Het bedrag ervan wordt toegekend aan het voltijds tewerkgestelde personeel en, verhoudingsgewijs, aan het deeltijds tewerkgestelde personeel. Er wordt eveneens rekening gehouden met het aantal volledige maanden arbeidsprestaties in de loop van het jaar en met de wettelijk gelijkgestelde dagen. HOOFDSTUK VI. - Arbeidsduur en rustpauze tussen twee prestaties
Art. 8.§ 1. De herverdeling van de arbeid, gepland op het niveau van de ondernemingen zal als volgt georganiseerd worden : Het administratief personeel zal 37 uur per week presteren. In geval van overuren, zal het koninklijk besluit 225 van 7 december 1983 van toepassing zijn.
Voor het operationeel personeel, zal het gemiddelde van 37 uur per week berekend worden over een periode van 3 maanden. § 2. a) Beperking van 50 uur per week en maximum 6 dagen ononderbroken prestaties (operationeel personeel). Mogelijkheid tot het sluiten van een afwijkende ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst. b) Een rustpauze van 11 uur wordt gewaarborgd tussen twee prestaties.c) De maximum ononderbroken prestatieperiode mag voor de operationele bedienden niet meer bedragen dan 6 ononderbroken dagen.De minimum rustperiode tussen twee prestatieperiodes van zes dagen bedraagt 24 uur. Mogelijkheid om afwijkende ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten. d) De daggrens voor de operationele bedienden mag maximum 12 uren bedragen.Deze heeft het recht een lagere tewerkstelling te weigeren zonder dat hij hiervoor kan gesanctioneerd worden. e) De operationele bedienden hebben recht op TWINTIG vrije weekends per JAAR.De werkgevers verbinden er zich toe alles in het werk te stellen om de bedienden meer weekends vrij te plannen.
Het begrip vrij weekend dient in een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst bepaald te worden.
Deze overeenkomst geldt niet voor bedienden die een weekend-overeenkomst hebben afgesloten, voor zover zij niet in tegenspraak zijn met de bepalingen a en b van § 2. De weekends zullen bij voorkeur gebeuren door vrijwilligers. f) Alle aanwezigheidsuren worden betaald aan het operationeel personeel van de tweede categorie.Het operationeel personeel van de derde categorie geniet van dezelfde bepalingen, telkens het hetzelfde werk uitvoert als het operationeel personeel van de tweede categorie. g) De wetgeving inzake overuren, bepaald door het koninklijk besluit nr.225 van 7 december 1983, houdende maatregelen met het oog op de beperking van overwerk is van toepassing op het administratief personeel en operationeel personeel. h) Ieder kwartaal zal een individuele opgave van de overuren meegedeeld worden aan de ondernemingsraad of bij gebreke aan de syndicale delegatie of bij gebreke aan de vakverenigingen die huidige overeenkomst ondertekenen.i) In laatste instantie kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. § 3. Voor de operationele bedienden zullen de werkgevers 15 dagen op voorhand de planning van de 3e week overmaken. HOOFDSTUK VII. - Tewerkstellingsvolume
Art. 9.De ondernemingen verbinden zich ertoe het tewerkstellingsvolume in stand te houden van 1 april 1997 tot 31 december 1998.
Onder "tewerkstellingsvolume" wordt verstaan het tewerkstellingsvolume per 31 december 1982 van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het paritair comité plus 3 pct. nieuwe werknemers.
De appreciatie van de naleving van huidige collectieve arbeidsovereenkomst gebeurt op jaarbasis rekening houdend met het seizoensgebonden karakter van de activiteiten der ondernemingen uit deze sector.
Art. 10.Bij verlies van belangrijke contracten kan de betrokken onderneming uitzonderlijk ongunstige omstandigheden inroepen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van het koninklijk besluit nr. 181 van 30 december 1982 tot oprichting van een fonds met het oog op de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling.
De controle over de beschikkingen wordt verzekerd door de syndicale afgevaardigden van de ondernemingen of indien deze niet bestaan door de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten. HOOFDSTUK VIII. - Werkzekerheid
Art. 11.Tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verbinden de werkgevers zich er toe geen personeel te ontslaan, behalve in volgende gevallen : - wegens zware fout; - om redenen van economische herstructurering of om uitzonderlijke redenen.
Ieder ontslag moet vooraf worden medegedeeld aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging. - gedurende de proeftijd; - wegens beroepsonbekwaamheid, na twee schriftelijke verwittigingen, na aangetekend schrijven met ontvangstbewijs.
Overeenkomst vastheid van betrekking De sociale gesprekspartners verbinden zich ertoe een werkgroep op te richten met het doel de huidige controlemaatregelen met betrekking tot het ontslag om professionele tekortkomingen te verbeteren. Deze werkgroep zal uiterlijk op 31 december 1998 zijn resultaten voorleggen.
Iedere werknemer die wordt ontslagen kan zich laten vergezellen door een vakbondsafgevaardigde van zijn keuze.
Voorrang wordt gegeven aan het aanwerven van personeel met een contract voor onbepaalde duur, naargelang de begrensde mogelijkheden van de sector.
Binnen dezelfde limiet wordt voorrang gegeven aan het behoud van dit personeel, in geval van afdanking of vermindering van arbeidsposten.
In geval van vacature van fulltime posten, met gelijke kwalificaties, zal voorrang gegeven worden aan parttime bedienden die reeds in dienst zijn, ten overstaan van externe kandidaten.
Situatie van het exploitatiepersoneel in geval van verlies van een handelscontract ten gunste van een concurrerende onderneming : Bij de overgang van een contract van meer dan 2 500 uren/maand, naar een andere bewakingsonderneming, zal bij voorkeur de uittredende onderneming overgaan tot de herclassering van het personeel. De onderneming die het contract overneemt zal in overleg met de nationale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité een maximum van het personeel overnemen.
Alle bedienden die desondanks ontslagen worden zullen worden opgenomen op een lijst "werfreserve" genaamd, bijgehouden door de voorzitter van de associatie van bewakingsondernemingen. De ondernemingen verbinden er zich toe deze lijst te raadplegen, echter zonder aanwervingsverplichting, alvorens tot aanwervingen over te gaan op de arbeidsmarkt. De ondernemingsraad of bij ontstentenis de syndicale delegatie houdt toezicht op de naleving van deze bepalingen.
De bedienden die worden overgenomen met het contract behouden hun verworven anciënniteit van de uittredende firma en de daar aangekoppelde rechten (anciënniteitsverlofdag voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst).
Deze bepaling is niet van toepassing in geval van ontslag, in geval van arbeidsongeschiktheid tijdens de eerste maand. In dit laatste geval wordt het verschil tussen de ziekte-uitkering ten laste van de mutualiteit en de normale regeling aangevuld door een bijpassing door de werkgever alsof de bediende meer dan één maand dienst had. In geen geval kunnen zij aanspraak maken op de eigen verworvenheden van de uittredende onderneming. HOOFDSTUK IX. - Beroepsloopbaanonderbreking Buiten het wettelijk bepaalde percentage rechthebbenden (1pct.), 2 pct. voor sociale en familiale redenen (onder "sociale en familiale redenen" wordt onder andere verstaan : de opvoeding van een kind, ziekte of hospitalisatie van een huisgenoot waarmee de bediende onder hetzelfde dak woont of een familielid tot de eerste graad waarmee hij niet onder hetzelfde dak woont).
Indien er bij deze 2 pct. voor sociale en familiale redenen werknemers zijn van 50 jaar en ouder met minimum 10 jaar anciënniteit in de sector die een definitieve loopbaanonderbreking vragen, zal de werkgever : a) voor een volledige onderbreking : een toelage van 3 000 BEF per maand betalen tot de pensioengerechtige leeftijd; b) voor een deeltijdse onderbreking, namelijk prestaties 1 8.30 u./week en 18.30 u. loopbaanonderbreking : een toelage van 1 500 BEF per maand betalen tot de pensioengerechtige leeftijd. HOOFDSTUK X. - Vervoerskosten
Art. 12.§ 1. De bedienden die voor de verplaatsing tussen woon- en werkplaats, onafgezien het aantal kilometers, om het even welk vervoermiddel gebruiken, hebben recht, ten laste van de werkgever, op een integrale terugbetaling van de kostprijs van de treinkaart en/of andere specifieke abonnementen voor het openbaar vervoer. § 2. De bijkomende verplaatsingskosten tengevolge van speciale opdrachten gegeven door de werkgever en die het gebruik van een eigen voertuig noodzaken, worden vergoed aan 8 BEF per kilometer. § 3. Voor oproepen gegeven door de werkgever, zal de werknemer in de eerste plaats gebruik maken van de mogelijkheid geboden door zijn treinkaart. Indien hij in de onmogelijkheid verkeert de treinkaart of het openbaar vervoer te gebruiken, zal een vergoeding van 8 BEF per kilometer toegekend worden voor het gebruik van het eigen voertuig. HOOFDSTUK XI. - Anciënniteitsverlof
Art. 13.Een dag verlof zal toegekend worden aan de bedienden die 5 jaar dienst tellen in de onderneming.
Een tweede verlofdag zal hun toegekend worden wanneer zij 10 jaar dienst tellen in de onderneming; een derde dag bij hun 15 jaar dienst en een vierde dag na 20 jaar dienst, een vijfde dag na 25 jaar dienst en een zesde dag na 30 jaar dienst.
Deze bijkomende verlofdagen zijn recurrent en mogen in principe niet genomen worden aansluitend op de verlofdagen voorzien voor het jaarlijks verlof.
Zonder afbreuk van de voornoemde bepalingen, dienen al de bijkomende verlofdagen te worden genomen binnen het lopende jaar en in ieder geval vóór de 1ste januari van het volgende jaar. HOOFDSTUK XII. - Anciënniteitspremie
Art. 14.Er wordt een niet-recurrente anciënniteitspremie toegekend, in de maand van de verjaardag van de indiensttreding ten belope van : 3 000 BEF na 5 jaar, 6 000 BEF na 10 jaar, 9 000 BEF na 15 jaar en 12 000 BEF na 20 jaar dienst in de onderneming, onafgezien van voordeliger bestaande situaties. HOOFDSTUK XIII. - Betaling van het loon tijdens een langdurige ziekte
Art. 15.In geval van een langdurige ziekte worden de volgende wijzen van betaling van de wedde in aanmerking genomen : 1. De gemiddelde bruto maandwedde wordt gewaarborgd gedurende de eerste maand;2. De vijfde, de zesde en de zevende maand van dezelfde ziekte wordt het gemiddeld bruto maandwedde gewaarborgd tot 80 pct.en is samengesteld uit : a) de tegemoetkoming van het ziekenfonds van de belanghebbende en b) de tegemoetkoming van de maatschappij. Het totaal bedrag van de tegemoetkomingen mag 80 pct. van de gemiddelde bruto maandwedde niet overschrijden.
De gemiddelde bruto maandwedde wordt bekomen door het totaal van de brutowedde die wordt aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de drie maanden die de ziekte voorafgaan, te delen door drie. HOOFDSTUK XIV. - Syndicale premie en -vorming
Art. 16.Aan de gesyndiceerde bedienden wordt een syndicale premie van maximum 3 900 BEF uitbetaald naar rato van de volledig gewerkte maanden, naar rato van 325 BEF per maand in 1997 en 1998.
Bovendien wordt er voorzien in een premie van 1 000 BEF voor de opleiding.
Eind december zal de werkgever een door de sociale gesprekspartners goedgekeurd tewerkstellingsattest, waarvan het model als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd, afgeven.
Dit attest zal opgestuurd worden aan alle bedienden samen met de loonfiche van de maand december. De gesyndiceerde bedienden zullen de genoemde syndicale premie kunnen ontvangen vanaf 1 februari daaropvolgend.
In de loop van de maand januari zullen de vakbondsorganisaties aan elke onderneming een brief sturen, waarin het aantal aangeslotenen in de onderneming wordt vermeld, met het oog op het aanleggen van een provisie voor de door hen te betalen bedragen.
Eind september van elk jaar zal op dezelfde wijze een definitieve eindafrekening, goedgekeurd door de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, gemaakt worden. HOOFDSTUK XV. - Eindejaarspremie
Art. 17.Een eindejaarspremie wordt toegekend aan de bedienden die de volgende twee voorwaarden vervullen : 1. onder arbeidscontract zijn op het ogenblik van de uitbetaling van de premie;2. minstens in dienst zijn in de onderneming sinds de 1ste januari van het lopende jaar. Een premie wordt eveneens toegekend aan de bedienden die de voorwaarde nr. 2 niet vervullen; zij zal berekend worden pro rata het aantal gepresteerde maanden in het lopende jaar; de halve maand wordt pro rata in aanmerking genomen alsmede de wettelijk gelijkgestelde dagen.
Behoudens zwaarwichtige redenen, heeft de bediende, die in de loop van het jaar de onderneming verlaat ingevolge een ontslag uit hoofde van de werkgever, eveneens recht op een premie berekend pro rata het aantal gepresteerde maanden tijdens het lopende jaar; de halve maand wordt pro rata in aanmerking genomen.
Een eindejaarspremie, gelijk aan een 13e volledige maand, wordt uitbetaald in de loop van de maand december van elk jaar, vóór de kerstfeesten. HOOFDSTUK XVI. - Uniform en uitrusting
Art. 18.§ 1. Bij de indienstneming van de bedienden die uit dienstoverwegingen en/of op aanvraag van de werkgever een uniform moeten dragen, wordt er een geschikt uniform ter beschikking gesteld, zoals : een kepi, een vest, twee broeken, drie hemden en een das, plus de beschermingsuitrusting zoals een mantel (of gelijkaardig) en een sjaal in de winter; een regenmantel (of gelijkaardig) in de zomer, een paar laarzen voor de werf.
Elk jaar zal er een nieuwe broek worden verstrekt. § 2. Een paar schoenen, aangepast aan de vereisten van de werf, zal worden geleverd aan de betrokken operationele bedienden, volgens beslissing van het comité voor de veiligheid, de hygiëne en de verfraaiing van de werkplaatsen van de onderneming.
In geval de werkgever of de klant een speciaal schoeisel voorschrijft zal de werkgever instaan voor de levering of een vergoeding betalen die overeenkomst met de kostprijs van dit schoeisel. § 3. De betrokken bediende moet slechts het uniform en de uitrusting dragen tijdens de werkuren. § 4. De werkgever heeft de mogelijkheid de uitrusting voorzien in § 1 gedeeltelijk te vervangen door een overall voor bevuilende werken. § 5. Deze uitrusting wordt om de twee jaar vervangen of eerder in geval van vroegtijdige slijtage. § 6. Alle negen maanden wordt er aan de betrokken bedienden een nieuw hemd gegeven.
Niettemin zal de betrokken bediende die de onderneming verlaat, automatisch voor het hemd een terugbetaling verschuldigd zijn, berekend in negenden voor de nog lopende maanden.
De prijs van het hemd wordt bepaald op ondernemingsvlak en medegedeeld aan de syndicale afvaardiging. § 7. Een vergoeding van 280 BEF per maand wordt toegekend aan de betrokken bedienden die voltijdse arbeidsprestaties verrichten, voor het onderhoud van hun uniform.
Operationele bedienden die op aanvraag van de werkgever in burgerkledij hun taken moeten uitoefenen ontvangen 280 BEF per maand voor het onderhoud en de sleet van hun kledij.
Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met reeds in de onderneming bestaande voordeligere voorwaarden terzake. § 8. Voor de betrokken deeltijdse bedienden, is dezelfde vergoeding voorzien indien zij een gemiddelde van 18.30 uren effectieve prestaties per week verrichten over een periode van een maand. § 9. Aan de betrokken bedienden die minder dan 18.30 uren presteren, wordt een vergoeding van 140 BEF toegekend. § 10. Indien de prestaties uitgevoerd worden in een bevuilde omgeving, wordt de vergoeding van 280 BEF eveneens toegekend aan de betrokken bedienden die minder dan 18.30 uren presteren. HOOFDSTUK XVII. - Veiligheid
Art. 19.§ 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1980, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 oktober 1980 (Belgisch Staatsblad van 21 november 1980), gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, tot vaststelling van de maatregelen tot bevordering voor de veiligheid in de sector van de bewaking, wordt uitgebreid tot alle operationele bedienden die een dienstwapen moeten dragen. § 2. Het louter feit een vergunning te hebben voor het dragen van een verdedigingswapen, houdt niet automatisch het voordeel in, voorzien in artikel 11 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1980. § 3. De dekking van de risico's en de toekenningswijze van de voorziene kapitalen, zijn de volgende : - bij een overval tijdens de dienst, die het overlijden tot gevolg heeft : 5 maal het bedrag van het jaarloon; - bij een beroepsongeval dat het overlijden tot gevolg heeft : 3 maal het bedrag van het jaarloon.
De hierboven bepaalde kapitalen zullen uitsluitend gestort worden aan de echtgenoot of echtgenote van de werknemer of, bij gebrek, aan de wettelijke erfgenamen in eerste rang. - bij een overval tijdens de dienst die een permanente invaliditeit van minstens 66 pct. tot gevolg heeft : 5 maal het bedrag van het jaarloon; - bij een beroepsongeval dat een permanente invaliditeit van minstens 66 pct. tot gevolg heeft : 3 maal het bedrag van het jaarloon.
De hierboven bepaalde kapitalen worden uitsluitend gestort aan de betrokken werknemer. § 4. Een bediende die het slachtoffer is geweest van een agressie zal begeleid worden. Hij zal het voorwerp uitmaken van recyclage of eventueel omgeschoold worden voor een reclassering indien dit in het belang van de betrokkene is. § 5. Zowel de voertuigen als de lokalen van de onderneming of van de klant waar de bediende tewerkgesteld is dienen in overeenstemming te zijn met de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming en dit in alle omstandigheden. Hiervoor zal tevens een speciale clausule in de commerciële contracten ingelast worden.
Bij problemen zal de veiligheidschef van de bewakingsondernemingen contact opnemen met zijn collega bij de klant. De genomen maatregelen zullen op het comité voor veiligheid en gezondheid besproken worden.
In geval de problemen aanhouden kan de syndicale delegatie gebruik maken van haar recht om een werfbezoek aan te vragen, conform de bepalingen van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst-vakbondsafvaardiging.
Voor de straatbewaking, waar na discussie in het comité voor veiligheid en gezondheid, een hoog risico aan verbonden is, zullen speciale maatregelen uitgewerkt worden per onderneming. HOOFDSTUK XVIII. - Algemeen
Art. 20.§ 1. Indien sommige van de nieuwe voordelen, zoals vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk aan de werknemers worden toegekend door sommige werkgevers, wordt er tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze laatsten slechts het eventueel verschil tussen het reeds toegekende en hetgeen er in deze overeenkomst wordt voorzien, moeten betalen. § 2. Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing.
Voordeliger overeenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten of in het vlak van de onderneming blijven behouden. HOOFDSTUK XIX. - Arbeidspolitiek en -zekerheid
Art. 21.§ 1. De gepensioneerden van 65 jaar en ouder alsmede de bruggepensioneerden van 58 jaar en ouder, zullen niet meer aangeworven worden.
Deze bepaling is niet toepasselijk voor kader- en directieleden. § 2. De eventuele aanwerving van gepensioneerden die minder dan 65 jaar oud zijn en van bruggepensioneerden van 58 jaar en jonger, zal per geval door de ondernemingsraad onderzocht worden of, bij gebrek, door de syndicale afvaardiging of, bij gebrek van deze laatste, door de plaatselijke syndicale permanenten van de representatieve werknemersorganisaties die deze overeenkomst ondertekenen. HOOFDSTUK XX. - Sociale vrede
Art. 22.Deze overeenkomst regelt de verhoudingen tussen de werkgevers en de bedienden uit de bewakingssector voor de duur van de overeenkomst.
Partijen verbinden er zich toe deze loyaal na te leven.
In geval van betwisting zijn partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de voorzitter van het paritair comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing voorstellen aan partijen.
Deze overeenkomst sluit iedere verdere geldelijke eis uit voor de duur van de overeenkomst.
De sociale gesprekspartners verbinden zich ertoe om tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst alles in het werk te stellen om de arbeidsvrede te waarborgen, noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsniveau eisen te stellen. HOOFDSTUK XXI. - Vakbondswerking
Art. 23.De vakbonden ontvangen voor vorming en externe vergaderingen, behalve deze die door andere instanties vergoed worden, een pool van betaalde uren gelijk aan 8 dagen van 8 uur per jaar en per effectief mandaat in de syndicale delegatie, ondernemingsraad en comité voor veiligheid en gezondheid. HOOFDSTUK XXII. - Professionele vorming
Art. 24.a) De vorming voorzien bij de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, zal binnen de bij wet voorziene tijd gegeven worden.
De werkgevers verbinden er zich toe bijkomende beroepsscholing en recyclage te organiseren, meer bepaald inzake situatiebeheersing en wettig handelen maar ook in stressbeheersing en omgang met derden. b) Aan het administratief en operationeel personeel zal elke 2 jaar een vormingsdag worden toegekend. HOOFDSTUK XXIII. - Slotbepalingen
Art. 25.Behoudens speciaal tegensprekelijke vermelding, heeft deze collectieve arbeidsovereenkomst uitwerking met ingang van 1 april 1997 en is zij gesloten voor onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 1996 geregistreerd ter Griffie op 21 mei 1996 onder het nummer 41816/CO/317, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden.
Vanaf 1 oktober 1998 kan zij worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX Bijlage Syndicale premie A. BEDIENDE . . . . .
RIJKSREGISTERNUMMER . . . . .
B. WERKGEVER AANSLUITINGSNUMMER R.S.Z. C. AANWEZIGHEID TIJDENS HET DIENSTJAARvan tot Aantal volledig gepresteerde maanden : (en/of gelijkgestelde) De kaders D. E. en F. hieronder zijn voorbehouden aan de syndicale organisaties Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld INSTRUCTIES - gesyndiceerde bediende Deze kaart is geld waard en dient bij ontvangst onmiddellijk overgemaakt te worden aan de vakbondsorganisatie waarbij u aangesloten bent.
TOEKENNINGSVOORWAARDEN - Tewerkgesteld zijn in een onderneming die onder de bevoegdheid valt van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten. - Bij een vakbondsorganisatie aangesloten zijn.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX