gepubliceerd op 09 mei 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 of 59 jaar in het kader van de zware beroepen en met een loopbaan van 33 jaar (1)
15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 of 59 jaar in het kader van de zware beroepen en met een loopbaan van 33 jaar (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 of 59 jaar in het kader van de zware beroepen en met een loopbaan van 33 jaar.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 april 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de houthandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 of 59 jaar in het kader van de zware beroepen en met een loopbaan van 33 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer 142254/CO/125.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 120 van 21 maart 2017, is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de houthandel ressorteren. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden 2.1. Werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 4.ingevolge artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 121 van 21 maart 2017, kunnen aanspraak maken op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de arbeid(st)ers : 1° Die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, tussen 1 januari 2017 en 31 december 2018, en die;2° In overeenstemming met collectieve arbeidsovereenkomst nr.121 van 21 maart 2017 : a) ofwel de leeftijd van 58 jaar of ouder hebben bereikt gedurende de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2017 en op het einde van de arbeidsovereenkomst;b) ofwel de leeftijd van 59 jaar of ouder hebben bereikt gedurende de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2018 en op het einde van de arbeidsovereenkomst, en die;3° Recht hebben op werkloosheidsuitkeringen, en die;4° Op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en gewerkt hebben in een zwaar beroep. Van deze 33 jaar moeten : a) ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen.Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst; b) ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen.Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als zwaar beroep beschouwd : a) het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;b) het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur.Onder "permanent" verstaat men : dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld; c) het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990. 2.2. Tussenkomst van het fonds
Art. 5.Om aanspraak te kunnen maken op de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag, uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", dienen de arbeid(st)ers die geen 60 jaar zijn op de datum van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst : a) een tewerkstelling te bewijzen van minstens 10 jaar bij één of meerdere werkgevers die ressorteren onder één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid (125.01, 125.02, 125.03); of b) minstens zeven sociale voordelen of de vergoeding tot terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen toegekend door één van de fondsen voor bestaanszekerheid opgericht door één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid hebben ontvangen in de loop van de 10 jaar die hun SWT voorafgaan. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkering Bedrag van de bedrijfstoeslag
Art. 6.De maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag SWT ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" bedraagt 120 EUR. De wettelijke (werkgevers)bijdragen en (werknemers)inhoudingen hierop zijn ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel".
Arbeid(st)ers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 11,25 EUR per maand.
Deze premie wordt samen met de aanvullende forfaitaire bedrijfstoeslag betaald.
Art. 7.Indien de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag lager ligt dan het bedrag dat moet betaald worden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, is de werkgever verplicht het verschil bij te passen.
Voor het bepalen van het netto refertemaandloon (RSZ-bijdrage berekend op het bruto refertemaandloon aan 100 pct.), wordt rekening gehouden met de eventuele werkbonus.
De bedrijfstoeslag van de arbeid(st)ers die gebruik maakten van de mogelijkheid hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs. 77bis, 77ter en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun bruto refertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.
De betaling van de bedrijfstoeslag blijft behouden in geval van werkhervatting. HOOFDSTUK IV. - Procedure en algemene bepalingen
Art. 8.De aanvragen tot toekenning van de forfaitaire bedrijfstoeslag SWT moeten worden ingediend bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" door toedoen van een werknemersorganisatie vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad of rechtstreeks door de arbeider.
De aanvragen moeten vergezeld zijn van de documenten die het recht op de bedrijfstoeslag SWT aantonen.
Art. 9.De bijzondere gevallen die niet kunnen geregeld worden overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel". HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en treedt buiten werking op 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS